Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 6 Soortspecifieke criteria en voorwaarden om te bepalen wanneer ante-mortemkeuringen op het bedrijf van herkomst mogen worden uitgevoerd
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2021
- Bronpublicatie:
26-04-2021, PbEU 2021, L 307 (uitgifte: 01-09-2021, regelingnummer: 2021/1422)
- Inwerkingtreding
21-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2021, PbEU 2021, L 307 (uitgifte: 01-09-2021, regelingnummer: 2021/1422)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
De bevoegde autoriteiten passen de in dit artikel vastgestelde specifieke criteria en voorwaarden in de relevante gevallen toe op pluimvee, gekweekt wild, als landbouwhuisdier gehouden runderen en varkens, en als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen.
2.
In geval van pluimvee voor de productie van ‘foie gras’ en in geval van op het bedrijf van herkomst geslacht pluimvee dat later van de ingewanden is ontdaan, wordt het certificaat, dat is opgesteld overeenkomstig het in bijlage IV, deel II, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 vastgestelde modelgezondheidscertificaat, samen met de niet van de ingewanden ontdane karkassen naar het slachthuis of de uitsnijderij gebracht of van tevoren verzonden in welke vorm dan ook, in plaats van het in artikel 5, lid 2, onder f), genoemde certificaat.
3.
In geval van als landbouwhuisdier gehouden runderen en varkens, als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen en gekweekt wild die/dat overeenkomstig bijlage III, sectie I, hoofdstuk VI bis, of bijlage III, sectie III, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 op het bedrijf van herkomst zijn/is geslacht, wordt het officiële certificaat, dat is opgesteld overeenkomstig het in bijlage IV, hoofdstuk 3, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie (1) vastgestelde model van officieel certificaat, samen met de dieren naar het slachthuis gebracht of van tevoren verzonden in welke vorm dan ook, in plaats van het in artikel 5, lid 2, onder f), van deze verordening bedoelde certificaat.
4.
In geval van gekweekt wild dat overeenkomstig bijlage III, sectie III, punt 3, onder a), bij Verordening (EG) nr. 853/2004 is geslacht op het bedrijf van herkomst:
- a)
wordt het certificaat, dat is opgesteld overeenkomstig het in bijlage IV, deel IV, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 vastgestelde modelgezondheidscertificaat, samen met de dieren naar het slachthuis gebracht of van tevoren verzonden in welke vorm dan ook, in plaats van het in artikel 5, lid 2, onder f), vermelde certificaat;
- b)
controleert de officiële dierenarts regelmatig of de personen die de slachting en bloeding verrichten hun taken naar behoren uitvoeren.
5.
In afwijking van artikel 5, lid 4, mogen de lidstaten slachting van gekweekt wild toestaan tot en met 28 dagen vanaf de datum waarop het in artikel 5, lid 2, onder f), vermelde gezondheidscertificaat is afgegeven indien:
- a)
slechts kleine hoeveelheden van het vlees van het gekweekte wild rechtstreeks door de producent aan de eindverbruiker worden geleverd of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert; en
- b)
er per jaar en per bedrijf van herkomst niet meer dan 50 dieren worden geslacht.
Voetnoten
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).