Einde inhoudsopgave
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/5.4.4.2
5.4.4.2 Deskundige bindend adviseur(s)
Pauline Elisabeth Ernste, datum 01-07-2012
- Datum
01-07-2012
- Auteur
Pauline Elisabeth Ernste
- JCDI
JCDI:ADS360725:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Voetnoten
Voetnoten
Du Perron in de Nieuwsbrief Personenschade van mei 2009, p. 2. Zie ook Van Tiggele-Van der Velde 2010, p. 39.
Ook in geval van arbitrage kan een niet-jurist/deskundige worden benoemd als arbiter.
Snijders, Klaassen & Meijer 2011, nr. 228.
Vgl. De Groot 2007, p. 21-22; en Thunnissen 2007, p. 42-43; en A-G Huydecoper in het cassatieverzoek in belang der wet bij HR 29 juni 2007, NJ 2008/177 m.nt. Snijders en Legemaate.
Boer 1990, p. 26-27.
Vgl. Sanders 2005, p. 120.
HR 8 juli 2011, JBPr 2011/51 m.nt. Ernste (X/’t Sleyk BV en D.O.G.M. BV).
Du Perron in de Nieuwsbrief Personenschade van mei 2009, p. 2. Zie ook Van Tiggele-Van der Velde 2010, p. 39.
Kenmerkend voor bindend advies is dat de bindend adviseur of het bindend-adviescollege zelf beschikt over deskundigheid op een specifiek terrein. In de wet worden aan de hoedanigheid van een bindend adviseur geen eisen gesteld. Een bindend adviseur hoeft niet de hoedanigheid van meester in de rechten te hebben. Eenieder kan als bindend adviseur worden benoemd, waardoor partijen een persoon vanwege diens bijzondere deskundigheid tot bindend adviseur kunnen benoemen. Uit door mij verricht onderzoek blijkt dat het bij ad hoc bindend advies voorkomt dat een registeraccountant, ondernemer of makelaar wordt benoemd als bindend adviseur of plaatsneemt in een bindend-adviescollege. Bij de geschillencommissies voor consumentenzaken wordt de deskundigheid gewaarborgd door de paritaire samenstelling van deze geschillencommissies. Bij de deskundigheid van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening dient wel een kanttekening te worden geplaatst. De voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening heeft in 2009 opgemerkt dat bij de samenstelling van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening geen rekening kan worden gehouden met de expertise die is vereist om vragen van aansprakelijkheidsrecht en schadevergoedingsrecht te behandelen en het toeval is als die expertise in de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening aanwezig is.1
Een deskundige bindend adviseur of deskundigheid binnen het bindend-adviescollege kan om verschillende redenen waardevol zijn.2 Allereerst beschikt de bindend adviseur of het college zelf over de nodige expertise, waardoor de bindend adviseur onderzoek kan verrichten of de deskundige bindend adviseur binnen het college kan worden aangewezen om onderzoek te verrichten. Hierbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat eigen onderzoek door de bindend adviseur of een lid van het bindend-adviescollege enkel is toegestaan wanneer de bindend adviseur is benoemd vanwege diens specifieke deskundigheid, het onderzoek plaatsvindt op het gebied waarop de bindend adviseur deskundig is en partijen hebben ingestemd met het doen van eigen onderzoek door de bindend adviseur (§ 4.3.2.4). Het doen van eigen onderzoek komt ten goede aan de snelheid van de procedure. Verder mag van het eigen onderzoek door de deskundige bindend adviseur een kwalitatief beter partijdebat en kwalitatief beter materiaal voor de uitkomst worden verwacht dan wanneer de bindend adviseur moet afgaan op meningen of rapporten van partijdeskundigen of een door hem benoemde deskundige. Een ander voordeel van een deskundige bindend adviseur is dat deze stellingen en rapporten op het gebied van zijn deskundigheid beter kan begrijpen en beoordelen en ter zake de juiste vragen kan stellen. In de praktijk pleegt de overheidsrechter de bevindingen van de door hem benoemde deskundige in de regel te volgen, omdat veelal zijn eigen kennis tekortschiet op het aspect van het te beslechten geschil dat wordt voorgelegd aan de overheidsrechter.3 Voorts kan van een deskundige bindend adviseur, in tegenstelling tot de benoemde deskundige, enige kennis van het procesrecht worden verwacht.4
