NJ 2011/146
Dwingen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen zonder lichamelijke aanraking.
HR 22-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1379
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/03194
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BP1379
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1379, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1379, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Van het dwingen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen als bedoeld in art. 246 Sr kan, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, ook sprake zijn indien geen lichamelijke aanraking tussen de dader en het slachtoffer heeft plaatsgevonden. Daarbij komt in het bijzonder betekenis toe aan het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre tussen de dader en het slachtoffer enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden (vgl. wat betreft de art. 247 en 249 Sr LJN AQ0950, NJ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.