Einde inhoudsopgave
Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen 800, 900 en 1800 MHz
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 16-04-2012
- Bronpublicatie:
06-01-2012, Stcrt. 2011, 392 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: WJZ/10146523)
- Inwerkingtreding
16-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2012, Stcrt. 2011, 392 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: WJZ/10146523)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
Ten behoeve van het gebruik van frequentieruimte voor terrestrische elektronische communicatie worden de volgende vergunningen door middel van een veiling verdeeld:
- a.
vergunning A1: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van twee keer 5 MHz in de onder- en bovenband 800 MHz waarbij tussen beide frequentieruimten van 5 MHz steeds een afstand is van 41 MHz;
- b.
vergunning A2: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van twee keer 5 MHz in de onder- en bovenband 900 MHz waarbij tussen beide frequentieruimten van 5 MHz steeds een afstand is van 45 MHz;
- c.
vergunning B: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van twee keer 5 MHz in de onder- en bovenband 800 MHz waarbij tussen beide frequentieruimten van 5 MHz steeds een afstand is van 41 MHz;
- d.
vergunning C: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van twee keer 5 MHz in de onder- en bovenband 900 MHz waarbij tussen beide frequentieruimten van 5 MHz steeds een afstand is van 45 MHz;
- e.
vergunning D: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van twee keer 5 MHz in de onder- en bovenband 1800 MHz waarbij tussen beide frequentieruimten van 5 MHz steeds een afstand is van 95 MHz;
- f.
vergunning E: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van twee keer 5 MHz in de onder- en bovenband 2100 MHz waarbij tussen beide frequentieruimten van 5 MHz steeds een afstand is van 190 MHz;
- g.
vergunning F: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van 14,6 MHz binnen het frequentiebereik 1900 en 1904,9 MHz en tussen 2010 en 2019,7 MHz;
- h.
vergunning G: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte van 5 MHz binnen het frequentiebereik 2565 en 2615 MHz;
- i.
vergunning H: vergunning voor het gebruik van de frequentieruimte tussen 2615–2620 MHz.
2.
Voor de verdeling, bedoeld in het eerste lid, zijn twee vergunningen A1, één vergunning A2, vier vergunningen B, zes vergunningen C, veertien vergunningen D, twee vergunningen E, één vergunning F, tien vergunningen G en één vergunning H beschikbaar.
3.
Vergunningen A1 en A2 worden uitsluitend verleend aan nieuwkomers.
4.
Aan één nieuwkomer worden ten hoogste twee van de drie beschikbare vergunningen A1 en A2 verleend.
5.
Indien er een vergunning G wordt verleend aan een aanvrager, worden aan hem ten minste twee vergunningen G verleend, waarbij ter voorkoming van interferentie beperkingen worden opgelegd aan het gebruik van de laagst gelegen frequentieruimte van 5 MHz waarvoor die aanvrager een vergunning G verkrijgt.
6.
De vergunning H wordt verleend aan de aanvrager waaraan een vergunning G wordt verleend voor het gebruik van de frequentieruimte tussen 2610–2615 MHz.
7.
De vergunningen A1 en B worden zodanig verleend dat, met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met vierde lid:
- a.
de vergunningen A1 en B tezamen in de onderband van alle aanvragers aaneengesloten zijn en beginnen bij 821 MHz;
- b.
de vergunningen A1 en B tezamen in de onderband per aanvrager aaneengesloten zijn.
8.
De vergunningen A2 en C worden zodanig verleend dat, met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met vierde lid:
- a.
de vergunningen A2 en C tezamen in de onderband van alle aanvragers aaneengesloten zijn en beginnen bij 880 MHz;
- b.
de vergunningen A2 en C tezamen in de onderband per aanvrager aaneengesloten zijn.
9.
De vergunningen D worden zodanig verleend dat, met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met vierde lid:
- a.
de vergunningen D in de onderband van alle aanvragers samen aaneengesloten zijn en beginnen bij 1710 MHz;
- b.
de vergunningen D in de onderband per aanvrager aaneengesloten zijn.
10.
De vergunningen G worden zodanig verleend dat, met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met vierde lid:
- a.
de vergunningen G binnen het frequentiebereik van 2565 en 2615 MHz van alle aanvragers samen aaneengesloten zijn en beginnen bij 2565 MHz;
- b.
de vergunningen G per aanvrager steeds betrekking hebben op aaneengesloten frequentieruimte.
11.
Per nieuwkomer worden niet meer vergunningen A1, A2, B, C, D, E, F of G verleend dan die gezamenlijk overeenkomen met 220 activiteitspunten.
12.
Per aanvrager anders dan een nieuwkomer worden niet meer vergunningen B, C, D, E, F of G verleend dan die gezamenlijk overeenkomen met 190 activiteitspunten.