De overeenkomst in het insolventierecht (R&P nr. InsR3) 2012/2.2.1.2:2.2.1.2 De paritas creditorum

De overeenkomst in het insolventierecht (R&P nr. InsR3) 2012/2.2.1.2

2.2.1.2 De paritas creditorum

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Op grond van de artikelen 3:276 en 3:277 BW kunnen schuldeisers voor hun vorderingen in beginsel verhaal zoeken op het gehele vermogen van hun schuldenaar, waarbij zij allen een gelijk recht hebben om, naar evenredigheid van ieders vordering, uit de netto-opbrengst te worden voldaan, behoudens contractuele achterstelling of door de wet erkende redenen van voorrang. Het uitgangspunt dat schuldeisers in beginsel gelijkgerechtigd zijn tot de opbrengst van ten laste van hun schuldenaar geëxecuteerde vermogensbestanddelen, wordt van oudsher aangeduid met de term paritas creditorum.1

De paritas creditorum wordt veelal beschouwd als een belangrijk of zelfs fundamenteel beginsel van faillissementsrecht.2 Helemaal zuiver is dat niet. Het is niet zozeer de gelijkgerechtigdheid van de schuldeisers tot het vermogen van hun schuldenaar die het faillissement beoogt te waarborgen, als wel de tussen de schuldeisers geldende rangorde. Zuiverder is dan ook te spreken van het beginsel van 'de gelijke behandeling van schuldeisers'.3 Met het uitspreken van het faillissement worden alle schuldeisers in gelijke mate in de gelegenheid gesteld zich overeenkomstig hun rang op het vermogen van de insolvente schuldenaar te verhalen.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.