Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/:6.8.5.1 Algemeen
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/
6.8.5.1 Algemeen
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS592207:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de vorige paragrafen ben ik (onder meer) ingegaan op de vraag onder welke voorwaarden en op welke wijze temporisering toepassing vindt. In de leden 1 en 2 (en in mindere mate lid 5) van art. 15ad worden dienaangaande de hoofdregels gevonden. In de leden 3 en 4 zijn de tegenbewijsregelingen geformuleerd. In deze paragraaf ga ik nader in op de mogelijkheden tot tegenbewijs. Hieruit wordt mede duidelijk dat de temporisering ten aanzien van een overnameholding andere mogelijkheden voor tegenbewijs kent dan de gefinancierde kapitaalstorting.
Tegen temporisering van renteaftrek in een situatie van een overnameholding staan belastingplichtige (kort samengevat) de volgende twee tegenbewijsmogelijkheden open. Beperking van renteaftrek komt niet aan de orde indien belastingplichtige aantoont dat het concern waartoe belastingplichtige behoort als geheel gezien extern geld heeft opgenomen om de acquisitie te financieren. Tot zover lijkt deze tegenbewijsregeling op de oude bepaling art. 15, lid 5. Met de invoering van art. 15ad is deze oude tegenbewijsregeling aangescherpt met een grondslageis. Indien deze vorm van tegenbewijs niet kan worden geleverd, komt temporisering van renteaftrek voorts niet aan de orde bij bepaalde bedrijfsoverdrachten, mits wordt voldaan aan de in art. 15ad, lid 3, onderdeel c (of lid 4) genoemde vereisten.