Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 29 februari 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.9 behorende bij dossiernummer [nummer] d.d. 31 juli 2012.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 28-01-2014, nr. ks 21-003941-13
ECLI:NL:GHARL:2014:534
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
28-01-2014
- Zaaknummer
ks 21-003941-13
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2014:534, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 28‑01‑2014; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3442, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 28‑01‑2014
Inhoudsindicatie
Natuurgenezeres, schending zorgplicht, opzettelijke benadeling van de gezondheid, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft. Deels voorwaardelijke gevangenisstraf met 10 jaar proeftijd, met als bijzondere voorwaarde een verbod op het uitoefenen van geneeskunde in de zin van alle activiteiten.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003941-13
Uitspraak d.d.: 28 januari 2014
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 21 maart 2013 met parketnummer 18-630570-11 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1960],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 14 januari 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het onder 1 primair en 2 aan haar tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van tien jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en met als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- -
zich dient te onthouden van activiteiten en/of werkzaamheden op het gebied van geneeskunst in de zin van alle verrichtingen, het onderzoeken en geven van raad daaronder mede begrepen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en hem/haar voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn/haar gezondheidstoestand te beoordelen
- -
mede daaronder begrepen het geven van adviezen/behandelingen met betrekking tot lichamelijke en/of geestelijke gezondheid en/of conditie.
Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de reclassering toezicht houdt op de naleving van de voorwaarden en dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. L.S. Slinkman, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak van het aan verdachte onder 2 tenlastegelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het hof (op onderdelen) tot een andere bewezenverklaring komt en zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 22 september 2011, in de gemeente [gemeente1] en/of in de gemeente [gemeente2], althans in Nederland, als homeopaat en/of als natuurgenezer, althans als zorgverlener (beroepshalve of bedrijfsmatig handelend), opzettelijk de gezondheid van een persoon, te weten [slachtoffer] heeft benadeeld door (wetende dat zij een grote invloed op die [slachtoffer] had) met dat opzet:
- (meermalen) aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld:
- dat zij door het plakken van energiepleisters (een energiekorrel met een stukje leukoplast) op een arm het zenuwstelsel activeert en schoonmaakt en/of dat het effect van dat plakken van die (energie) korrels is dat het afval er van binnen naar buiten uitgaat en/of dat door het volgen van deze behandelmethode "Blijf op je pad" uiteindelijk de onsterfelijkheid kan worden bereikt
en/of
- dat braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees, althans een slecht gebit, horen bij de behandelmethode "Blijf op je pad"
en/of
- dat zij zich (helemaal) geen zorgen hoefde te maken ten aanzien van het braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees, althans een slecht gebit en/of dat deze (ziekte)verschijnselen niet erg waren en/of dat zij (gewoon) door moest gaan met plakken en/of dat deze (ziekte) verschijnselen kwamen door een "vastloper" en/of dat zij nog even moest volhouden en/of dat zij "op het pad" moest blijven, derhalve door moest gaan met het plakken van (energie)korrels (op weg naar onsterfelijkheid), althans dat zij door moest gaan met de door verdachtes ingezette behandelmethode
en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) heeft ontraden en/of niet heeft aangeraden zich onder behandeling te stellen van en/of haar niet (actief, gericht en/of tijdig) heeft (door) verwezen naar haar huisarts, althans naar een arts, althans haar heeft ontraden en/of niet heeft aangeraden zich in de reguliere (niet-alternatieve) medische circuit te laten behandelen voor al haar ziekteverschijnselen, waardoor die [slachtoffer] de benodigde (reguliere) zorg is onthouden en/of valse hoop is gegeven en/of onvolledig is geïnformeerd
en/of
- heeft nagelaten die [slachtoffer] medisch te laten onderzoeken en/of ten behoeve van die [slachtoffer] de reguliere medische zorg (in ieder geval de huisarts) in te schakelen en/of te alarmeren en/of (aldus) door verdachtes toedoen geen (reguliere) diagnose is gesteld en/of geen "evidence" based behandeling heeft plaatsgevonden bij die [slachtoffer],
ten gevolge waarvan die [slachtoffer]
- zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen en/of is toegebracht, te weten een verdere doorgroei en/of verdere uitzaai van ontstekingen in het lichaam en/of hoofd en/of een verergering van haar ziektebeeld en/of een aanzienlijke afname van de genezingskans en/of levensverwachting en/of ernstige toename van pijnklachten die het in samenhang met zwaar letsel, zoals geïnfecteerde wonden met uitbreiding van de ontsteking en/of die het gevolg waren van het uitblijven van deugdelijke zorg
en/of
- aan een (uiteindelijke) (ziekelijke) systemische infectie en/of ontsteking is overleden;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 22 september 2011, in de gemeente [gemeente1] en/of in de gemeente [gemeente2], althans in Nederland, als homeopaat en/of als natuurgenezer, althans als zorgverlener, (beroepshalve of bedrijfsmatig handelend), door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, een persoon genaamd [slachtoffer], terwijl zij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [slachtoffer] (uiteindelijk) ernstig ziek was en/of doordat zij onder invloed stond van verdachte niet uit zichzelf reguliere medische zorg zou inschakelen,
- (meermalen) heeft medegedeeld
- dat zij door het plakken van energiepleisters (een energiekorrel met een stukje leukoplast) op een arm het zenuwstelsel activeert en schoonmaakt en/of dat het effect van dat plakken van die (energie) korrels is dat het afval er van binnen naar buiten uitgaat en/of dat door het volgen van deze behandelmethode "Blijf op je pad" uiteindelijk de onsterfelijkheid kan worden bereikt
en/of
- dat braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees, althans een slecht gebit, horen bij de behandelmethode "Blijf op je pad"
en/of
- dat zij zich (helemaal) geen zorgen hoefde te maken ten aanzien van het braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees, althans een slecht gebit en/of dat deze (ziekte)verschijnselen niet erg waren en/of dat zij (gewoon) door moest gaan met plakken en/of dat deze (ziekte) verschijnselen kwamen door een "vastloper" en/of dat zij nog even moest volhouden en/of dat zij "op het pad" moest blijven, derhalve door moest gaan met het plakken van (energie)korrels (op weg naar onsterfelijkheid)
en/of
