Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 183/2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne
Artikel 10 Erkenning van inrichtingen van diervoederbedrijven
Geldend
Geldend vanaf 26-07-2019
- Redactionele toelichting
Deze wijziging laat lopende procedures waarin een comité reeds advies heeft uitgebracht overeenkomstig art. 5 bis van Besluit 1999/468/EG, onverlet.
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 198 (uitgifte: 25-07-2019, regelingnummer: 2019/1243)
- Inwerkingtreding
26-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 198 (uitgifte: 25-07-2019, regelingnummer: 2019/1243)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
Exploitanten van diervoederbedrijven zorgen ervoor dat de inrichtingen waarover zij de leiding hebben en waarop deze verordening van toepassing is, door de bevoegde autoriteit zijn erkend wanneer:
- 1.
die inrichtingen een van de volgende activiteiten verrichten:
- a)
de vervaardiging en/of het in de handel brengen van toevoegingsmiddelen die onder Verordening (EG) nr. 1831/2003 vallen of van producten die onder Richtlijn 82/471/EEG vallen, zoals aangegeven in bijlage IV, hoofdstuk 1;
- b)
de vervaardiging en/of het in de handel brengen van voormengsels bereid met de in bijlage IV, hoofdstuk 2, bedoelde toevoegingsmiddelen;
- c)
de vervaardiging, ten behoeve van het in de handel brengen of de productie uitsluitend voor gebruik op het eigen bedrijf, van mengvoeders met gebruikmaking van toevoegingsmiddelen of voormengsels met toevoegingsmiddelen zoals aangegeven in bijlage IV, hoofdstuk 3;
- 2.
de wetgeving van de lidstaat waar de inrichting gevestigd is, erkenning vereist,
of
- 3.
erkenning vereist is krachtens een gedelegeerde handeling tot de vaststelling waarvan de Commissie overeenkomstig artikel 30 bis bevoegd is om deze verordening aan te vullen.