NJ 2014/500
Witwassen van door eigen misdrijf verkregen geldbedragen.
HR 07-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2913, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/01276
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
N. Keijzer
- JCDI
JCDI:ADS127948:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2913, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1712, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2014
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Omzetten of overdragen van contante geldbedragen die onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig zijn, door deze bedragen te storten op een eigen bankrekening kan slechts worden aangemerkt als ‘witwassen’, als sprake is van een gedraging die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van die geldbedragen gericht karakter heeft. Hoewel uit ’s hofs motivering niet kan worden afgeleid dat daarvan sprake was, leidt dit niet tot vernietiging, nu zo een partiële vernietiging de aard en de ernst van het bewezenverklaarde in zijn geheel beschouwd niet aantasten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.