Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 5.91 (geurgevoelige gebouwen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 292 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een geurgevoelig gebouw is in ieder geval een gebouw of een gedeelte van een gebouw met een:
- a.
woonfunctie en nevengebruiksfuncties daarvan;
- b.
onderwijsfunctie en nevengebruiksfuncties daarvan;
- c.
gezondheidszorgfunctie met bedgebied en nevengebruiksfuncties daarvan; of
- d.
bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied en nevengebruiksfuncties daarvan.
2.
Het eerste lid geldt niet voor een gedeelte van een gebouw als bedoeld in dat lid als het omgevingsplan in dat gedeelte niet toelaat een:
- a.
woonfunctie;
- b.
onderwijsfunctie;
- c.
gezondheidszorgfunctie met bedgebied;
- d.
bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied;
- e.
bijeenkomstfunctie die een nevengebruiksfunctie is van een woonfunctie; of
- f.
bijeenkomstfunctie die een nevengebruiksfunctie is van een gezondheidszorgfunctie met bedgebied.
3.
Onder een geurgevoelig gebouw wordt ook verstaan een gebouw dat nog niet aanwezig is, maar op grond van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit mag worden gebouwd.
4.
Het omgevingsplan kan andere geurgevoelige gebouwen of gedeelten van gebouwen aanwijzen, mits er hoofdzakelijk sprake is van verblijf van mensen.
5.
In het omgevingsplan kan paragraaf 5.1.4.6 overeenkomstig worden toegepast op locaties waarbij hoofdzakelijk sprake is van verblijf van mensen.