- (meermalen) heeft ontraden en/of niet heeft aangeraden zich onder behandeling te stellen van en/of haar niet (actief, gericht en/of tijdig) heeft (door) verwezen naar haar huisarts, althans naar een arts, althans haar heeft ontraden en/of niet heeft aangeraden zich in de reguliere (niet-alternatieve) medische circuit te laten behandelen voor al haar ziekteverschijnselen, waardoor die [slachtoffer] de benodigde (reguliere) zorg is onthouden en/of valse hoop is gegeven en/of onvolledig is geïnformeerd
en/of
- heeft nagelaten die [slachtoffer] medisch te (laten) onderzoeken en/of ten behoeve van die [slachtoffer] de reguliere medische zorg (in ieder geval de huisarts) in te schakelen en/of te alarmeren,
waardoor het aan haar schuld te wijten is geweest dat [slachtoffer] zodanig letsel, te weten een (ziekelijke) systemische infectie en/of ontsteking, heeft bekomen, dat deze aan de gevolgen daarvan is overleden; althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 22 september 2011, in de gemeente [gemeente1] en/of in de gemeente [gemeente2], althans in Nederland, als homeopaat en/of als natuurgenezer, althans als zorgverlener (beroepshalve of bedrijfsmatig handelend), niet ingeschreven staande in een register (overeenkomstig het bepaalde artikel 3 eerste lid van de Wet BIG), bij het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, onder andere rechtstreeks betrekking hebbende op de gezondheid van [slachtoffer], wist en/of ernstig reden had om te vermoeden dat zij (buiten noodzaak) schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van die [slachtoffer] heeft veroorzaakt, bestaande, de schade en/of aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander, te weten [slachtoffer] uit het door verdachte (meermalen)
- - mededelen aan die [slachtoffer]:
- dat zij door het plakken van energiepleisters (een energiekorrel met een stukje leukoplast) op een arm het zenuwstelsel activeert en schoonmaakt en/of dat het effect van dat plakken van die (energie) korrels is dat het afval er van binnen naar buiten uitgaat en/of dat door het volgen van deze behandelmethode "Blijf op je pad" uiteindelijk de onsterfelijkheid kan worden bereikt
en/of
- dat braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees, althans een slecht gebit, horen bij de behandelmethode "Blijf op je pad"
en/of
- dat zij zich(helemaal) geen zorgen hoefde te maken ten aanzien van het braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees , althans een slecht gebit en/of dat deze (ziekte)verschijnselen niet erg waren en/of dat zij (gewoon) door moest gaan met plakken en/of dat deze (ziekte) verschijnselen kwamen door een "vastloper" en/of dat zij nog even moest volhouden en/of dat zij "op het pad" moest blijven (naar onsterfelijkheid)
en/of
- aan die [slachtoffer] ontraden en/of niet aan te raden zich onder behandeling te stellen van en/of haar niet (actief, gericht en/of tijdig) (door) te verwijzen naar haar huisarts, althans een arts, althans haar te ontraden en/of niet aan te raden zich in de reguliere (niet-alternatieve) medische circuit te laten behandelen voor al haar ziekteverschijnselen, waardoor die [slachtoffer] de benodigde (reguliere) zorg is onthouden en/of valse hoop is gegeven en/of onvolledig is geïnformeerd, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] (uiteindelijk) is overleden. 2.zij in of omstreeks de periode van 22 augustus 2011 tot en met 22 september 2011, in de gemeente [gemeente1] en/of in de gemeente [gemeente2], althans in Nederland, als homeopaat en/of als natuurgenezer, beroepshalve of bedrijfsmatig handelend, opzettelijk Geertruida [slachtoffer], tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij krachtens overeenkomst verplicht was, in een hulpeloze toestand heeft gebracht en/of heeft gelaten, immers heeft zij, verdachte, (wetende dat zij een enorme invloed op die [slachtoffer] had), die [slachtoffer]
- (meermalen) medegedeeld
- dat zij door het plakken van energiepleisters (een energiekorrel met een stukje leukoplast) op een arm het zenuwstelsel activeert en schoonmaakt en/of dat het effect van dat plakken van die (energie) korrels is dat het afval er van binnen naar buiten uitgaat en/of dat door het volgen van deze behandelmethode "Blijf op je pad" uiteindelijk de onsterfelijkheid kan worden bereikt
en/of
- dat braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees, althans een slecht gebit, horen bij de behandelmethode "Blijf op je pad"
en/of
- dat zij zich (helemaal) geen zorgen hoefde te maken ten aanzien van het braken en/of wonden (ontstekingen) en/of diarree en/of loszittende tanden en/of terugtrekkend tandvlees, althans een slecht gebit en/of dat deze (ziekte)verschijnselen niet erg waren en/of dat zij (gewoon) door moest gaan met plakken en/of dat deze (ziekte) verschijnselen kwamen door een "vastloper" en/of dat zij nog even moest volhouden en/of dat zij "op het pad" moest blijven, derhalve door moest gaan met het plakken van (energie)korrels (op weg naar onsterfelijkheid)
en/of
- (meermalen) heeft ontraden en/of niet heeft aangeraden zich onder behandeling te stellen van en/of haar niet (actief, gericht en/of tijdig) heeft (door) verwezen naar haar huisarts, althans naar een arts, althans haar heeft ontraden en/of niet heeft aangeraden zich in de reguliere (niet-alternatieve) medische circuit te laten behandelen voor al haar ziekteverschijnselen,
waardoor die [slachtoffer] (die naar verdachte wist niet of nauwelijks haar woning en/of haar slaapkamer meer uit kon komen), de directe en noodzakelijke medische zorg is onthouden en/of
tengevolge waarvan die [slachtoffer]
- zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen en/of is toegebracht, te weten een verdere doorgroei en/of verdere uitzaai van ontstekingen in het lichaam en/of hoofd en/of een verergering van haar ziektebeeld en/of een aanzienlijke afname van de genezingskans en/of levensverwachting en/of ernstige toename van pijnklachten die het in samenhang met zwaar letsel, zoals geïnfecteerde wonden met uitbreiding van de ontsteking en/of die het gevolg waren van het uitblijven van deugdelijke zorg
en/of
- aan een (uiteindelijke) (ziekelijke) systemische infectie en/of ontsteking is overleden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vaststaande feiten
Het hof kan zich verenigen met het door de rechtbank in haar vonnis weergegeven feitencomplex en zal bij beoordeling van de zaak van die feiten uit gaan. De bronnen die ten grondslag liggen aan deze uiteenzetting worden weergegeven in voetnoten. Deze bronnen fungeren enkel als bewijsmiddel in strafvorderlijke zin indien en voor zover zij in een eventueel later op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen als dragend en redengevend voor de bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Het hof verenigt zich met de onderstaande cursief weergegeven weergave van de feiten en omstandigheden zoals die uit het strafdossier kunnen worden afgeleid en door de rechtbank in haar vonnis zijn vermeld:
“Het slachtoffer, [slachtoffer], is medio 2005 in contact gekomen met verdachte in verband met de behandeling van haar kat, [kat]. Verdachte had op dat moment een praktijk voor klassieke homeopathie en runde tevens een dierenpension.1. [kat] was door de dierenarts opgegeven, maar knapte op nadat hij een korrelbehandeling van verdachte had ondergaan.2. Hierdoor kreeg [slachtoffer] vertrouwen in verdachte; het was een teken voor haar dat de behandeling van verdachte werkte.3.
