Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland. Deze regeling is herplaatst (04-02-2011).
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stcrt. 2010, 21153 (uitgifte: 29-12-2010, regelingnummer: DV/2010/483)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Douane- en Accijnswet BES (16-12-2010, Stb. 846).
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Douane (V)
1.
De vrachtlijsten, bedoeld in artikel 2.9, eerste lid, vermelden voor elke partij goederen:
- a.
het volgnummer;
- b.
de soort van de goederen volgens de algemene handelsbenaming;
- c.
de soort, het getal, de merken en de nummers van de colli of losse voorwerpen, of wel dat de goederen gestort zijn; en
- d.
het bruto gewicht of de kubieke maat; de kubieke maat uitsluitend voor goederen die in de handel naar die maatstaf worden verkocht, of waarvoor de ladingspapieren geen andere maatstaf vermelden.
2.
Goederen worden in de vrachtlijsten niet als onbekend of onder een algemene benaming van koopmansgoederen aangegeven, tenzij de gezagvoerder de soort daarvan niet kent en de ladingspapieren geen aanwijzing daarover bevatten. In deze gevallen worden de goederen verzegeld of door de ambtenaren bewaakt. De ladingspapieren worden ten bewijze daarvan desgevraagd aan de inspecteur vertoond.
3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de andere in artikel 2.9 genoemde bescheiden, met dien verstande dat de onvolledige of onjuiste invulling van die bescheiden niet leidt tot een aanvulling of wijziging daarvan, maar dat deze omstandigheid de inspecteur aanleiding kan geven aanvullende informatie te vragen.
4.
Geschillen over de vraag of goederen al of niet gestort zijn, worden beslist door de inspecteur.
5.
Verschillende merken kunnen slechts dan in één partij bijeen worden vermeld, indien de colli van dezelfde soort zijn en goederen van één soort inhouden.
6.
Voor colli die verschillende soorten van goederen inhouden, behoeft slechts de soort te worden vermeld die het grootste gedeelte van de inhoud uitmaakt, mits daarbij wordt vermeld: ‘en andere goederen’. Accijnsgoederen worden steeds met name vermeld.
7.
Indien in een vrachtlijst goederen onjuist zijn omschreven, kan de inspecteur toestaan, dat tot aanzuivering van de betreffende akte van inklaring of vrachtlijst, documenten worden afgegeven of aanvaard, waarin de juiste omschrijving van de goederen voorkomt.
8.
De inspecteur kan toestaan, dat bij de bevinding van een verschil in meer of in minder tussen de aanwezige goederen en de in de akte tot inklaring of in de vrachtlijsten vermelde goederen, dit verschil door middel van een aantekening wordt hersteld, mits het verschil het gevolg is van een schrijffout. Bij een verschil in minder kan de inspecteur verlangen dat wordt aangetoond dat de goederen niet zijn aangebracht.
9.
De toestemming, bedoeld in het achtste lid, wordt niet verleend indien de lossing van de goederen al is aangevangen, tenzij tijdens of direct na de lossing mededeling is gedaan van het verschil in meer of in minder aan de ambtenaren belast met het toezicht op de lossing.