Einde inhoudsopgave
Verdrag nr. 128 betreffende uitkeringen bij invaliditeit en ouderdom en aan nagelaten betrekkingen
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1969
- Bronpublicatie:
29-06-1967, Trb. 1968, 131 (uitgifte: 18-10-1968, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1969
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-1969, Trb. 1969, 229 (uitgifte: 01-01-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Invaliditeitsuitkering
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Internationale sociale zekerheid / Pensioen
Internationale sociale zekerheid / Nabestaanden
De ouderdomsuitkering moet worden verleend in de vorm van een periodieke betaling, berekend:
- a.
overeenkomstig de bepalingen van artikel 26 of artikel 27, wanneer loontrekkenden of groepen van het economisch actieve deel der bevolking worden beschermd;
- b.
overeenkomstig de bepalingen van artikel 28, wanneer alle ingezetenen of de ingezetenen wier inkomsten tijdens de eventualiteit voorgeschreven grenzen niet overschrijden worden beschermd.