Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/61/EU beheerders alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010
Artikel 4 Definities
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/927 (uitgifte: 26-03-2024, regelingnummer: 2024/927)
- Inwerkingtreding
15-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/927 (uitgifte: 26-03-2024, regelingnummer: 2024/927)
- Overige regelgevende instantie(s)
Europese Unie
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘abi's’ : instellingen voor collectieve belegging, met inbegrip van beleggingscompartimenten daarvan, die:
- i)
bij een reeks beleggers kapitaal ophalen om dit overeenkomstig een bepaald beleggingsbeleid in het belang van deze beleggers te beleggen; en
- ii)
niet vergunningsplichtig zijn uit hoofde van artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG;
- b)
‘abi-beheerders’ : rechtspersonen waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheren van een of meer abi's;
- c)
‘bijkantoor’ : een bedrijfszetel die, in het geval van een abi-beheerder, een onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid van de abi-beheerder vormt, en die, in het geval van een abi-beheerder, de diensten verricht waarvoor de abi-beheerder een vergunning heeft gekregen; verscheidene bedrijfszetels in eenzelfde lidstaat van een abi-beheerder met statutaire zetel in een andere lidstaat of in een derde land worden als één bijkantoor beschouwd;
- d)
‘carried interest’ : deel in de winst van de abi bestemd voor de abi-beheerder als vergoeding voor het beheer van de abi, met uitsluiting van elk deel in de winst van de abi bestemd voor de abi-beheerder als opbrengst van een belegging van de abi-beheerder in de abi;
- e)
‘nauwe banden’ : een situatie waarin twee of meer natuurlijke of rechtspersonen verbonden zijn door:
- i)
een deelneming, met name het rechtstreeks of door middel van een zeggenschapsband houden van ten minste 20 % van de stemrechten of het kapitaal van een onderneming; of
- ii)
een zeggenschapsband, met name de band die bestaat tussen een moederonderneming en een dochteronderneming, zoals bedoeld in artikel 1 van de Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 betreffende de geconsolideerde jaarrekening (1), of een band van dezelfde aard tussen een natuurlijke of rechtspersoon en een onderneming; voor de toepassing van dit punt wordt een dochteronderneming van een dochteronderneming ook beschouwd als een dochteronderneming van de moederonderneming van deze dochterondernemingen.
Als een nauwe band tussen twee of meer natuurlijke of rechtspersonen wordt tevens beschouwd een situatie waarin deze personen via een zeggenschapsband ‘duurzaam verbonden’ zijn met eenzelfde persoon;
- f)
‘bevoegde autoriteiten’ : de nationale autoriteiten van lidstaten die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi-beheerders;
- g)
‘bevoegde autoriteiten’ in verband met een bewaarder:
- i)
indien de bewaarder een kredietinstelling is waaraan uit hoofde van Richtlijn 2006/48/EG vergunning is verleend, de bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, punt 4, hiervan;
- ii)
indien de bewaarder een beleggingsonderneming is waaraan uit hoofde van Richtlijn 2004/39/EG vergunning is verleend, de bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 22, hiervan;
- iii)
indien de bewaarder valt onder de categorie instellingen als bedoeld in artikel 21, lid 3, eerste alinea, onder c), van deze richtlijn, de nationale autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op dergelijke categorieën instellingen;
- iv)
indien de bewaarder een rechtspersoon is als bedoeld in artikel 21, lid 3, derde alinea, van deze richtlijn, de nationale autoriteiten van de lidstaat waar deze entiteit haar statutaire zetel heeft en die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op dergelijke entiteiten, of het officieel orgaan dat krachtens de toepasselijke beroepsregels bevoegd is voor de registratie van en het toezicht op deze entiteit;
- v)
indien de bewaarder overeenkomstig artikel 21, lid 5, onder b), van deze richtlijn aangesteld is als bewaarder voor een niet-EU-abi en niet valt onder het toepassingsgebied van de punten i) tot en met iv), de relevante nationale autoriteiten van het derde land waar de bewaarder zijn statutaire zetel heeft;