Doordat een deskundige persoon als bindend adviseur kan worden benoemd, zal in de praktijk minder behoefte bestaan aan een deskundigenbericht of -verhoor. Deze gedachte wordt wat betreft ad hoc bindend advies bevestigd door het door mij verrichtte praktijkonderzoek. Dit betekent echter niet dat in geval van ad hoc bindend advies nooit een deskundige wordt ingeschakeld. In de reglementen van de geschillencommissies voor consumentenzaken is voor de geschillencommissie en voor partijen zelfs de mogelijkheid opgenomen om een deskundige in te schakelen. Uit een in 2005 verricht onderzoek naar de geschillencommissies die vallen onder de SGC, is gebleken dat in een derde van de gevallen waarin de geschillencommissies een inhoudelijke uitspraak hadden gegeven, toch een deskundigenbericht is gelast. Voor de behoefte aan een deskundigenbericht of -verhoor bij de geschillencommissies voor consumentenzaken dan wel bij ad hoc bindend advies zijn verschillende redenen denkbaar. Een eerste reden is dat partijen niet met het doen van eigen onderzoek door de bindend adviseur hebben ingestemd (§ 4.3.2.4). Daarnaast kan worden gedacht aan de situatie waarin het bindend-adviescollege wordt gevormd door de jurist-voorzitter en twee deskundigen/niet-juristen en de deskundigen een van elkaar afwijkend oordeel geven. In dat geval ligt de doorslaggevende stem bij de ‘ondeskundige’ jurist, die hierdoor feitelijk alleen de beslissing neemt. Het verdient dan aanbeveling dat de jurist-voorzitter een onafhankelijke en onpartijdige deskundige benoemt, die hem nader kan informeren. Een dergelijke situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij de geschillencommissies die vallen onder de SGC. Naast de jurist-voorzitter bestaat de geschillencommissie uit een deskundige van de brancheorganisatie en een deskundige van de consumentenbond. Het is denkbaar dat deze deskundigen, vanwege hun verschillende achtergrond, anders tegen de klacht aankijken.5 Een andere situatie waarin het gelasten van een deskundigenbericht aanbeveling verdient, is het geval waarin beide partijen deskundigen ter zitting hebben meegenomen en deze zijn gehoord of beide partijen een deskundigenbericht hebben overgelegd en de deskundigen elkaar tegenspreken.6 Voorts kan behoefte bestaan aan deskundigenonderzoek wanneer de bindend adviseurs zichzelf onvoldoende deskundig achten. Dit speelde ook in de zaak die ten grondslag lag aan het arrest X/’t Sleyk BV en D.O.G.M. BV. Partijen hadden twee makelaars benoemd om de waarde van een perceel te bepalen. Om de waarde van het perceel te kunnen bepalen, diende de door één van partijen opgeworpen vraag te worden beantwoord of rekening moest worden gehouden met een veel hoger bod van een potentiële koper. De bindend adviseurs schakelen een jurist als deskundige in om deze vraag, waaraan juridische aspecten kleven, te beantwoorden. Hieruit kan worden afgeleid dat de makelaars zich kennelijk onvoldoende deskundig achten om zonder raadpleging van een deskundige een beslissing te nemen.7 Ook bij de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening is het niet ondenkbaar dat deze de vereiste expertise mist die nodig is om aansprakelijkheidsvragen en schadevergoedingsvragen te behandelen, nu de voorzitter van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening heeft aangegeven dat het toeval is als die expertise in de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening zelf aanwezig is.8 Denkbaar is dat bij deze geschillencommissie dan behoefte kan bestaan aan een deskundigenbericht of -verhoor. Ook bij partijen kan behoefte bestaan aan een deskundigenbericht of -verhoor wanneer dit kan bijdragen aan het bewijs of aan de ontkrachting van door de wederpartij gestelde feiten.