Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/2402 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012
Artikel 32 Administratieve sancties en remediërende maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 09-04-2021
- Bronpublicatie:
31-03-2021, PbEU 2021, L 116 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021/557)
- Inwerkingtreding
09-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2021, PbEU 2021, L 116 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021/557)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Onverminderd het recht van de lidstaten om in strafrechtelijke sancties te voorzien en deze op te leggen krachtens artikel 34, stellen de lidstaten regels vast waarbij passende administratieve sancties, in geval van nalatigheid of opzettelijke inbreuk, en remediërende maatregelen worden ingesteld die ten minste van toepassing zijn op situaties waarin:
- a)
een initiator, een sponsor of een oorspronkelijke kredietverstrekker niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6;
- b)
een initiator, een sponsor of een SSPE niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 7;
- c)
een initiator, een sponsor of een oorspronkelijke kredietverstrekker niet heeft voldaan aan de criteria van artikel 9;
- d)
een initiator, een sponsor of een SSPE niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 18;
- e)
een securitisatie als STS is aangemerkt en een initiator, een sponsor of een SSPE van die securitisatie niet hebben voldaan aan de vereisten van de artikelen 19 tot en met 22, van de artikelen 23 tot en met 26 of van de artikelen 26 bis tot en met 26 sexies;
- f)
een initiator of een sponsor een kennisgeving krachtens artikel 27, lid 1, doet die misleidend blijkt;
- g)
een initiator of een sponsor niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 27, lid 4, of
- h)
een derde partij waaraan op grond van artikel 28 vergunning is verleend, heeft nagelaten materiële wijzigingen met betrekking tot de overeenkomstig artikel 28, lid 1, verstrekte informatie, of andere wijzigingen waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij het oordeel van de bevoegde autoriteit van die partij zouden beïnvloeden, te melden.
De lidstaten zorgen er tevens voor dat de administratieve sancties en/of remediërende maatregelen daadwerkelijk ten uitvoer worden gelegd.
Die sancties en maatregelen moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2.
De lidstaten verlenen de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid om bij inbreuken als bedoeld in lid 1 ten minste de volgende sancties en maatregelen op te leggen:
- a)
een publieke verklaring, waarin de identiteit van de natuurlijke of rechtspersoon en de aard van de inbreuk worden vermeld in overeenstemming met artikel 37;
- b)
een bevel waarbij de natuurlijke of rechtspersoon wordt verplicht het gedrag stop te zetten en af te zien van herhaling ervan;
- c)
een tijdelijk verbod om een lid van het leidinggevend orgaan van de initiator, de sponsor of de SSPE of een andere natuurlijke persoon die voor de inbreuk verantwoordelijk wordt gehouden, te beletten leidinggevende functies in dergelijke ondernemingen uit te oefenen;
- d)
in geval van een inbreuk als bedoeld in lid 1, eerste alinea, onder e) of f), van dit artikel, een tijdelijk verbod om de initiator en de sponsor te beletten er op grond van artikel 27, lid 1, kennisgeving van te doen dat een securitisatie voldoet aan de vereisten van de artikelen 19 tot en met 22, van de artikelen 23 tot en met 26 of van de artikelen 26 bis tot en met 26 sexies;
- e)
in geval van een natuurlijk persoon, maximale administratieve financiële sancties van ten minste 5 000 000 EUR, of in lidstaten die de euro niet als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 17 januari 2018;
- f)
in geval van een rechtspersoon, maximale administratieve financiële sancties van ten minste 5 000 000 EUR of in lidstaten die de euro niet als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 17 januari 2018 of tot 10 % van de totale netto jaaromzet van de rechtspersoon volgens de meest recente jaarrekening die door het leidinggevend orgaan is goedgekeurd; indien de rechtspersoon een moederonderneming is of een dochteronderneming van de moederonderneming die in overeenstemming met Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, is de toepasselijke totale jaaromzet gelijk aan de totale nettojaaromzet of het in overeenstemming met de toepasselijke wetgevingshandelingen met betrekking tot jaarrekeningen daarmee corresponderende type inkomsten volgens de meest recente door het leidinggevend orgaan van de uiteindelijke moederonderneming goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening;
- g)
maximale administratieve financiële sancties van ten minste tweemaal het bedrag van het aan de inbreuk ontleende voordeel indien dat kan worden bepaald, zelfs als dat hoger is dan de maximumbedragen onder e) en f);
- h)
in geval van een in lid 1, eerste alinea, onder h), van dit artikel bedoelde inbreuk, een tijdelijke intrekking van de in artikel 28 bedoelde vergunning van de derde partij om te beoordelen of een securitisatie voldoet aan de artikelen 19 tot en met 22, aan de artikelen 23 tot en met 26 of aan de artikelen 26 bis tot en met 26 sexies.
3.
Indien de bepalingen van het eerste lid op rechtspersonen van toepassing zijn, verlenen de lidstaten de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid om de in lid 2 vermelde administratieve sancties en remediërende maatregelen toe te passen, met inachtneming van de in het nationale recht voorziene voorwaarden, op leden van het leidinggevend orgaan en andere personen die op grond van het nationale recht verantwoordelijk zijn voor de inbreuk.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat een besluit waarbij in lid 2 genoemde administratieve sancties of remediërende maatregelen worden opgelegd, naar behoren gemotiveerd is en vatbaar is voor beroep.
Voetnoten
Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).