Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/827
Pacht; opzegging pachtovereenkomst door verpachter; vereiste van vermelden gronden van opzegging van art. 7:368 BW en beëindigingsvordering verpachter op voet art. 7:369 BW; strekking; opzeggingsgrond “niet als goed pachter gedragen”; aanvulling opzeggingsgrond?
HR 21-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5346 (De Molensteen/Daalland)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
12/01882
- Conclusie
wnd. A-G mr. A. Hammerstein
- LJN
BZ5346
- Roepnaam
De Molensteen/Daalland
- Vakgebied(en)
Pachtrecht / Pachtovereenkomst
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ5346, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5346, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2012
- Wetingang
Essentie
Pacht; opzegging pachtovereenkomst door verpachter; vereiste van vermelden gronden van opzegging van art. 7:368 BW en beëindigingsvordering verpachter op voet art. 7:369 BW; strekking; opzeggingsgrond “niet als goed pachter gedragen”; aanvulling opzeggingsgrond?
Volgens art. 7:369 lid 2 BW kan slechts op de gronden vermeld in de opzegging worden gevorderd dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de overeenkomst zal eindigen. Art. 7:369 lid 2 BW strekt samen met art. 7:368 BW, waarin is bepaald dat de opzegging op straffe van nietigheid de gronden dient te vermelden die tot de opzegging hebben geleid, ertoe dat de pachter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.