Medio 2009 is [slachtoffer] zelf ook onder behandeling gegaan bij verdachte.4. Verdachte had zich inmiddels uit laten schrijven bij de Nederlandse Vereniging voor Klassieke Homeopathie en had haar praktijk in Een omgedoopt tot praktijk voor natuurgeneeskunde.5.
De behandeling die [slachtoffer] onderging heette “Blijf op je pad” en bestond uit het plakken van energiekorrels op de linkerarm waardoor het zenuwstelsel wordt geactiveerd en schoongemaakt. Het effect van de korrels is, volgens verdachte, dat het afval dat in het lichaam is opgehoopt, eruit komt. Door constante celvernieuwing kan uiteindelijk de onsterfelijkheid worden bereikt. Verdachte heeft deze behandelmethode ontwikkeld en probeerde deze naar eigen zeggen wetenschappelijk te onderbouwen.6. [slachtoffer] volgde deze behandeling aanvankelijk omdat ze wilde afvallen en meer energie wilden hebben.7. Concrete gezondheidsklachten had ze op dat moment niet.8.
[slachtoffer] had een grote afkeer van de reguliere geneeskunde en stelde huisartsbezoeken altijd zo lang mogelijk uit. In 2010 heeft zij voor het laatst een reguliere arts bezocht, te weten de tandarts voor het trekken van een kies.9. Sinds zij onder behandeling stond bij verdachte ging zij helemaal niet meer naar de huisarts.10. Hoewel een aantal (oud) patiënten van verdachte aangeven dat verdachte geen punt maakte van het feit dat haar patiënten ook een reguliere arts bezochten, geven anderen aan dat verdachte hier openlijk haar afkeer over uitsprak, het afraadde en het in sommige gevallen zelfs verbood.11. Tegen [slachtoffer] heeft verdachte onder meer gezegd dat artsen en specialisten door het kwik in hun hersenen niet meer te bereiken zijn.12.
[slachtoffer] was zelf heilig overtuigd van de werking van de korrels.13. Een ieder die iets verkeerds zei over de korrels werd door [slachtoffer] afgestoten, waardoor haar wereld steeds kleiner werd.14. Verdachte werd een heel belangrijk persoon in het leven van [slachtoffer]. [slachtoffer] luisterde naar verdachte en had veel vertrouwen in haar.15. In de laatste maanden van haar leven nam [slachtoffer] alleen nog maar adviezen aan van verdachte. Andere mensen om haar heen geloofde ze niet meer.16.
Begin 2011 begint [slachtoffer] gezondheidsklachten te krijgen. Op 4 maart 2011 mailt [slachtoffer] naar verdachte dat zij last heeft van haar knie en nauwelijks een stap kan verzetten. Ze vraagt verdachte om advies.17. In de daaropvolgende maanden stelt [slachtoffer] verschillende gezondheidsklachten aan de orde bij verdachte. Verdachte vertelt haar onder andere dat zij door moet gaan met plakken, dat de klachten betekenen dat de torsies/het afval haar lichaam uitgaan, dat de pijn en de klachten bij de behandeling horen en dat ze nu een ‘vastloper’ heeft.18.
In augustus 2011 kreeg [slachtoffer] een wond bij haar anus. Verdachte had voorspeld dat ze een dergelijke wond zou krijgen nu dit onderdeel uit zou maken van het opschoningproces. [slachtoffer] was daarom trots op haar wond.19.
Op 16 augustus 2011 stuurt [slachtoffer] wederom een e-mail aan verdachte dat zij ‘ongelooflijke pijn’ heeft aan haar anus en haar mond, dat haar tandvlees omhoog is geschoven en zij het idee heeft dat haar tanden los zitten. Ze ervaart stekende pijnen en zweetbuien en vraagt aan verdachte of dat erbij hoort. Verdachte geeft aan dat het er allemaal bij hoort.20.
Zes dagen later, op 22 augustus 2011, schrijft [slachtoffer] in een e-mail aan verdachte dat ze echt op is en niet meer kan. Ze schrijft dat er roodbruine, stinkende rommel uit de wond bij haar anus komt en dat elke stap die ze zet door merg en been gaat. De laatste dagen is ze niet buiten geweest en heeft ze alleen maar op bed gelegen. Al haar tanden zitten los, haar tandvlees is opgekropen en de rechterkant van haar gezicht is opgezet. [slachtoffer] is de wanhoop nabij en vraagt verdachte om advies.21.
Een week voor haar overlijden vertelt [slachtoffer] aan verdachte dat zij steeds meer last heeft van zwarte diarree en braakneigingen. [slachtoffer] geeft aan dat het net lijkt alsof ze een chemo heeft gehad. Ze had nog altijd last van haar anus, haar tanden en ontstekingsverschijnselen in haar liezen. Verdachte vertelt haar dat iedereen op het pad hier last van heeft en dat het er allemaal bij hoort.22.
Ook [moeder slachtoffer], de moeder van [slachtoffer], geeft verdachte te kennen dat [slachtoffer] er helemaal doorheen zit en dat zij zich erg veel zorgen maakt om [slachtoffer]. Verdachte schrijft aan moeder dat de rommel uit het lichaam van [slachtoffer] komt, hetgeen positief is. Verdachte geeft aan dat ze in het weekend bij [slachtoffer] langs zal gaan en dat zij met [slachtoffer] heeft besproken dat [partner slachtoffer], de partner van [slachtoffer], dan niet aanwezig zal zijn om discussie omtrent de behandelmethode te voorkomen.23.
