HR, 12-12-2023, nr. 22/04307
ECLI:NL:HR:2023:1739
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-12-2023
- Zaaknummer
22/04307
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2023:1739, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑12‑2023; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:796
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑12‑2023
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op auto van klaagster onder partner van klaagster t.z.v. verdenking van rijden zonder rijbewijs. 1. Kon Rb oordelen dat belang van strafvordering zich verzet tegen opheffing van beslag, omdat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat strafrechter inbeslaggenomen auto verbeurd zal verklaren? 2. Proportionaliteit en subsidiariteit van voortzetting beslag. Had Rb blijk moeten geven van onderzoek naar vraag of voortzetting van beslag in overeenstemming is met eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. HR: art. 81.1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/04307 B
Datum 12 december 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 7 november 2022, nummer RK 22/019159, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster],
geboren op [geboortedatum] 1993,
hierna: de klaagster.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en S. van den Akker, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 december 2023.