NJ 2016/83
Witwassen van door eigen misdrijf verkregen geld onvoldoende gemotiveerd.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
13/01923
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS153947:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3169, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1886, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑05‑2014
- Wetingang
Essentie
Witwassen? Het enkele storten van de door eigen misdrijf verkregen geldbedragen op eigen bankrekeningen is onvoldoende om te kunnen gelden als gedragingen die ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de geldbedragen (vgl. HR NJ 2014/500), ook als dat ‘voor ‘reguliere’ uitgaven’ gebeurt.
Samenvatting
Recente rechtspraak van de HR over in het bijzonder het verwerven of voorhanden hebben van onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen komt — kort gezegd — erop neer dat in zulke gevallen bepaaldelijk eisen worden gesteld aan de motivering van het oordeel ...