Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG
Artikel 14 Vereenvoudigde openbaarmakingsregeling voor secundaire uitgiften
Geldend
Geldend van 31-12-2019 tot 04-12-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 31-12-2019.
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 320 (uitgifte: 11-12-2019, regelingnummer: 2019/2115)
- Inwerkingtreding
31-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 320 (uitgifte: 11-12-2019, regelingnummer: 2019/2115)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De volgende personen kunnen er bij een aanbieding van effecten aan het publiek of bij een toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt voor kiezen een vereenvoudigd prospectus op te stellen volgens de vereenvoudigde openbaarmakingsregeling voor secundaire uitgiften:
- a)
uitgevende instellingen waarvan effecten reeds gedurende ten minste de laatste 18 maanden zonder onderbreking tot de handel op een gereglementeerde markt of een mkb-groeimarkt waren toegelaten en die effecten uitgeven die fungibel zijn met eerder uitgegeven effecten;
- b)
onverminderd artikel 1, lid 5, uitgevende instellingen waarvan effecten met een aandelenkarakter reeds gedurende ten minste de laatste 18 maanden zonder onderbreking tot de handel op een gereglementeerde markt of een mkb-groeimarkt waren toegelaten, en die effecten zonder aandelenkarakter uitgeven, of effecten welke toegang geven tot effecten met een aandelenkarakter die fungibel zijn met de bestaande effecten met een aandelenkarakter van de uitgevende instelling die al toegelaten zijn tot de handel;
- c)
aanbieders van effecten die reeds gedurende ten minste de laatste 18 maanden zonder onderbreking tot de handel op een gereglementeerde markt of een mkb-groeimarkt waren toegelaten;
- d)
uitgevende instellingen waarvan de effecten zonder onderbreking gedurende ten minste twee jaar aan het publiek zijn aangeboden en toegelaten zijn tot een mkb-groeimarkt, en die gedurende de periode waarin zij tot de handel waren toegelaten, volledig voldaan hebben aan de meldings- en openbaarmakingsverplichtingen en die toegang willen krijgen tot de handel op een gereglementeerde markt van effecten die fungibel zijn met bestaande effecten die al eerder zijn uitgegeven.
Het vereenvoudigde prospectus bestaat uit een samenvatting overeenkomstig artikel 7, een specifiek registratiedocument dat kan worden gebruikt door de onder a), b) en c) van de eerste alinea van dit lid bedoelde instellingen/personen, en een specifieke verrichtingsnota die kan worden gebruikt door de onder a) en c) van die alinea bedoelde instellingen/personen.
2.
In afwijking van artikel 6, lid 1, en onverminderd artikel 18, lid 1, bevat het vereenvoudigde prospectus de relevante verkorte informatie die noodzakelijk is om beleggers in staat te stellen inzicht te hebben in:
- a)
de vooruitzichten van de uitgevende instelling en de veranderingen van betekenis in de zakelijke en financiële positie van de uitgevende instelling en de garant die zich sinds het einde van het laatste boekjaar mogelijk hebben voorgedaan;
- b)
de aan de effecten verbonden rechten;
- c)
de redenen voor de uitgifte en het effect daarvan op de uitgevende instelling, onder meer op haar totale kapitaalstructuur, en de aanwending van de opbrengsten.
De in het vereenvoudigde prospectus vervatte informatie wordt opgesteld en gepresenteerd in een gemakkelijk te analyseren, bondige en begrijpelijke vorm en stelt beleggers in staat een geïnformeerde beleggingsbeslissing te nemen. Tevens wordt rekening gehouden met de gereglementeerde informatie die reeds uit hoofde van Richtlijn 2004/109/EG, indien van toepassing, en Verordening (EU) nr. 596/2014 ter beschikking van het publiek was gesteld. De in dit artikel, lid 1, eerste alinea, onder d), bedoelde uitgevende instellingen en die na de toelating van hun effecten tot de handel op een gereglementeerde markt verplicht zijn geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (1), verzamelen de meest recente financiële informatie op grond van lid 3, tweede alinea, onder a), van dit artikel — die in het vereenvoudigde prospectus informatie bevat die een vergelijking maakt met het voorgaande jaar — overeenkomstig de internationale standaarden voor financiële verslaglegging zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (2).
De in dit artikel, lid 1, eerste alinea, onder d), bedoelde uitgevende instellingen die na de toelating van hun effecten tot de handel op een gereglementeerde markt niet verplicht zijn geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU, verzamelen de meest recente financiële informatie op grond van lid 3, tweede alinea, onder a), van dit artikel — die in het vereenvoudigde prospectus informatie bevat die een vergelijking maakt met het voorgaande jaar — overeenkomstig het nationale recht van de lidstaat waar de uitgevende instelling is opgericht.
Uitgevende instellingen uit derde landen waarvan de effecten tot de handel op een mkb-groeimarkt zijn toegelaten, verzamelen de meest recente financiële informatie op grond van lid 3, tweede alinea, onder a), van dit artikel — die in het vereenvoudigde prospectus informatie bevat waarin een vergelijking met het voorgaande jaar wordt gemaakt — overeenkomstig hun nationale standaarden voor jaarrekeningen, op voorwaarde dat die standaarden gelijkwaardig zijn aan Verordening (EG) nr. 1606/2002. Indien die nationale standaarden voor jaarrekeningen land niet gelijkwaardig zijn aan de internationale standaarden voor financiële verslaglegging, wordt de financiële informatie aangepast op grond van Verordening (EG) nr. 1606/2002.
3.
De Commissie stelt uiterlijk op 21 januari 2019 overeenkomstig artikel 44 gedelegeerde handelingen ter aanvulling van deze verordening vast waarbij de modellen worden vastgelegd tot nadere bepaling van de verkorte informatie die moet worden opgenomen volgens de in lid 1 bedoelde vereenvoudigde openbaarmakingsregeling.
De modellen bevatten met name:
- a)
de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële informatie die is gepubliceerd in de twaalf maanden voorafgaand aan de goedkeuring van het prospectus;
- b)
in voorkomend geval, winstprognoses en -ramingen;
- c)
een beknopte samenvatting van de relevante informatie die uit hoofde van Verordening (EU) nr. 596/2014 is bekendgemaakt in de twaalf maanden voorafgaand aan de goedkeuring van het prospectus;
- d)
risicofactoren;
- e)
voor effecten met een aandelenkarakter, met inbegrip van effecten die toegang geven tot effecten met een aandelenkarakter, de verklaring inzake het werkkapitaal, het overzicht van de kapitalisatie en de schuldenlast, een openbaarmaking van relevante belangenconflicten en transacties met verbonden partijen, belangrijke aandeelhouders en, in voorkomend geval, pro forma financiële informatie.
Bij de nadere bepaling van de verkorte informatie die moet worden opgenomen volgens de vereenvoudigde openbaarmakingsregeling, houdt de Commissie ermee rekening dat het aantrekken van kapitaal op de kapitaalmarkten moet worden gefaciliteerd en dat het belangrijk is de kapitaalkosten te verminderen. Om te voorkomen dat uitgevende instellingen met onnodige lasten worden bezwaard, houdt de Commissie bij de nadere bepaling van de verkorte informatie tevens rekening met de informatie die een uitgevende instelling reeds openbaar moet maken uit hoofde van Richtlijn 2004/109/EG, indien van toepassing, en Verordening (EU) nr. 596/2014. De Commissie zorgt er tevens voor dat de verkorte informatie wordt toegespitst op de informatie die relevant is voor secundaire uitgiften en dat zij evenredig is.
Voetnoten
Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1).