Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1113
Verordening Brussel I-bis. Rechterlijke bevoegdheid. Geschil tussen werknemer van lidstaat en een consulaire vertegenwoordiging van die lidstaat in een andere lidstaat; werkzaamheden waarmee openbaar gezag wordt uitgeoefend?; zaak met grensoverschrijdende gevolgen?
HvJ EU 03-06-2021, ECLI:EU:C:2021:443 (Generalno konsulstvo na Republika Bulgaria)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
3 juni 2021
- Magistraten
N. Wahl, F. Biltgen, J. Passer
- Zaaknummer
C-280/20
- Roepnaam
Generalno konsulstvo na Republika Bulgaria
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2021:443, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 03‑06‑2021
- Wetingang
Art. 5 lid 1 Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Verordening Brussel I-bis)
Essentie
ZN tegen Generalno konsulstvo na Republika Burgaria v grad Valensia, Kralstvo Ispania.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Sofiyski Rayonen sad (rechter in eerste aanleg Sofia, Bulgarije) bij beslissing van 27 mei 2020.
Verordening Brussel I-bis. Rechterlijke bevoegdheid. Geschil tussen werknemer van lidstaat en een consulaire vertegenwoordiging van die lidstaat in een andere lidstaat; werkzaamheden waarmee openbaar gezag wordt uitgeoefend?; zaak met grensoverschrijdende gevolgen?
Art. 5, lid 1, juncto overweging 3, Verordening Brussel I-bis moet aldus worden uitgelegd dat deze verordening van toepassing is ter bepaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.