- h)
‘bevoegde autoriteiten van de EU-abi’ : de nationale autoriteiten van een lidstaat die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi's;
- i)
‘zeggenschap’ : zeggenschap in de zin van artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG;
- j)
‘gevestigd’
- i)
voor abi-beheerders : die ‘hun statutaire zetel hebben in’;
- ii)
voor abi's : die ‘een vergunning hebben of geregistreerd zijn in’, of als ze niet vergund of geregistreerd zijn, die ‘hun statutaire zetel hebben in’;
- iii)
voor bewaarders : die ‘hun statutaire zetel of bijkantoor hebben in’;
- iv)
voor wettelijke vertegenwoordigers die een rechtspersoon zijn : die ‘hun statutaire zetel of bijkantoor hebben in’;
- v)
voor wettelijke vertegenwoordigers die een natuurlijke persoon zijn : die ‘hun woonplaats hebben in’;
- k)
‘EU-abi’:
- i)
een abi die krachtens de toepasselijke nationale wetgeving een vergunning heeft of geregistreerd is in een lidstaat; of
- ii)
een abi die geen vergunning heeft of geregistreerd is in een lidstaat, maar die haar statutaire zetel en/of haar hoofdkantoor heeft in een lidstaat;
- l)
‘EU abi-beheerder’ een abi-beheerder die zijn statutaire zetel heeft in een lidstaat;
- m)
‘feeder-abi’: een abi die:
- i)
ten minste 85 % van haar activa belegt in rechten van deelneming of aandelen van een andere abi (de ‘master-abi’); of
- ii)
ten minste 85 % van haar activa belegt in meer dan één master-abi indien deze master-abi's identieke beleggingsstrategieën hebben; of
- iii)
op een andere wijze voor ten minste 85 % van haar activa een risicopositie inneemt in een of meer dergelijke master-abi's;
- n)
‘financieel instrument’ een instrument als genoemd in bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG, deel C;
- o)
‘holding’ een onderneming met een aandeel in een of meer andere ondernemingen die als zakelijk doel heeft via haar dochterondernemingen, verbonden ondernemingen of deelnemingen een bedrijfsstrategie of -strategieën uit te voeren teneinde aan hun langetermijnwaarde bij te dragen, en die een onderneming is die ofwel:
- i)
optreedt voor eigen rekening en waarvan de aandelen tot de handel zijn toegelaten op een gereglementeerde markt in de Unie; of
- ii)
niet is opgericht met als hoofddoel voor haar beleggers rendement te genereren door haar dochterondernemingen of verbonden ondernemingen af te stoten, zoals blijkt uit het jaarverslag of andere officiële stukken van de onderneming;
- p)
‘lidstaat van herkomst van de abi’
- i)
de lidstaat waar de abi krachtens de toepasselijke nationale wetgeving een vergunning heeft of waar zij notificatie heeft gedaan, of in het geval van meerdere vergunningen of notificaties, de lidstaat waar de abi voor het eerst een vergunning heeft gekregen of notificatie heeft gedaan; of
- ii)
indien de abi niet over een vergunning beschikt in een lidstaat of in een lidstaat notificatie heeft gedaan, de lidstaat waar de abi haar statutaire zetel en/of haar hoofdkantoor heeft;
- q)
‘lidstaat van herkomst van een abi-beheerder’ de lidstaat waar de abi-beheerder zijn statutaire zetel heeft; voor niet-EU abi-beheerders zijn alle verwijzingen in deze richtlijn naar ‘lidstaat van herkomst van de abi-beheerder’ te verstaan als ‘de referentielidstaat’, zoals vastgesteld in hoofdstuk VII;
- r)
‘lidstaat van ontvangst van een abi-beheerder’
- i)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU abi-beheerder EU-abi's beheert;
- ii)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in EU-abi's verhandelt;
- iii)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in niet-EU-abi's verhandelt;
- iv)
een lidstaat, die niet de referentielidstaat is, waar een niet-EU abi-beheerder EU-abi's beheert; of
- v)
een lidstaat, die niet de referentielidstaat is, waar een niet-EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in een EU-abi verhandelt; of
- vi)
een lidstaat, die niet de referentielidstaat is, waar een niet-EU abi-beheerder rechten van deelneming of aandelen in een niet-EU-abi verhandelt;
- vii)
een lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar een EU-abi-beheerder de in artikel 6, lid 4, bedoelde diensten verleent;
- s)
‘aanvangskapitaal’ vermogen in de zin van artikel 57, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 2006/48/EG;
- t)
‘uitgevende instelling’ een uitgevende instelling in de zin van artikel 2, lid 1, onder d, van Richtlijn 2004/109/EG, die haar statutaire zetel in de Unie heeft en waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG;
- u)
‘wettelijke vertegenwoordiger’ een natuurlijke of rechtspersoon die, voor natuurlijke personen zijn woonplaats heeft in de Unie, of voor rechtspersonen zijn statutaire zetel heeft in de Unie, en die uitdrukkelijk is aangesteld door een niet-EU abi-beheerder, namens deze niet-EU abi-beheerder optreedt jegens autoriteiten, klanten, organen en tegenpartijen voor de niet-EU abi-beheerder in de Unie in plaats van de niet-EU abi-beheerder zelf met betrekking tot diens verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn;
- v)
‘hefboomfinanciering’ een methode waarmee de abi-beheerder de positie van een door hem beheerde abi met geleend contant geld of geleende effecten, met een hefboom in de vorm van derivatenposities of anderszins vergroot;
- w)
‘abi-beheer’ het verrichten van ten minste de in punt 1, onder a) of b), van bijlage I bedoelde beleggingsdiensten voor een of meer abi's;
- x)
‘verhandeling’ een rechtstreekse of middellijke aanbieding of plaatsing, op initiatief van of namens de abi-beheerder, van rechten van deelneming of aandelen in een door hem beheerde abi, aan of bij beleggers die in de Unie woonachtig zijn of een statutaire zetel hebben;
- y)
‘master-abi’ een abi waarin een andere abi belegt of een risicopositie inneemt overeenkomstig punt m);
- z)
‘referentielidstaat’ de lidstaat zoals bepaald in artikel 37, lid 4;
- aa)
‘niet-EU abi’ een abi die geen EU-abi is;
- ab)
‘niet-EU abi-beheerder’ een abi-beheerder die geen EU abi-beheerder is;
- ac)
‘niet-beursgenoteerde onderneming’ een onderneming die haar statutaire zetel in de Unie heeft en waarvan de aandelen niet zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG;
- ad)
‘eigen vermogen’ vermogen in de zin van de artikelen 56 tot en met 67 van Richtlijn 2006/48/EG;
- ae)
‘moederonderneming’ een moederonderneming in de zin van de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG;
- ae bis)
‘pre-marketing’: directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door een EU-abi-beheerder, of in zijn naam, aan potentiële professionele beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een abi die of compartiment dat nog niet is opgericht, of een abi die of compartiment dat wel is opgericht, maar waarvoor de kennisgeving van verhandeling overeenkomstig artikel 31 of 32 nog niet is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, en die in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in de rechten van deelneming of aandelen in die abi of dat compartiment;
- af)
‘prime broker’ een kredietinstelling, een gereglementeerde beleggingsonderneming of een andere aan prudentiële regelgeving onderworpen en onder permanent toezicht staande entiteit, die diensten aan professionele beleggers aanbiedt, hoofdzakelijk om als tegenpartij transacties in financiële instrumenten te financieren of uit te voeren, en die ook andere diensten kan verlenen zoals clearing en afwikkeling van transacties, bewaarnemingsdiensten, het verstrekken van effectenleningen, en technologische en operationele ondersteuning op maat van de klant;
- ag)
‘professionele belegger’: een belegger die als professionele cliënt wordt aangemerkt of op verzoek als professionele cliënt kan worden behandeld in de zin van bijlage II bij Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (2);
- ah)
‘gekwalificeerde deelneming’ het rechtstreeks of middellijk bezitten van een deelneming in een abi-beheerder van ten minste 10 % van het kapitaal of van de stemrechten, overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 2004/109/EG, daarbij rekening houdend met de in artikel 12, leden 4 en 5, van die richtlijn bedoelde voorwaarden voor samenvoeging van de deelneming, dan wel van een deelneming die de mogelijkheid inhoudt een invloed van betekenis uit te oefenen op de bedrijfsvoering van de abi-beheerder waarin wordt deelgenomen;
