Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020
3.3 Noodzaak van overheidsmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
47
Om te kunnen beoordelen of staatssteun noodzakelijk is voor het bereiken van de doelstelling van gemeenschappelijk belang, is het nodig om eerst een diagnose uit te voeren van het aan te pakken probleem. Staatssteun dient te zijn gericht op situaties waar steun kan zorgen voor een wezenlijke verbetering die de markt zelf niet tot stand kan brengen. Dit geldt met name in een context van schaarse publieke middelen.
48
Staatssteunmaatregelen kunnen immers, onder bepaalde voorwaarden, marktfalen corrigeren, en zodoende bijdragen tot het doelmatige functioneren van de markten en het versterken van het concurrentievermogen. Voorts kan staatssteun, wanneer de markten doeltreffende resultaten opleveren die echter uit oogpunt van rechtvaardigheid of cohesie onbevredigend worden geacht, worden gebruikt om tot meer gewenste, rechtvaardigere marktuitkomsten te komen.
49
Wat betreft steun ten behoeve van de ontwikkeling van gebieden welke op de regionalesteunkaart zijn opgenomen overeenkomstig de in deel 5 van deze richtsnoeren ontvouwde regels, is de Commissie van oordeel dat de markt, zonder overheidsmaatregelen, niet de verwachte cohesiedoelstellingen oplevert zoals die in het Verdrag zijn beschreven. Daarom dient in die gebieden verleende steun als verenigbaar te worden beschouwd met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, onder a) en c), van het Verdrag.