JOW 2020/41
soortgelijke en andere feiten strafverhogende omstandigheden
HR 07-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1182
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2020
- Magistraten
Mrs. Van Schendel, Van den Brink, Boerlage
- Zaaknummer
18/05467
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1182, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2019
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
Bijzondere strafverhogende omstandigheden toepasselijk bij art. 36e lid 3 Sr?
Samenvatting
Als de bewezenverklaarde feiten zijn gepleegd na 1 juli 2011, kan aan art. 36e lid 3 Sr slechts toepassing worden geven indien sprake is van een veroordeling wegens ‘een misdrijf dat naar de wettelijke omschrijving wordt bedreigd met een geldboete van de vijfde categorie’. Hieraan is niet altijd voldaan als de betrokkene is veroordeeld voor een misdrijf waarvoor, in de bewoordingen van artikel 36e lid 3 (oud) Sr, een geldboete van de vijfde categorie ‘kan worden opgelegd’. Op grond van de na 1 juli 2011 geldende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.