Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 08-12-2022
- Bronpublicatie:
09-09-2022, PbEU 2022, L 299 (uitgifte: 18-11-2022, regelingnummer: 2022/2258)
- Inwerkingtreding
08-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-09-2022, PbEU 2022, L 299 (uitgifte: 18-11-2022, regelingnummer: 2022/2258)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veterinair recht
Deze verordening stelt specifieke voorschriften vast voor de uitvoering van de in artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde officiële controles van producten van dierlijke oorsprong.
Die specifieke voorschriften behelzen:
- a)
criteria en voorwaarden om
- i)
te bepalen wanneer de ante-mortemkeuring in bepaalde slachthuizen onder toezicht of onder de verantwoordelijkheid van een officiële dierenarts mag worden uitgevoerd;
- ii)
te bepalen wanneer de ante-mortemkeuring in het geval van noodslachting buiten het slachthuis mag worden uitgevoerd;
- iii)
te bepalen wanneer de ante-mortemkeuringen op het bedrijf van herkomst mogen worden uitgevoerd;
- iv)
te bepalen welke waarborgen van kracht moeten zijn voor de uitvoering van de post-mortemkeuringen en auditactiviteiten onder de verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts als bedoeld in artikel 18, lid 2, onder c) en d), van Verordening (EU) 2017/625;
- v)
afwijkingen van artikel 18, lid 6, van Verordening (EU) 2017/625 wat de indeling van de productie- en de heruitzettingsgebieden in verband met Pectinidae, mariene buikpotigen en stekelhuidigen betreft te bepalen;
- vi)
te bepalen wanneer de officiële controles in uitsnijderijen kunnen worden uitgevoerd door personeel dat daartoe is aangewezen door de bevoegde autoriteiten en goed is opgeleid;
- b)
de vaststelling van specifieke afwijkingen voor Rangifer tarandus tarandus, Lagopus lagopus en Lagopus mutus teneinde reeds lang bestaande lokale en traditionele gewoonten en gebruiken te kunnen voortzetten;
- c)
de vaststelling van specifieke minimumvoorschriften, met inbegrip van specifieke minimumvoorschriften inzake opleiding voor de officiële dierenarts, de officiële assistent en het door de bevoegde autoriteiten aangewezen personeel teneinde te waarborgen dat zij de in artikel 18 van Verordening (EU) 2017/625 beschreven taken naar behoren uitvoeren;
- d)
de vaststelling van passende minimumvoorschriften inzake opleiding voor het slachthuispersoneel dat bijstand verleent bij de in artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 beschreven taken.