Op 16 september 2011 mailt verdachte aan [naam] dat zij de volgende dag naar [plaats] zal gaan om een roedelmens te bezoeken die ernstig ziek is; ze heeft slokdarm en darmkanker. Dit heeft verdachte echter niet tegen [slachtoffer] gezegd. Tegen [slachtoffer] zegt ze dat er sprake was van omzettingprocessen van kwik.24.
Op 17 september 2011 komt verdachte bij [slachtoffer] op huisbezoek. [moeder slachtoffer] is ook aanwezig om de deur voor verdachte te openen, aangezien [slachtoffer] op bed ligt en de trap niet af kan lopen, terwijl [partner slachtoffer] op verzoek van verdachte niet aanwezig is. Verdachte gaat naar boven om bij [slachtoffer] te kijken. Ze adviseert [slachtoffer] om een koolblad op haar wond te leggen en om door te gaan met plakken. Ze vertelt [slachtoffer] dat het een proces is waar ze doorheen moet en dat het er allemaal bij hoort.25. Verdachte heeft haar niet geadviseerd om de huisarts te raadplegen.26.
Dezelfde avond stuurt [moeder slachtoffer] een mail naar verdachte omdat zij zich nog altijd ernstige zorgen maakt om de ontstekingen in het lichaam van [slachtoffer] en het feit dat zij al drie weken niet heeft gegeten. Verdachte geeft aan dat [moeder slachtoffer] zich geen zorgen hoeft te maken, dat het opruimingsproces bezig is en dat een mens een hele poos zonder eten kan.27.
Op 22 september 2011 omstreeks 21:30 uur gaat [partner slachtoffer] naar de woning van [slachtoffer]. Hij vindt haar op de tweede verdieping, bewusteloos op het toilet. Hij ziet dat er veel bloed in het toilet ligt.28. Zowel [partner slachtoffer] als het ambulancepersoneel proberen [slachtoffer] te reanimeren, maar het mag niet baten. De GGD-arts wil geen verklaring van natuurlijke dood afgeven, gezien de omstandigheden.29. Uit de lijkschouw blijkt dat [slachtoffer] haar gezondheid zwaar heeft verwaarloosd en dat zij, gezien haar algehele slechte toestand, al geruime tijd ernstig ziek was.30. Uit de gerechtelijke sectie blijkt dat [slachtoffer] is overleden ten gevolge van systemische infectie en ontsteking. [slachtoffer] had twee grote wonden op haar billen en bilnaad welke beide waren ontstoken. Microbiologisch onderzoek heeft uitgewezen dat er twee infectie veroorzakende bacteriën zijn aangetroffen in zowel deze beide wonden als in de bloedsomloop.
Ten gevolge van de systemische infectie en ontsteking is er een multi-orgaanfalen opgetreden die het overlijden zonder meer verklaart. Een dergelijke infectie en ontsteking kan dodelijk verlopen indien onbehandeld.31. Het toxicologische onderzoek van de korrels leverde wisselende resultaten op. In één korrel werden tramadol en sucrose aangetoond. Verder werden geen toxicologisch relevante stoffen aangetoond.32.”
Beoordeling van het eerste feit
Het hof stelt voorop dat verdachte voorheen jarenlang werkzaam is geweest als gediplomeerd homeopaat en aldus ingeschreven stond bij de beroepsvereniging Nederlandse Vereniging voor de Klassieke Homeopathie. Voorafgaand aan de behandeling van [slachtoffer] had zij zich uitgeschreven aldus haar verklaring ter zitting van het hof vanwege een verschil van inzicht omtrent het al dan niet inschakelen van reguliere medische zorg. Verdachtes methode van behandeling “Blijf op je pad” verdraagt zich niet met reguliere medische behandeling, aldus verdachte. Verdachte heeft [slachtoffer] vanuit haar nadien opgezette praktijk voor Natuurgeneeskunde behandeld. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij [slachtoffer] behandelde als natuurgenezeres.
De gezondheid van [slachtoffer] is gedurende de behandeling van verdachte in 2011 achteruit gegaan. Verdachte heeft hierover ter zitting onder meer verklaard dat zij wist dat [slachtoffer] ontstekingen in haar lichaam had. In de kaak en (een niet door haar bekeken wond) in de bilnaad van [slachtoffer]. Verdachte heeft daar met [slachtoffer] over gesproken, heeft haar geadviseerd, van voedingsadviezen voorzien, gemasseerd en met het plakken van korrels behandeld in het kader van de door haar uitgedachte methode van “Blijf op je pad”.
Het hof leidt uit het dossier af dat verdachte bekend was met het feit dat [slachtoffer] ernstig ziek was.33.
[slachtoffer] was immers het roedelmens over wie verdachte mailde met [naam] op 16 september 2011 dat ernstig ziek was en slokdarm- en darmkanker zou hebben. Op 17 september, een aantal dagen voorafgaand aan het overlijden, bezocht verdachte [slachtoffer] op verzoek van laatstgenoemde. [slachtoffer] had verdachte, zo verklaart verdachte tegenover politie, per mail een schreeuw om hulp gedaan. [slachtoffer] vertelde verdachte dat zij zwart braaksel overgaf en last had van zwarte diarree.34.Verdacht nam, aldus haar verklaring ter zitting van het hof, tijdens het huisbezoek waar dat [slachtoffer] er niet goed uitzag. Tegenover de politie heeft zij hierover verklaard dat zij tijdens haar bezoek aan [slachtoffer] zag dat [slachtoffer] in bed lag en dat haar gezondheid niet goed was. Dat [slachtoffer] ontstekingsverschijnselen in de liezen had en haar tandvlees. Dat [slachtoffer] met koorts op bed lag, de trap niet afkwam, niet kon lopen vanwege die plekken in de liezen en haar rectum.35.
Uit het voorgaande volgt dat de ernst van de ziekteverschijnselen voor verdachte kenbaar was en dat verdachte daar ook mee bekend was. Vast is komen te staan dat [slachtoffer] in die periode geen reguliere (huis)arts heeft geraadpleegd. Verdachte heeft over haar behandeling in de gegeven situatie tegenover politie verklaard dat zij [slachtoffer] “gewoon heeft geadviseerd om door te gaan met plakken en uitgelegd dat dat het proces is”. Ter zitting van het hof heeft verdachte dit advies jegens [slachtoffer] bevestigd. Verdachte heeft daarmee naar het oordeel van het hof [slachtoffer] onvolledig en onjuist geadviseerd.
