Muntwet 2002
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
24-10-2019, Stb. 2019, 403 (uitgifte: 13-11-2019, kamerstukken: 35203)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2019, Stb. 2019, 456 (uitgifte: 11-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
gewone circulatiemunten: de euromunten, genoemd in artikel 2, lid 2 van Verordening (EU) nr. 729/2014 van de Raad van 24 juni 2014 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PbEU 2014, L 194);
herdenkingsmunten: de euromunten, genoemd in artikel 2, lid 3 van Verordening (EU) nr. 729/2014 van de Raad van 24 juni 2014 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PbEU 2014, L 194);
munten voor verzamelaars: de euromunten, genoemd in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 651/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten (PbEU 2012, L 201);
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
verordening valsemunterij:Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PbEG 2001, L 181);
verordening echtheids- en geschiktheidscontrole euromunten: Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor de circulatie (PbEU 2010, L 339).