Einde inhoudsopgave
Regeling dierlijke producten
Artikel 2.30 Commissiekaas
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
18-02-2014, Stcrt. 2014, 2660 (uitgifte: 19-02-2014, regelingnummer: WJZ/13011491)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2014, Stcrt. 2014, 2660 (uitgifte: 19-02-2014, regelingnummer: WJZ/13011491)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Kaas die onder de benaming ‘Commissiekaas’ in de handel gebracht of verhandeld wordt, wordt op zodanige wijze bereid dat is voldaan aan de eigenschappen, bedoeld in het tweede en derde lid.
2.
Commissiekaas is:
- a.
halfhard of hard;
- b.
bereid uit koemelk of producten uit koemelk waarbij de verhouding tussen wei-eiwit en caseïne van koemelk niet wordt overstegen;
- c.
oranje tot oranjerood van kleur;
- d.
afgeplat bolvormig dan wel rechthoekig van vorm;
- e.
bereid uit gepasteuriseerde of hoogverhitte grondstoffen met voor Commissiekaas typische cultures van melkzuur- en aromavormende micro-organismen;
- f.
gezouten door pekelen.
3.
Commissiekaas heeft:
- a.
een vetgehalte van ten minste 30% in de droge stof, en
- b.
een vochtgehalte van:
- 1°
ten hoogste 53% bij een vetgehalte van 30% tot 40% in de droge stof;
- 2°
ten hoogste 49% bij een vetgehalte van 40% tot 45% in de droge stof;
- 3°
ten hoogste 45% bij een vetgehalte van 45% tot 50% in de droge stof;
- 4°
ten hoogste 43% bij een vetgehalte van 50% tot 60% in de droge stof;
- 5°
ten hoogste 38% bij een vetgehalte van 60% of hoger in de droge stof.
4.
In plaats van de benaming ‘Commissiekaas’ kan ook de benaming ‘Mimolette’ worden gebruikt.