Einde inhoudsopgave
Wet wegvervoer goederen
Artikel 2.9
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 247 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken: 34939)
- Inwerkingtreding
28-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, Stb. 2018, 248 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Wegvervoer
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De NIWO verstrekt aan Onze Minister onverwijld na ontvangst van een aanvraag tot verlening of verlenging van een communautaire vergunning een afschrift daarvan.
2.
De NIWO meldt aan Onze Minister na ontvangst van de daartoe strekkende melding van de vervoerder, welke één of meer natuurlijke personen de vervoerder als vervoersmanagers heeft aangewezen.
3.
De NIWO meldt aan Onze Minister de naam van een vervoersmanager die zij ingevolge de beroepsverordening voor het wegvervoer vanwege het niet voldoen aan de betrouwbaarheidseis, ongeschikt heeft verklaard om de leiding te hebben over de vervoeractiviteiten van een vervoerder.
4.
Onze Minister en de NIWO verwerken persoonsgegevens ten behoeve van uitvoering van de beroepsverordening en de marktverordening en het bij of krachtens deze wet gestelde, in het bijzonder in het belang van de handhaving van de vereisten voor de toegang tot het beroep van vervoerder en de betrouwbaarheid van de vervoersmanager.
5.
Onze Minister en de NIWO zijn verwerkingsverantwoordelijke voor de in het vierde lid bedoelde door hen verwerkte gegevens.
6.
De griffier van een gerecht als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de rechterlijke organisatie verstrekt aan Onze Minister van Veiligheid en Justitie een afschrift van een:
- a.
uitspraak waarbij is vastgesteld dat de vervoerder de geldende voorschriften inzake de financiële arbeidsvoorwaarden niet is nagekomen, en
- b.
uitspraak waarbij een in onderdeel a bedoelde uitspraak is vernietigd.
7.
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gegeven voor de toepassing van het vierde lid.