Einde inhoudsopgave
Besluit geruisloze terugkeer (art. 14c Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
3.7.2.1 Terugkeerreserve en schuld vennootschap aan voortzettende aandeelhouder
Geldend
Geldend vanaf 10-11-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-10-2018
- Bronpublicatie:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Inwerkingtreding
10-11-2018, terugwerkend tot: 02-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Geruisloze terugkeer
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Inkomstenbelasting / Winst
Een verstoring van de belastingclaim zoals hiervoor bedoeld doet zich voor als het totaal van de vermogensbestanddelen die niet kunnen gaan behoren tot de onderneming die wordt voortgezet, een negatieve vermogenswaarde vertegenwoordigen. Deze situatie kan zich met name voordoen bij aanwezigheid van een schuld van de vennootschap aan de aandeelhouder.
Dit kan worden geïllustreerd met het volgende voorbeeld:
Voorbeeld
Ondernemingsgebonden activa | 1.000 | Aandelenkapitaal | 40 |
Overige activa | 50 | Winstreserves | 60 |
schuld aan aandeelhouder | 950 |
In de activa schuilen geen stille reserves. De vennootschap heeft geen aanspraak op te verrekenen verliezen. De schuld aan de aandeelhouder gaat door vermenging teniet en gaat daarom niet behoren tot de vermogensbestanddelen van de voortgezette onderneming.
De terugkeerreserve wordt in dit geval als volgt berekend bij strikte toepassing van de wet:
Waarde van de vermogensbestanddelen waarmee de onderneming wordt voortgezet | 1.000 |
Af: Evenredig gedeelte verkrijgingsprijs | 40 |
Vrijgestelde a.b. voordeel | 960 |
Doorgeschoven stille reserves (vrijstelling art. 14c Wet Vpb Vpb) | nihil |
Saldo a.b. vrijstelling en doorgeschoven stille reserves | 960 |
Terugkeerreserve is 50% van 960 = 480
De schuld aan de aandeelhouder die niet gaat behoren tot de voortgezette onderneming wordt op de reguliere wijze in het kader van de liquidatie van de vennootschap in aanmerking genomen. De uitkering in het kader van de liquidatie van de vennootschap bestaat uit bezittingen 50 -/- schulden 950. De liquidatie-uitkering bedraagt ten minste nihil; een negatieve waarde komt niet als negatieve liquidatie-uitkering tot uitdrukking. De verkrijgingsprijs van de aandelen is volledig toegerekend aan het gedeelte van de onderneming dat met toepassing van artikel 14c Wet Vpb wordt voortgezet door de aandeelhouders, daarom bedraagt het evenredig gedeelte van de verkrijgingsprijs toe te rekenen aan de vermogensbestanddelen die niet gaan behoren tot de onderneming die wordt voortgezet nihil. Vervreemdingsvoordeel nihil -/- verkrijgingsprijs nihil = inkomen uit aanmerkelijk belang nihil.
Toepassing van het wettelijke systeem leidt ertoe dat in het voorbeeld de aanmerkelijkbelangclaim voorafgaande aan de geruisloze terugkeer van 15 (=25%×60) wordt omgezet een inkomstenbelastingclaim in de winstsfeer van 240 (=50% × 480 terugkeerreserve). Deze verhoging van de belastingclaim wordt veroorzaakt doordat het tenietgaan van de schuld van de vennootschap aan de aandeelhouder in het kader van de ontbinding van de vennootschap fiscaal niet in aanmerking kan worden genomen.
Deze verhoging van de belastingclaim acht ik onverenigbaar met de bedoeling van de wetgever. Ik keur daarom goed dat bij de bepaling van de terugkeerreserve de waarde van de vermogensbestanddelen van de onderneming wordt verminderd met de schuld van de vennootschap aan de aandeelhouder, zoals die schuld na toepassing van de 12e standaardvoorwaarde op de balans van de vennootschap is gepassiveerd, voor zover deze bij de ontbinding van de vennootschap niet tot uitdrukking komt in het totale vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang. Aan deze goedkeuring verbind ik de voorwaarde dat de ontbinding en vereffening van de vennootschap is voltooid.
Door de goedkeuring wordt de terugkeerreserve nu als volgt berekend:
Waarde van de vermogensbestanddelen waarmee de onderneming wordt voortgezet | 1.000 |
Af: Schuld aan aandeelhouder na verrekening met overige activa (950-/-50) | 900 |
Af: Evenredig gedeelte verkrijgingsprijs | 40 |
Saldo is vrijgesteld a.b. voordeel | 60 |
Doorgeschoven stille reserves (vrijstelling art. 14c Wet Vpb Vpb) | nihil |
Saldo a.b. vrijstelling en doorgeschoven stille reserves | 60 |
Terugkeerreserve is 50% van 60 = 30
Rekening houdend met een IB tarief van 50%1. bedraagt de belastingclaim op de terugkeerreserve dan 50% van 30= 15 en is dus gelijk aan de aanmerkelijkbelangclaim voorafgaande aan de geruisloze terugkeer (25% × 60 = 15).
Voetnoten
Dti tarief is globaal het hoogste IB tarief. Het gaat bij de terugkeerreserve immers om een globaal evenwicht tussen de claims vóór en na de geruisloze terugkeer.