Muntwet 2002
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
24-10-2019, Stb. 2019, 403 (uitgifte: 13-11-2019, kamerstukken: 35203)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2019, Stb. 2019, 456 (uitgifte: 11-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Munten zonder de hoedanigheid van wettig betaalmiddel zijn:
- a.
de gouden dukaat;
- b.
de dubbele gouden dukaat;
- c.
de zilveren dukaat.
2.
De gouden dukaat heeft een goudgehalte van 983 duizendste, een gewicht van 3,494 gram met een afwijking van ten hoogste vier duizendste en een middellijn van 21 millimeter.
3.
De dubbele gouden dukaat heeft een goudgehalte van 983 duizendste, een gewicht van 6,988 gram met een afwijking van ten hoogste vier duizendste en een middellijn van 26 millimeter.
4.
De beeldenaar van de gouden dukaat en de dubbele gouden dukaat is op de voorzijde een geharnaste man tussen de cijfers van het jaartal, met het omschrift: CONCORDIA RES PARVAE CRESCUNT: de beeldenaar is op de keerzijde binnen een versierd vierkant: MO. AUR REG. BELGII AD LEGEM IMPERII. De munten zijn voorzien van een kabelrand.
5.
De zilveren dukaat heeft een zilvergehalte van 873 duizendste, een gewicht van 28,25 gram met een afwijking van ten hoogste vijf duizendste en een middellijn van 40 millimeter.
6.
De beeldenaar van de zilveren dukaat is op de voorzijde hetzij een geharnaste man met het Klein Rijkswapen voor het linkerbeen en met het opschrift: MO.NO.ARG.REG.BELGII, hetzij een geharnaste man met het wapen van een Nederlandse provincie voor het linkerbeen en met het opschrift: MO.NO.ARG.REG.BELGII en de naam van de provincie; is op de keerzijde het Klein Rijkswapen met de Koninklijke Kroon tussen de cijfers van het jaartal, met het opschrift: CONCORDIA RES PARVAE CRESCUNT.