Einde inhoudsopgave
Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-11-2023, Stcrt. 2023, 32008 (uitgifte: 24-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/324119)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2023, Stcrt. 2023, 32008 (uitgifte: 24-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/324119)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De minister stemt zonder aanvraag daartoe reeds in met een wijziging van een orphan aircraft, amateurbouwluchtvaartuig, MLA, MLH, lichte gyrokopter, gemotoriseerd schermvliegtuig of paramotortrike, indien:
- a.
met betrekking tot het ontwerp:
- 1°
de wijziging is goedgekeurd door de originele ontwerper of kitfabrikant van het luchtvaartuig,
- 2°
voor de wijziging van een zelf ontworpen amateurbouwluchtvaartuig of een luchtvaartuig waarvan de originele ontwerper of kitfabrikant niet meer bestaat, conform artikel 4 is aangetoond dat aan de van toepassing zijnde luchtwaardigheidseisen volgens artikel 3 dan wel artikel 10, eerste lid, onder a is voldaan,
- 3°
het ontwerp en de uitvoering van de wijziging is opgenomen in CS-STAN zoals laatstelijk gewijzigd, of
- 4°
het ontwerp en de uitvoering van de wijziging zijn voorbereid door de houder van een ontwerperkenning;
- b.
met betrekking tot de geluidsproductie de houder, eigenaar of de uitvoerende van de wijziging aan de hand van bijlage 3 bij deze regeling heeft vastgesteld dat de wijziging geen invloed heeft op de geluidsproductie van het luchtvaartuig;
- c.
met betrekking tot de gegevens de houder, eigenaar of de uitvoerende van de wijziging aan de hand van bijlage 4 heeft vastgesteld dat de wijziging geen invloed heeft op de gegevens van het luchtvaartuig die zijn vastgelegd in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen; en
- d.
de houder, eigenaar of de uitvoerende van de wijziging vastgesteld heeft dat deze wijziging in combinatie met eerder uitgevoerde wijzigingen en reparaties geen nadelige invloed op de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig heeft;
- e.
het luchtvaartuig een gemotoriseerd schermvliegtuig of een paramotortrike met een leeggewicht, inclusief reddingsmiddelen, van ten hoogste 120 kg betreft, voor zover de wijziging niet het scherm of een onderdeel daarvan, betreft.
2.
De instemming, bedoeld in het eerste lid, geldt alleen indien bij het uitvoeren van een wijziging aantoonbaar gebruik wordt gemaakt van de benodigde informatie van de volgens het eerste lid ingestemde wijziging.
3.
Artikel 26, eerste lid, aanhef, onderdelen b en c, en tweede tot en met zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Indien naar het oordeel van de Minister door de wijziging van de MLA, MLH, paramotortrike of het gemotoriseerde schermvliegtuig niet meer met het ten aanzien van de betreffende MLA, MLH, paramotortrike of het betreffende gemotoriseerde schermvliegtuig afgegeven uittreksel van het geluidmeetrapport volstaan kan worden, wordt door of namens één van de in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, genoemde autoriteiten dan wel een door de minister erkende of geaccepteerde organisatie een nieuw uittreksel op basis van een nieuw geluidmeetrapport opgesteld en aan de minister gezonden tezamen met een verklaring als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel e.
5.
Indien het vierde lid toepassing vindt, wordt de instemming eerst verleend, nadat de in artikel 10, eerste lid, onderdeel e, bedoelde verklaring, die op het tijdstip van indiening van de in het derde lid bedoelde aanvraag geldig was, bij de minister is ingeleverd.