NJ 2019/205
Afwijzing voorwaardelijk verzoek A te horen als deskundige toereikend gemotiveerd, in aanmerking genomen dat het verzoek pas in appel bij pleidooi en slechts voorwaardelijk is gedaan, en de vragen waarop het verzoek is gericht.
HR 23-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:72, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/00522
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54722:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:72, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1471, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2017
- Wetingang
Art. 1 lid 4, art. 2 onder A, art. 10 lid 4 en 5 Opw
Essentie
Afwijzing voorwaardelijk verzoek A te horen als deskundige toereikend gemotiveerd, in aanmerking genomen dat het verzoek pas in appel bij pleidooi en slechts voorwaardelijk is gedaan, en de vragen waarop het verzoek is gericht.
Samenvatting
Afwijzing verzoek A (hoofdscheikundige bij het Douane Laboratorium van de Belastingdienst) te horen als deskundige. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2017/440 met noot Kooijmans en NJ 2014/414 met noot Borgers over de motiveringsplicht voor de rechter bij de afwijzing van een verzoek tot het horen van getuigen en de toetsing daarvan in cassatie. M.b.t. verzoeken tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.