Zoals hierboven weergegeven kan uit de lijkschouw blijken dat [slachtoffer] haar gezondheid zwaar heeft verwaarloosd en dat zij, gezien haar algehele slechte toestand, al geruime tijd ernstig ziek was. Uit de gerechtelijke sectie blijkt dat [slachtoffer] is overleden ten gevolge van systemische infectie en ontsteking. [slachtoffer] had twee grote wonden op haar billen en bilnaad welke beide waren ontstoken. Microbiologisch onderzoek heeft uitgewezen dat er twee infectie veroorzakende bacteriën zijn aangetroffen in zowel deze beide wonden als in de bloedsomloop. Ten gevolge van de systemische infectie en ontsteking is er een multi-orgaanfalen opgetreden die het overlijden zonder meer verklaart. Een dergelijke infectie en ontsteking kan dodelijk verlopen indien onbehandeld.
Met de rechtbank overweegt het hof dat het uitblijven van reguliere medische behandeling en zorg in de gegeven omstandigheden onnodig en ernstig nadeel voor de gezondheid van [slachtoffer] heeft bewerkstelligd.
Het hof kan zich verenigen met de navolgende cursief weergegeven overwegingen van de rechtbank.
“Nu vast staat dat de gezondheid van [slachtoffer] ernstig is benadeeld door het uitblijven van reguliere geneeskundige zorg, dient vervolgens de vraag te worden beantwoord of verdachte hiervoor strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden. Voor de beantwoording van die vraag is om te beginnen van belang of verdachte een zorgplicht had jegens [slachtoffer] en zo ja, wat de omvang van die zorgplicht is geweest.
Aangezien verdachte in haar hoedanigheid van natuurgeneeskundige in contact stond met [slachtoffer], zal het bestaan van een eventuele zorgplicht dienen te worden beoordeeld aan de hand van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidzorg (Wet BIG) en de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) opgenomen in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. In artikel 1 lid 2 van de Wet BIG en artikel 7:446 BW is bepaald dat onder handelingen op het gebied van de geneeskunst (mede) worden verstaan alle verrichtingen, het onderzoeken en het geven van raad daaronder mede begrepen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte niet enkel het geloof in de heilzame werking van korrels met [slachtoffer] heeft gedeeld. Verdachte heeft daarnaast [slachtoffer] veelvuldig adviezen gegeven met betrekking tot haar gezondheidstoestand, heeft haar de korrels verstrekt en heeft een huisbezoek afgelegd toen [slachtoffer] er heel slecht aan toe was. Dit alles leidt naar het oordeel van de rechtbank tot de conclusie dat verdachte jegens [slachtoffer] handelingen heeft verricht op het gebied van de geneeskunst. Daar komt bij dat verdachte de enige was die [slachtoffer] vertrouwde en dat zij ook de enige was die in het jaar 2011 in een geneeskundige behandelingsrelatie tot [slachtoffer] stond.
De vraag is welke zorgplicht een dergelijke behandelingsrelatie in het leven roept. Gezien het feit dat verdachte niet in het BIG-register stond geregistreerd, is de zorgplicht omschreven in artikel 40 Wet BIG niet op haar van toepassing. De Wgbo is echter wel op verdachte van toepassing. Deze regeling heeft immers betrekking op een ieder die geneeskundige handelingen verricht in de uitoefening van een geneeskundig beroep of bedrijf, ongeacht of de persoon in een register is ingeschreven.
Een hulpverlener in de zin van de Wgbo heeft op grond van art. 7:448 BW een informatie plicht. De hulpverlener dient de patiënt onder meer in te lichten over de behandeling, de ontwikkelingen omtrent het onderzoek en de gezondheidstoestand van de patiënt. Ook dient de hulpverlener informatie te verschaffen omtrent zijn kennen en kunnen en de grenzen daarvan. Daarbij is met name van belang dat de hulpverlener zich bij het verschaffen van informatie moet laten leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijs dient te weten ten aanzien van de behandeling, de verwachte gevolgen en risico’s daarvan voor de gezondheid van de patiënt en andere behandelingen die in aanmerking komen. Alleen indien een patiënt voldoende is ingelicht over de grenzen van het kennen en kunnen van de hulpverlener, kan de patiënt een wel afgewogen keuze maken om al dan niet naar een andere hulpverlener te gaan.
Gezien de geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen verdachte en [slachtoffer], heeft de op verdachte rustende zorgplicht aldus (mede) bestaan uit deze informatie plicht.
