Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG
Artikel 48 Evaluatie
Geldend
Geldend van 18-03-2021 tot 04-12-2024
- Bronpublicatie:
16-02-2021, PbEU 2021, L 68 (uitgifte: 26-02-2021, regelingnummer: 2021/337)
- Inwerkingtreding
18-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-02-2021, PbEU 2021, L 68 (uitgifte: 26-02-2021, regelingnummer: 2021/337)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
Uiterlijk op 21 juli 2022 dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
2.
In het verslag wordt onder meer beoordeeld of de samenvatting van het prospectus, de in de artikelen 14, 14 bis en 15 beschreven openbaarmakingsregelingen en het in artikel 9 bedoelde universele registratiedocument geschikt blijven in het licht van de beoogde doelstellingen. Dit verslag bevat in het bijzonder:
- a)
het aantal EU-groeiprospectussen van personen in elk van de categorieën bedoeld in artikel 15, lid 1, onder a) tot en met d), alsmede een analyse van de evolutie van elk aantal en van de tendensen in de keuze van handelsplatformen door de personen die gerechtigd zijn het EU-groeiprospectus te gebruiken;
- b)
een analyse van de vraag of in het EU-groeiprospectus een passend evenwicht is gevonden tussen de bescherming van de belegger en de beperking van de administratieve lasten voor de personen die gerechtigd zijn het te gebruiken;
- c.
het aantal goedgekeurde EU-herstelprospectussen en een analyse van de ontwikkeling van dat aantal, evenals een inschatting van de feitelijke aanvullende beurswaarde die op de datum van uitgifte door EU-herstelprospectussen wordt gemobiliseerd, teneinde meer over het EU-herstelprospectus te weten te komen met het oog op evaluatie achteraf;
- d.
de kosten van het opstellen en het laten goedkeuren van een EU-herstelprospectus in vergelijking met de huidige kosten voor de voorbereiding en goedkeuring van een standaardprospectus, een prospectus voor een secundaire uitgifte en een EU-groeiprospectus, samen met een indicatie van de totale gerealiseerde financiële besparingen en de mogelijke verdere kostenbesparingen, en de totale kosten van het naleven van deze verordening voor uitgevende instellingen, aanbieders en financiële tussenpersonen, samen met een berekening van deze kosten als een percentage van operationele kosten;
- e.
een analyse van de vraag of in het EU-groeiprospectus het passende evenwicht is gevonden tussen de bescherming van de belegger en de beperking van de administratieve lasten voor de personen die gerechtigd zijn het te gebruiken, en van de toegankelijkheid van essentiële informatie voor beleggingen;
- f.
een analyse van de vraag of het gepast is de geldigheidsduur van de regeling voor het EU-herstelprospectus te verlengen, en van de vraag of de drempel als bedoeld in de tweede alinea van artikel 14 bis, lid 1, waarna een EU-herstelprospectus niet meer mag worden gebruikt, gepast is;
- g.
een analyse van de vraag of de in artikel 23, leden 2 bis en 3 bis, bedoelde maatregelen de doelstelling van de verschaffing van aanvullende duidelijkheid en flexibiliteit voor zowel financiële tussenpersonen als beleggers hebben verwezenlijkt en of het gepast is om die maatregelen permanent te maken.
3.
Op basis van de analyse als bedoeld in lid 2, wordt in het verslag beoordeeld of in deze verordening wijzigingen moeten worden aangebracht om het aantrekken van kapitaal door kleine ondernemingen verder te vergemakkelijken, en tegelijkertijd een te zorgen voor een toereikend niveau van bescherming van beleggers, inclusief de vraag of de desbetreffende drempels moeten worden aangepast.
4.
In het verslag wordt voorts beoordeeld of uitgevende instellingen, en met name kleine en middelgrote ondernemingen (mkb-ondernemingen de benodigde LEI's en ISIN's tegen een redelijke kostprijs en binnen een redelijke termijn, kunnen verkrijgen. In het verslag wordt rekening gehouden met de uitkomsten van de in artikel 20, lid 13, bedoelde peer review.