Verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1909
- Bronpublicatie:
17-07-1905, Stb. 1909, 120 (uitgifte: 22-05-1909, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-04-1909
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-07-1905, Stb. 1909, 120 (uitgifte: 22-05-1909, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
De autoriteit bevoegd om het bewijs van onvermogen af te geven, of de verklaring van onvermogen voor zich te doen afleggen, kan bij de autoriteiten der andere contracteerende Staten inlichtingen inwinnen omtrent den vermogenstoestand van den verzoeker.
2.
De autoriteit, die op de aanvrage om kosteloozen rechtsbijstand zal hebben te beschikken, heeft, binnen de grenzen harer bevoegdheid, het recht om de waarde der aan haar medegedeelde bewijzen, verklaringen en inlichtingen te toetsen.