De rechtbank dient voorts te beoordelen of verdachte de op haar rustende zorgplicht jegens [slachtoffer] heeft geschonden. Verdachte had op grond van art. 7:448 BW de verplichting om [slachtoffer] in te lichten over haar gezondheidstoestand. De gezondheidsklachten die [slachtoffer] vanaf 2011 kreeg, waaronder een opgezette knie, pijn in de kuiten, een wond bij haar anus, opgeschoven tandvlees, loszittende tanden, werden door verdachte alle bestempeld als onderdeel van haar behandeling. Verdachte heeft steeds tegen [slachtoffer] gezegd dat deze klachten/verschijnselen betekenden, dat de behandeling aansloeg, dat het er allemaal bij hoorde en dat [slachtoffer] zich geen zorgen moest maken. In een e-mail aan [naam] d.d. 16 september 2011 schrijft verdachte echter dat [slachtoffer] ernstig ziek is, dat zij slokdarm- en darmkanker heeft. Tegenover de politie heeft verdachte verklaard dat zij dit niet aan [slachtoffer] heeft verteld, maar [slachtoffer] voorhield dat de klachten die zij had werden veroorzaakt door omzettingsprocessen van het kwik in haar lichaam. Verdachte heeft [slachtoffer] – daargelaten de onjuistheid van de door haar gestelde “diagnose” slokdarm- en darmkanker – derhalve onvolledig ingelicht over haar gezondheidstoestand en zodoende de op haar rustende zorgplicht geschonden.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte tekort is geschoten in haar verplichting informatie te verschaffen over de grenzen van haar kunnen en kennen. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte consequent heeft volgehouden dat alle gezondheidsklachten die [slachtoffer] ervoer, onderdeel uitmaakten van ‘het pad’ en dat [slachtoffer] positief moest blijven omdat de
klachten betekenden dat de methode van verdachte aansloeg. Verdachte heeft nooit aan [slachtoffer] te kennen gegeven dat zij, zoals door de verdediging aangevoerd, wegens gebrek aan medische kennis niet in staat was om de gezondheidsklachten van [slachtoffer] te beoordelen. Integendeel, door voortdurend te vertellen dat zij de klachten allemaal herkende, heeft zij de indruk gewekt dat zij wel degelijk in staat was om te beoordelen of er eventueel andere medische hulp noodzakelijk zou zijn. Verdachte heeft [slachtoffer] echter geen enkele keer geadviseerd om een huisarts te raadplegen, zelfs niet toen [slachtoffer] in haar e-mail van 22 augustus 2011 aangaf dat ze het echt niet meer zag zitten en ook niet toen verdachte op 17 september 2011 bij [slachtoffer] op huisbezoek ging en met eigen ogen heeft kunnen zien hoe [slachtoffer] er aan toe was. Door de wijze waarop verdachte haar weerstand tegen reguliere medici etaleerde, heeft zij juist ingespeeld op [slachtoffer] angst voor de reguliere geneeskunde en [slachtoffer] gesterkt in haar opvatting dat een bezoek aan de huisarts niet noodzakelijk was. Door [slachtoffer] onvoldoende informatie te verschaffen over de grenzen van haar kunnen en kennen en (het benadrukken van het belang van) een verwijzing naar de huisarts achterwege te laten, is de verdachte naar het oordeel van de rechtbank eveneens ernstig tekortgeschoten in de op haar rustende zorgplicht jegens [slachtoffer].”
Het hof volgt de raadsman niet in het verweer dat verdachte in haar gesprek met [slachtoffer] over een kaakchirurg [slachtoffer] onder behandeling heeft willen stellen van de reguliere geneeskundige zorg. Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat zij met [slachtoffer] over een behandeling door een kaakchirurg heeft gesproken. Dit gesprek vond volgens verdachte evenwel niet plaats met het oog op de ernst van [slachtoffer] ziekte en de benodigde reguliere medische behandeling, doch teneinde te bewerkstelligen dat [slachtoffer] - zoals bij verdachte zelf ook was gebeurd - werd bevrijd van al haar – in de opvatting van verdachte per definitie ziekmakende - gebitselementen, hetgeen de energie in het lichaam volgens verdachte sneller zou doen stromen. [slachtoffer] wees dit af. Verdachte heeft ter zitting over dit gesprek met [slachtoffer] verder nog verklaard dat zij [slachtoffer] daarheen wilde begeleiden opdat zij bij de kaakchirurg haar invloed op de in haar visie te verrichten behandeling aldaar kon uitoefenen. Het hof is van oordeel dat aldus niet aannemelijk is geworden dat verdachte [slachtoffer] heeft willen voorzien van de noodzakelijke medische zorg. Verdachte heeft [slachtoffer] (ook) op dit gebied onjuist geïnformeerd en geadviseerd. Het verweer wordt verworpen.
Het hof kan zich vervolgens verenigen met de navolgende cursief weergegeven overwegingen van de rechtbank.
“Voor het bewijs van benadeling van de gezondheid is voorts vereist dat er een causaal verband is tussen de grove schending van de zorgplicht en de benadeling van de gezondheid van [slachtoffer], welke benadeling heeft geleid tot zwaar lichamelijk letsel en uiteindelijk de dood. Bij de beoordeling van deze vraag is het van belang in hoeverre de verdachte (beslissende) invloed op [slachtoffer] heeft gehad. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte gedurende het jaar 2011 de enige was tot wie [slachtoffer] zich wendde met haar gezondheidsklachten. Zij had, met name in de laatste weken voor haar overlijden, vaak meerdere keren per dag contact met verdachte. Bovendien raakte [slachtoffer] geïsoleerd van haar familie en vrienden doordat [slachtoffer] het niet kon verdragen dat anderen zich kritisch uitlieten over de behandelmethode van verdachte. Tegen die achtergrond is de rechtbank van oordeel dat de adviezen van verdachte een beslissende invloed hebben gehad op [slachtoffer]. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat [slachtoffer] een huisarts had geraadpleegd indien verdachte het belang van een verwijzing had benadrukt en niet enkel had geadviseerd door te gaan met plakken.”
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat, gezien de schending van de zorgplicht en gegeven de beslissende invloed die verdachte op [slachtoffer] had, de benadeling van de gezondheid van [slachtoffer], uiteindelijk leidende tot haar dood, redelijkerwijs aan verdachte dient te worden toegerekend.
Opzet
Het hof is eveneens van oordeel dat sprake is geweest van opzet op de benadeling van [slachtoffer] gezondheid. Verdachte hanteerde een niet-wetenschappelijk onderbouwde behandelmethode waarbij als uitgangspunt gold dat wordt aangesloten bij het eigen pad dat de klant wil volgen. Zij wist dat deze methode niet geaccepteerd werd door de beroepsvereniging voor homeopaten op het punt van het ontbreken van de samenwerking met de reguliere geneeskunde (zij had immers om die reden haar lidmaatschap van die vereniging opgezegd). Zij heeft [slachtoffer] niet naar een reguliere arts verwezen terwijl dit noodzakelijk was. [slachtoffer] was ernstig ziek en verdachte wist dit ook. Verdachte is ondanks de ernstige ziekteverschijnselen voortgegaan met haar behandelmethode. Door te handelen zoals verdachte jegens [slachtoffer] heeft gedaan, terwijl zij op de hoogte was van de ernst van de ziekte, heeft verdachte naar het oordeel van het hof bewust de aanmerkelijke kans op benadeling van [slachtoffer] gezondheid aanvaard.
Beoordeling van het tweede feit
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht bedoeld is om de belangen van hulpbehoevenden te beschermen. Bovendien blijkt dat sprake is van hulpbehoevendheid wanneer er gevaar bestaat voor leven of gezondheid van een persoon, terwijl de hulpbehoevende zichzelf niet redden kan.36.
Het hof verenigt zich met de hieronder cursief weergegeven overweging van de rechtbank en maakt deze tot de zijne.
