RAV 2010/62
Verjaring. Wanneer neemt de verjaringstermijn voor vorderingen ter vergoeding van schade ten gevolge van strafvorderlijk optreden een aanvang?
HR 09-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1118 (Van Maanen c.s./Staat)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 april 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04166
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BL1118
- Roepnaam
Van Maanen c.s./Staat
- JCDI
JCDI:ADS874501:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1118, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1118, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2008
- Wetingang
BW art. 3:310, 6:162
Essentie
Verjaring. Schadevergoeding. Overheidsaansprakelijkheid.
Wanneer neemt de verjaringstermijn voor vorderingen ter vergoeding van schade ten gevolge van strafvorderlijk optreden een aanvang?
Samenvatting
Eisers waren werkzaam bij de ABN AMRO toen op enig moment verdenkingen ontstonden van malversaties op hun afdeling. Er werd een intern onderzoek ingesteld, resulterend in ontslag, later omgezet in een neutrale ontbinding via de kantonrechter. Na aangifte van fraude zijn beiden op 9 november 1998 aangehouden en strafrechtelijk vervolgd ter zake van verduistering en valsheid in geschrift. Beide strafzaken eindigden bij vonnis van 21 december 2001 (op hoofdlijnen) in een vrijspraak, waarbij de rechtbank overwoog dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.