Einde inhoudsopgave
Europees Sociaal Handvest (herzien)
Artikel 10 Recht op vakopleiding
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1999
- Bronpublicatie:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-05-1996, Trb. 2004, 13 (uitgifte: 28-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationale sociale zekerheid / Mensenrechten
Teneinde de doeltreffende uitoefening van het recht op vakopleiding te waarborgen, verbinden de Partijen zich:
- 1.
in overleg met organisaties van werkgevers en werknemers te zorgen voor technische opleidingen en vakopleidingen waarvan een ieder, met inbegrip van personen met een handicap, kan profiteren, dan wel deze te bevorderen, en toelatingsmogelijkheden tot hoger technisch en universitair onderwijs te openen, uitsluitend berustend op persoonlijke geschiktheid;
- 2.
Te zorgen voor een leerlingstelsel en andere algemene voorzieningen voor de opleiding van jongens en meisjes in hun onderscheiden beroepen of dit te bevorderen;
- 3.
zo nodig te zorgen voor of te bevorderen:
- a.
doelmatige en gemakkelijk toegankelijke opleidingsmogelijkheden voor volwassen werknemers;
- b.
bijzondere voorzieningen voor de her- en omscholing van volwassen werknemers, voortvloeiende uit technische ontwikkelingen of uit nieuwe ontwikkelingen in de werkgelegenheid;
- 4.
zo nodig te zorgen voor bijzondere maatregelen voor de her- en omscholing en reïntegratie van langdurig werklozen of deze te bevorderen;
- 5.
door het nemen van passende maatregelen het volledige gebruik van doelmatige voorzieningen te bevorderen, zoals:
- a.
verlaging of afschaffing van alle kosten;
- b.
verlening van geldelijke bijstand in daarvoor in aanmerking komende gevallen;
- c.
de tijd welke de werknemer gedurende zijn tewerkstelling op verzoek van zijn werkgever voor aanvullende opleiding besteedt, aan te merken als deel van de normale arbeidstijd;
- d.
in overleg met de organisaties van werkgevers en werknemers, de doeltreffendheid van leerlingstelsels en andere opleidingsstelsels voor jeugdige werknemers door het uitoefenen van voldoende toezicht te waarborgen, alsmede zorg te dragen voor afdoende bescherming van jeugdige werknemers in het algemeen.