“De rechtbank is van oordeel dat van hulpbehoevendheid in de zin van artikel 255 Wetboek van strafrecht geen sprake was. Dat [slachtoffer], wier hele lichaam door een bacteriële infectie was aangetast, behandeling door een reguliere arts nodig had, staat buiten kijf. De vraag is of zij zichzelf die hulp kon verschaffen in de periode dat zij onder behandeling stond bij verdachte. Hoewel verdachte [slachtoffer] onvolledig heeft ingelicht omtrent haar gezondheid, is de rechtbank van oordeel dat het ontbreken van een volledig en helder inzicht in de situatie niet leidt tot de conclusie dat het voor [slachtoffer] onmogelijk was om zichzelf hulp in de vorm van een reguliere behandeling te verschaffen. Het optreden van verdachte bemoeilijkte wellicht een verantwoorde keuze, maar maakte deze niet onmogelijk.”
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging gekregen, dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 1 maart 2011 tot en met 22 september 2011, in de gemeente [gemeente1] en in de gemeente [gemeente2], als natuurgenezer, (beroepshalve of bedrijfsmatig handelend), opzettelijk de gezondheid van een persoon, te weten [slachtoffer] heeft benadeeld door (wetende dat zij een grote invloed op die [slachtoffer] had) met dat opzet:
- (meermalen) aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld:
- dat zij door het plakken van energiepleisters (een energiekorrel met een stukje leukoplast) op een arm het zenuwstelsel activeert en schoonmaakt en dat het effect van dat plakken van die (energie) korrels is dat het afval er van binnen naar buiten uitgaat en dat door het volgen van deze behandelmethode "Blijf op je pad" uiteindelijk de onsterfelijkheid kan worden bereikt
en/of
- dat braken en wonden (ontstekingen) en/of diarree en loszittende tanden en terugtrekkend tandvlees, horen bij de behandelmethode "Blijf op je pad"
en/of
- dat zij zich geen zorgen hoefde te maken ten aanzien van het braken en wonden (ontstekingen) en diarree en loszittende tanden en terugtrekkend tandvlees, en dat deze verschijnselen niet erg waren en dat zij door moest gaan met plakken en dat deze verschijnselen kwamen door een "vastloper" en dat zij nog even moest volhouden en dat zij "op het pad" moest blijven, derhalve door moest gaan met het plakken van (energie)korrels (op weg naar onsterfelijkheid) en
- die [slachtoffer] niet heeft aangeraden zich onder behandeling te stellen van en/of haar niet heeft (door) verwezen naar haar huisarts, waardoor die [slachtoffer] de benodigde (reguliere) zorg is onthouden en valse hoop is gegeven en onvolledig is geïnformeerd, en
- heeft nagelaten ten behoeve van die [slachtoffer] de reguliere medische zorg (in ieder geval de huisarts) in te schakelen of te alarmeren en geen (reguliere) diagnose is gesteld en geen "evidence" based behandeling heeft plaatsgevonden bij die [slachtoffer],
ten gevolge waarvan die [slachtoffer] aan een uiteindelijke systemische infectie en ontsteking is overleden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijke benadeling van de gezondheid, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent verdachte is door J.M. Westenbroek, psychiater, naar aanleiding van de ten laste gelegde feiten een rapport d.d. 7 december 2012 uitgebracht, welk rapport als conclusie inhoudt dat er bij verdachte sprake is van een waanstoornis van het grootheidstype. Deze persoonlijkheidsproblematiek was ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Verdachte dient volgens Westenbroek verminderd toerekeningsvatbaar te worden beschouwd.
Gelet op de inhoud van voormeld rapport kan het hof zich verenigen met de conclusie van de deskundige Westenbroek. Het hof zal dan ook uitgaan van een verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Nu niet gebleken is dat verdachte het bewezen verklaarde in het geheel niet valt toe te rekenen en er ook anderszins geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht, acht het hof verdachte strafbaar.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof sluit zich aan bij de hieronder cursief weergegeven strafmotivering van de Rechtbank:
“Verdachte heeft in haar hoedanigheid van natuurgenezer de gezondheid van [slachtoffer], die zich tot haar wendde voor advies met betrekking tot haar gezondheidsklachten, opzettelijk benadeeld. Verdachte heeft [slachtoffer], jegens wie zij een zorgplicht had op grond van de wet, geruime tijd voorgehouden dat de ernstige gezondheidsklachten die [slachtoffer] had onderdeel uitmaakten van de door verdachte voorgeschreven behandeling en betekenden dat de behandeling aansloeg. Verdachte heeft [slachtoffer] nimmer verwezen naar een huisarts of het ziekenhuis. Bovendien werd door toedoen van verdachte, die haar afkeer van reguliere medici veelvuldig uitsprak en daarbij waarschuwde voor de gevolgen van regulier medisch ingrijpen, de angst van [slachtoffer] bevestigd en aangewakkerd. Voorts heeft verdachte [slachtoffer] bij herhaling geadviseerd de energiekorrels te blijven plakken, en bij haar daarmee de illusie gewekt dat haar klachten daardoor zouden verdwijnen. Ten gevolge van verdachtes handelen is [slachtoffer] de noodzakelijke medische hulp onthouden, tengevolge waarvan haar gezondheidstoestand in aanzienlijke mate is verslechterd. Uiteindelijk heeft dit geleid tot haar dood. Deze gedragingen van verdachte alsmede het feit dat zij ter zitting ervan blijk heeft gegeven het laakbare van haar handelen niet in te zien, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.”
Het hof overweegt daarnaast dat verdachte de onjuistheid van haar handelen nog steeds niet inziet. Verdachte heeft ter zitting van het hof over dat overlijden van [slachtoffer] nog verklaard dat zij het overlijden had kunnen voorkomen wanneer zij in de avond van 22 september 2011 op het moment dat [slachtoffer] niet meer bij bewustzijn en bloedend werd aangetroffen, erbij was gehaald in plaats van de ingeschakelde medische zorg. Zij zou [slachtoffer] op dat moment van een plakker met korrel en energie hebben voorzien. In de visie van verdachte is [slachtoffer] het slachtoffer geworden van het handelen door de te hulp geroepen ambulancemedewerkers en andere reguliere medische zorg.