- ai)
‘werknemersvertegenwoordigers’ werknemersvertegenwoordigers in de zin van artikel 2, onder e), van Richtlijn 2002/14/EG;
- aj)
‘kleine belegger’ een niet-professionele belegger;
- ak)
‘dochteronderneming’ een dochteronderneming zoals gedefinieerd in de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG;
- al)
‘toezichthoudende autoriteiten’ wanneer dit begrip betrekking heeft op niet-EU-abi's, de nationale autoriteiten van een derde land die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi's;
- am)
‘toezichthoudende autoriteiten’ wanneer dit begrip betrekking heeft op niet-EU abi-beheerders, de nationale autoriteiten van een derde land die op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op abi-beheerders;
- an)
‘voor een bijzonder doel opgerichte securitiseringsentiteiten’ entiteiten met als enige opdracht het verrichten van een securitisatie of securitisatietransacties in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 24/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (3), alsook het verrichten van andere werkzaamheden ter vervulling van deze opdracht;
- ao)
‘icbe’ een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG;
- ap)
‘centrale effectenbewaarinstelling’: een centrale effectenbewaarinstelling zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4);
- aq)
‘kapitaal van de abi’: totaal van de kapitaalinbrengen en ongestort aan een abi toegezegd kapitaal, berekend op basis van belegbare bedragen na aftrek van alle vergoedingen, lasten en kosten die direct of indirect door de beleggers worden gedragen;
- ar)
‘leninginitiëring’ of ‘een lening initiëren’: het verstrekken van een lening:
- i)
rechtstreeks door een abi als oorspronkelijke kredietverstrekker, of
- ii)
indirect via een derde of een special purpose vehicle dat een lening initieert voor of namens de abi, of voor of namens een abi-beheerder met betrekking tot de abi, waarbij de abi-beheerder of abi betrokken is bij het structureren van de lening of het definiëren of vooraf overeenkomen van de kenmerken ervan, alvorens blootstelling aan de lening te verkrijgen;
- as)
‘aandeelhouderslening’: een lening die door een abi wordt verstrekt aan een onderneming waarin zij direct of indirect ten minste 5 % van het kapitaal of de stemrechten bezit, en die niet aan derden kan worden verkocht onafhankelijk van de kapitaalinstrumenten die de abi in dezelfde onderneming aanhoudt;
- at)
‘leninginitiërende abi’: een abi:
- i)
waarvan de beleggingsstrategie voornamelijk bestaat in het initiëren van leningen, of
- ii)
waarvan de geïnitieerde leningen een notionele waarde hebben die ten minste 50 % van hun intrinsieke waarde vertegenwoordigt;
- au)
‘abi met hefboomfinanciering’: een abi waarvan de risicopositie door de beherende abi-beheerder wordt vergroot, met geleend contant geld of geleende effecten, met een hefboom in de vorm van derivatenposities of anderszins.
2.
Voor de toepassing van lid 1, punt ad), van dit artikel, zijn de artikelen 13 tot en met 16 van Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (5) mutatis mutandis van toepassing.
3.
De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onverminderd de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van:
- a)
de hefboomfinancieringsmethoden, zoals bedoeld in lid 1, punt v), met inbegrip van financiële en/of juridische structuren waarbij derden betrokken zijn waarover het desbetreffende abi zeggenschap uitoefent; en
- b)
de wijze waarop hefboomfinanciering moet worden berekend.
4.
De Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (ESMA) ontwikkelt ontwerpen voor technische reguleringsnormen om, waar dit voor de toepassing van deze richtlijn relevant is en om voor een eenvormige toepassing te zorgen, de soorten abi-beheerders vast te stellen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.
Voetnoten
PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1.
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
PB L 15 van 20.1.2009, blz. 1.
Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).
PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201.