Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1126
Geldigheid generatorverbod en walstroomplicht in de Rotterdamse haven. 1. Overmacht in de zin van noodtoestand? Hof heeft geoordeeld dat verdachte de mogelijkheid had om uit te wijken naar een ligplaats waar geen generatorverbod gold. 2. Beroep op onverbindendheid van art. 4.6 lid 1 Havenbeheersverordening Rotterdam 2010 wegens onverenigbaarheid met veiligheidsvoorschriften. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 15-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1587
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/02774
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1587, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:775, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2019
Essentie
Geldigheid generatorverbod en walstroomplicht in de Rotterdamse haven. 1. Overmacht in de zin van noodtoestand? Hof heeft geoordeeld dat verdachte de mogelijkheid had om uit te wijken naar een ligplaats waar geen generatorverbod gold. 2. Beroep op onverbindendheid van art. 4.6 lid 1 Havenbeheersverordening Rotterdam 2010 wegens onverenigbaarheid met veiligheidsvoorschriften. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/02774
Datum 15 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 8 mei 2018, nummer 22/002105-17, in de strafzaak
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.