Door het bewezen verklaarde handelen is de verdachte ernstig in haar zorgplicht als behandeld natuurgenezer tekort geschoten en heeft zij zich schuldig gemaakt aan de opzettelijke benadeling van de gezondheid van [slachtoffer]. Een en ander heeft ertoe geleid dat [slachtoffer], die in de laatste fase van haar leven verschillende ontstekingen in haar lichaam had, ten gevolge daarvan is overleden. Verdachte was met die ontstekingen en de ernstig zieke toestand van [slachtoffer] bekend. [slachtoffer] is overleden door een uiteindelijke systemische infectie en ontsteking. Verdachte heeft de gezondheid van [slachtoffer] opzettelijk benadeeld en dit rekent het hof verdachte aan.
De impact van het – in de ogen van de nabestaanden onnodige - lijden en overlijden van [slachtoffer] en het daarmee gepaarde intense verdriet is door [slachtoffer] ouders en haar parter [partner slachtoffer] treffend naar voren gebracht in de door hen opgestelde slachtofferverklaringen die zich in het strafdossier bevinden en waarvan het hof kennis heeft genomen.
Bij de bepaling van de hoogte van de straf is rekening gehouden met de persoonlijkheidsproblematiek en de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte zoals deze zijn gebleken.
Blijkens een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d.
30 december 2013 is verdachte niet eerder ter zake van strafbare feiten veroordeeld.
Het hof is van oordeel dat de in eerste aanleg door de rechtbank opgelegde en thans door de advocaat-generaal gevorderde deels voorwaardelijke gevangenisstraf een passende en noodzakelijke bestraffing is, ook al acht het hof een feit minder bewezen dan de advocaat-generaal. Met de voorwaardelijke straf wordt tevens beoogd dat verdachte zich in de toekomst niet nogmaals schuldig maakt aan soortgelijke feiten. Daarbij stelt het hof als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich – kort gezegd – stelt onder toezicht van de reclassering en zich onthoudt van werkzaamheden en activiteiten op het het gebied van de geneeskunst.
Een zeer langdurige proeftijd is aangewezen vanwege de gebleken hardnekkige persoonlijkheidsproblematiek en het gegeven dat verdachte ook thans nog volhardend is in haar behandelmethode en de dood van [slachtoffer] niet aan haar eigen handelwijze, maar aan anderen toeschrijft. Er moet daarom ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Om dezelfde reden worden de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 10 (tien) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- -
zich stelt onder toezicht van Reclassering Nederland en dat zij zich houdt aan de aanwijzingen door of namens deze instelling te geven;
- -
zich dient te onthouden van activiteiten en/of werkzaamheden op het gebied van geneeskunst in de zin van alle verrichtingen (behandeling met betrekking tot lichamelijke en geestelijke gezondheid en conditie daaronder begrepen), het onderzoeken en geven van raad daaronder mede begrepen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en hem/haar voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn/haar gezondheidstoestand te beoordelen;
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. P. Koolschijn, voorzitter,
mr. K. Lahuis en mr. J. Dolfing, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 28 januari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Dolfing voornoemd is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 28‑01‑2014
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 17 oktober 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige1], opgenomen in bijlage 6.7 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 23 september 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige2], opgenomen in bijlage 6.5 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 17 oktober 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige1], opgenomen in bijlage 6.7 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 29 februari 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.9 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 7 maart 2013 afgelegd.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 7 maart 2013 afgelegd.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 17 oktober 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige1], opgenomen in bijlage 6.7 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 24 januari 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant1], brigadier van regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.13 onder 4a behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 17 oktober 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige1], opgenomen in bijlage 6.7 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 30 maart 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant2], brigadier Politie Groningen, [verbalisant3], inspecteur Politie Groningen en [verbalisant4], buitengewoon opsporingsambtenaar Politie Groningen, opgenomen in bijlage 7.18 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier en een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 21 mei 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant2], brigadier Politie Groningen en [verbalisant3], inspecteur Politie Groningen, opgenomen in bijlage 7.19 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 24 januari 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant1], brigadier van regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.13 onder 3 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 23 september 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [partner slachtoffer], opgenomen in bijlage 6.3 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 17 oktober 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige1], opgenomen in bijlage 6.7 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 23 september 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [moeder slachtoffer], opgenomen in bijlage 6.4 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 23 september 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige2], opgenomen in bijlage 6.5 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 24 januari 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant1], brigadier van regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.13 onder 6 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 24 januari 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant1], brigadier van regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.13 onder 7, 8 en 9 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 23 september 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [moeder slachtoffer], opgenomen in bijlage 6.4 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 24 januari 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant1], brigadier van regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.13 onder 10 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 24 januari 2012, inhoudende de bevindingen van [verbalisant1], brigadier van regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.13 onder 11 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 29 februari 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.10 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2011, inhoudende de bevindingen van [verbalisant5], hoofdagent van Regiopolitie Groningen en [verbalisant6], hoofdagent van Regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.8 onder D behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 juli 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.12 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 29 februari 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.10 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 juli 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.12 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2011, inhoudende de bevindingen van [verbalisant5], hoofdagent van Regiopolitie Groningen en [verbalisant6], hoofdagent van Regiopolitie Groningen, opgenomen in bijlage 7.8 onder B behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 23 september 2011, inhoudende de getuigenverklaring van [partner slachtoffer], opgenomen in bijlage 6.1 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 22 november 2011, inhoudende de bevindingen van [verbalisant7], hoofdagent Politie Groningen, opgenomen in bijlage 7.1 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 26 september 2011, inhoudende de bevindingen van het overlijdensonderzoek en de lijkschouw, opgenomen in bijlage 7.3 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een NFI-rapport nummer [nummer] d.d. 6 februari 2012, inhoudende een pathologisch onderzoek, opgenomen in bijlage 8.3 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een NFI-rapport nummer [nummer] d.d. 6 februari 2012, inhoudende een pathologisch onderzoek, opgenomen in bijlage 8.3 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 juli 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.12 behorende bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 juli 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.10, opgenomen bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 juli 2012, inhoudende de verklaring van verdachte [verdachte], opgenomen in bijlage 5.10, opgenomen bij het onder noot 1 genoemde dossier.
Geschiedenis van het Wetboek van Strafrecht, mr. H.J.Smidt, tweede deel, 1881, Titel XV, Verlating van hulpbehoevenden, Memorie van Toelichting, p. 359 t/m 361.