Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 140 Vragen met verzoek om schriftelijk antwoord aan de Europese Centrale Bank
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2019
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Ieder lid kan overeenkomstig de in een bijlage bij dit Reglement neergelegde criteria per maand ten hoogste zes vragen met verzoek om schriftelijk antwoord aan de Europese Centrale Bank stellen (1). Enkel de vraagstellers zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de vragen.
2.
Dergelijke vragen worden schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de bevoegde commissie. Bij ontvangst van dergelijke vragen stelt de voorzitter van de bevoegde commissie de Europese Centrale Bank daarvan in kennis. Over kwesties met betrekking tot de ontvankelijkheid van een vraag wordt beslist door de voorzitter van de bevoegde commissie. De vraagsteller wordt in kennis gesteld van dergelijke beslissingen.
3.
Dergelijke vragen worden met de antwoorden op de website van het Parlement gepubliceerd.
4.
Indien een vraag met verzoek om schriftelijk antwoord niet binnen zes weken is beantwoord, dan kan zij op verzoek van de vraagsteller worden geplaatst op de agenda van de volgende vergadering van de bevoegde commissie met de president van de Europese Centrale Bank.
Voetnoten
Zie Bijlage III.