Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.2.7 Bepaling beoogde aanwending PPS-programmasubsidie en informatieverplichting
Geldend
Geldend van 21-10-2023 tot 01-11-2027
- Bronpublicatie:
17-10-2023, Stcrt. 2023, 28651 (uitgifte: 20-10-2023, regelingnummer: WJZ/38036389)
- Inwerkingtreding
21-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-2023, Stcrt. 2023, 28651 (uitgifte: 20-10-2023, regelingnummer: WJZ/38036389)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Uiterlijk 18 maanden na de startdatum van het PPS-programma waarvoor op grond van artikel 3.2.2 PPS-programmasubsidie is verleend, bepaalt het TKI voor welke samenwerkingsprojecten het de ontvangen PPS-programmasubsidie wenst aan te wenden en verstrekt het TKI aan de minister, met gebruikmaking van een middel dat hiervoor door de minister beschikbaar wordt gesteld, ten minste de volgende gegevens over elk van deze samenwerkingsprojecten:
- a.
gegevens over elk van de deelnemers van het samenwerkingsverband dat het samenwerkingsproject uitvoert, waaronder de naam van de deelnemer, het nummer waarmee de deelnemer is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres en een duiding van de rol van de deelnemer binnen het samenwerkingsproject;
- b.
een samenvatting van de aard en strekking van het samenwerkingsproject, waaronder een korte beschrijving van het doel van het samenwerkingsproject, de wijze waarop dit bijdraagt aan de uitwerking van het PPS-programma, en de binnen het samenwerkingsproject te verrichten onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten;
- c.
de beoogde startdatum en looptijd van het samenwerkingsproject;
- d.
de omvang van de private bijdragen en private inzet in natura voor het samenwerkingsproject;
- e.
een verklaring dat er een door alle partijen ondertekende samenwerkingsovereenkomst beschikbaar is of beschikbaar zal zijn, uiterlijk op het moment dat het TKI de ontvangen PPS-programmasubsidie daadwerkelijk aanwendt voor het desbetreffende samenwerkingsproject, uit welke samenwerkingsovereenkomst blijkt:
- 1°
op welk samenwerkingsproject de samenwerkingsovereenkomst betrekking heeft;
- 2°
de omvang van private bijdragen en private inzet in natura per deelnemer aan dat samenwerkingsproject; en
- 3°
de wijze waarop deelnemers aan dat samenwerkingsproject zullen omgaan met intellectueel eigendom dat voorkomt uit dit project;
- f.
een overzicht van de subsidiabele kosten per deelnemer van het samenwerkingsverband dat het samenwerkingsproject uitvoert, waarbij wordt aangegeven of de betreffende kosten betrekking hebben op fundamenteel onderscheidenlijk industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling;
- g.
de omvang van de PPS-programmasubsidie die het TKI aanwendt per deelnemer van het samenwerkingsverband dat het betreffende samenwerkingsproject uitvoert.