Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4:37 [Verplichtingen subsidie-ontvanger]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
06-11-1997, Stb. 1997, 510 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25280)
20-06-1996, Stb. 1996, 333 (uitgifte: 04-07-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23700 Overheid.nl: 23700)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
1.
Het bestuursorgaan kan de subsidie-ontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:
- a.
aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;
- b.
de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;
- c.
het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidie;
- d.
de te verzekeren risico's;
- e.
het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;
- f.
het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;
- g.
het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;
- h.
het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financiële beheer en de financiële verantwoording daarover.
2.
Indien een verplichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt opgelegd, zijn de artikelen 4:3 en 4:4 van overeenkomstige toepassing.