Einde inhoudsopgave
Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen 800, 900 en 1800 MHz
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 16-04-2012
- Bronpublicatie:
06-01-2012, Stcrt. 2011, 392 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: WJZ/10146523)
- Inwerkingtreding
16-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2012, Stcrt. 2011, 392 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: WJZ/10146523)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
Voor het vaststellen of er noodzaak is tot het veilen van de vergunningen A1 tot en met G wordt bij de toepassing van het tweede tot en met vijfde lid uitgegaan van de aanvragen die overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 zijn ingediend door aanvragers die voldoen aan de in artikel 11 gestelde eisen.
2.
De vergunningen A1 tot en met G worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, derde tot en met twaalfde lid, zonder veiling verleend, indien:
- a.
voldaan kan worden aan de vraag naar vergunningen A1, A2, B, C, D, E, F en G, bedoeld in bijlage I, onder B.1, onderdeel a, en geen van de aanvragers voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel a, of
- b.
er slechts één aanvraag is ingediend.
3.
In het geval, bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden in afwijking van het tweede lid, de vergunningen A1 en B tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 3, tweede en derde lid, zonder veiling verleend, indien voldaan kan worden aan de vraag naar vergunningen A1, B, C, D, E, F en G, bedoeld in bijlage I, onder B.1, onderdeel b, en geen van de aanvragers voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel b.
4.
In het geval, bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden in afwijking van het tweede lid, de vergunningen A1 en B tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 4, tweede en derde lid, zonder veiling verleend, indien voldaan kan worden aan de vraag naar vergunningen A1, B, C, D, E, F en G, bedoeld in bijlage I, onder B.1, onderdeel c, en geen van de aanvragers voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel c.
5.
In het geval, bedoeld in artikel 5, eerste lid, worden in afwijking van het tweede lid, de vergunningen A1 tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 5, tweede lid, zonder veiling verleend, indien voldaan kan worden aan de vraag naar vergunningen A1, A2, B, C, D, E, F en G, bedoeld in bijlage I, onder B.1, onderdeel d, en geen van de aanvragers voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel d.
6.
In het geval, bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden in afwijking van het tweede lid, de vergunningen A2 tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 6, tweede en derde lid, zonder veiling verleend, indien voldaan kan worden aan de vraag naar vergunningen A2, B, C, D, E, F en G, bedoeld in bijlage I, onder B.1, onderdeel e, en geen van de aanvragers voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel e.
7.
In het geval, bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden in afwijking van het tweede lid, de vergunningen B tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 7, tweede tot en met vierde lid, zonder veiling verleend, indien voldaan kan worden aan de vraag naar vergunningen B, C, D, E, F en G, bedoeld in bijlage I, onder B.1, onderdeel f, en geen van de aanvragers voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel f.
8.
Uiterlijk binnen twee weken nadat op grond van het tweede, derde, vierde, vijfde, zesde of zevende lid door de minister is besloten dat vergunningen zonder veiling worden verleend, stort de minister de waarborgsom terug aan de betreffende aanvragers of stuurt de minister een schriftelijke verklaring als bedoeld in bijlage II, onder II, onder 4, aan de bank van die aanvragers die ter zekerstelling een bankgarantie hebben overgelegd. De minister stuurt een kopie van deze verklaring aan de aanvrager. Artikel 44, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
9.
De vergunningen A1 tot en met G worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, derde tot en met twaalfde lid, onder toepassing van de artikelen 36 tot en met 44 verleend, indien:
- a.
voldaan kan worden aan de vraag naar de vergunningen A1 tot en met G, en
- b.
een aanvrager voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel a.
10.
In het geval, bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden in afwijking van het negende lid, de vergunningen A1 en B tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 3, tweede en derde lid, onder toepassing van de artikelen 36 tot en met 44 verleend, indien:
- a.
voldaan kan worden aan de vraag naar de vergunningen A1 en B tot en met G, en
- b.
een aanvrager voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel b.
11.
In het geval, bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden in afwijking van het negende lid, de vergunningen A1 en B tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 4, tweede en derde lid, onder toepassing van de artikelen 36 tot en met 44 verleend, indien:
- a.
voldaan kan worden aan de vraag naar de vergunningen A1 en B tot en met G, en
- b.
een aanvrager voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel c.
12.
In het geval, bedoeld in artikel 5, eerste lid, worden in afwijking van het negende lid, de vergunningen A1 tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 5, tweede lid, onder toepassing van de artikelen 36 tot en met 44 verleend, indien:
- a.
voldaan kan worden aan de vraag naar de vergunningen A1 tot en met G, en
- b.
een aanvrager voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel d.
13.
In het geval, bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden in afwijking van het negende lid, de vergunningen A2 tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 6, tweede en derde lid, onder toepassing van de artikelen 36 tot en met 44 verleend, indien:
- a.
voldaan kan worden aan de vraag naar de vergunningen A2 tot en met G, en
- b.
een aanvrager voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel e.
14.
In het geval, bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden in afwijking van het negende lid, de vergunningen B tot en met G met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2, derde tot en met twaalfde lid, en 7, tweede tot en met vierde lid, onder toepassing van de artikelen 36 tot en met 44 verleend, indien:
- a.
voldaan kan worden aan de vraag naar de vergunningen B tot en met G, en
- b.
een aanvrager voorkeur heeft uitgesproken voor specifieke frequentieruimte als bedoeld in bijlage I, onder B.2, onderdeel f.
15.
In de gevallen, bedoeld in het negende tot en met veertiende lid, zijn de artikelen 14 tot en met 23 van toepassing.