RvdW 2021/1121
Prejudiciële verwijzing. Grenstoezicht, asiel en immigratie. Asielbeleid. Gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming. Volgend verzoek. Nieuwe elementen of bevindingen. Begrip. Documenten waarvan de authenticiteit niet kan worden vastgesteld of waarvan de bron niet objectief verifieerbaar is. Beoordeling van het bewijsmateriaal. Verplichting tot samenwerking van de betrokken lidstaat.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
10 juni 2021
- Magistraten
A. Prechal, N. Wahl, F. Biltgen, L.S. Rossi, J. Passer
- Zaaknummer
C-921/19
- Conclusie
A-G G. Hogan
- Roepnaam
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Éléments ou faits nouveaux)
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2021:478, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑06‑2021
ECLI:EU:C:2021:117, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 11‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
LH tegen Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Den Haag, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch (Nederland) bij beslissing van 16 december 2019.
Prejudiciële verwijzing. Grenstoezicht, asiel en immigratie. Asielbeleid. Gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming. Volgend verzoek. Nieuwe elementen of bevindingen. Begrip. Documenten waarvan de authenticiteit niet kan worden vastgesteld of waarvan de bron niet objectief verifieerbaar is. Beoordeling van het bewijsmateriaal. Verplichting tot samenwerking van de betrokken lidstaat.
1) Artikel 40, lid 2, van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 ...