RO 2012/35
Enquêteverzoek. Onmiddellijke voorzieningen. Kunnen onmiddellijke voorzieningen worden getroffen nadat de enquêteprocedure is geëindigd? (E-traction)
HR 23-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1056 (e-Traction)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, G. Snijders
- Zaaknummer
11/00690
- Conclusie
A-G prof. mr. L. Timmerman
- LJN
BV1056
- Roepnaam
e-Traction
- JCDI
JCDI:ADS911184:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV1056, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV1056, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2011
- Wetingang
BW art. 2:349a lid 2, 355, 356; Rv art. 282 lid 4
Essentie
Enquêteverzoek. Onmiddellijke voorzieningen.
Kunnen onmiddellijke voorzieningen worden getroffen nadat de enquêteprocedure is geëindigd?
Samenvatting
De ondernemingskamer (OK) heeft bij beschikking van 16 oktober 2007 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van e-Traction Europe en haar dochtervennootschappen. Doel van e-Traction Europe is het vermarkten en verkopen van ‘TheWheel’, een alternatief milieuvriendelijk en energiebesparend aandrijfsysteem dat in verscheidene voertuigen kan worden ingebouwd. Er is tussen de twee zelfstandig bestuurders van e-Traction Europe verschil van inzicht ontstaan over de strategie. Dit heeft geleid tot een impasse in de bedrijfsvoering. E-Traction Europe kon hierdoor haar betalingsverplichtingen niet of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.