Einde inhoudsopgave
Intrekkingswet BB
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1986
- Bronpublicatie:
11-06-1986, Stb. 1986, 312 (uitgifte: 19-06-1986, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19394 Overheid.nl: 19394)
- Inwerkingtreding
01-07-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-1986, Stb. 1986, 313 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De noodwachter in vaste of tijdelijke dienst, mits dit laatste dienstverband tenminste vijf jaren heeft geduurd en de aanstelling niet is geschied in een betrekking van kennelijk tijdelijke aard, die is of wordt ontslagen op grond van het bepaalde in artikel 12, eerste en tweede lid, artikel 14, eerste lid, en artikel 15, eerste lid, heeft recht op wachtgeld volgens de regelen, vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur van 23 november 1972, Stb. 671, onverminderd het bepaalde in artikel 4 van die algemene maatregel.
2.
De noodwachter in tijdelijke dienst wiens dienstverband minder dan vijf jaren heeft geduurd dan wel van kennelijk tijdelijke aard was, alsmede de noodwachter in dienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, die is of wordt ontslagen op grond van het bepaalde in artikel 12, eerste en tweede lid, artikel 14, eerste lid, en artikel 15, eerste lid, onderscheidenlijk wiens dienstverband dientengevolge wordt beëindigd, heeft recht op uitkering volgens de regelen, vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur van 23 november 1972, Stb. 672, onverminderd het bepaalde in de artikelen 2 en 6 van die algemene maatregel.
3.
Het wachtgeld en de uitkering, die op grond van het bepaalde in het eerste en tweede lid door Onze Minister worden toegekend, komen ten laste van hoofdstuk VII van de rijksbegroting.