Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.3.4 Informatieverplichtingen
Geldend
Geldend van 04-04-2024 tot 01-01-2027. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
28-03-2024, Stcrt. 2024, 10672 (uitgifte: 03-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 48441981)
- Inwerkingtreding
04-04-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2024, Stcrt. 2024, 10672 (uitgifte: 03-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 48441981)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2.3.2 bevat ten minste de gegevens, bedoeld in deel I, paragraaf 3.1.2, onderdeel 51 van het landbouwsteunkader.
2.
Onverminderd het eerste lid bevat een aanvraag voor subsidie ten minste:
- a.
gegevens over de aanvrager, waaronder het nummer waaronder de onderneming geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres en het rekeningnummer;
- b.
gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;
- c.
indien van toepassing de topsector waarbinnen het project wordt uitgevoerd;
- d.
een begroting waarin de totale kosten van het project en de omvang van de gevraagde subsidie zijn opgenomen.
3.
De aanvraag tot subsidieverlening gaat vergezeld van een kopie van de door beide partijen getekende overeenkomst, bedoeld in artikel 2.3.3, tweede lid.
4.
Met ingang van 1 december 2023 gaat de aanvraag tot subsidieverlening vergezeld van een kopie van de door de aanvrager bij RVO aangeleverde rapportage in het kader van artikel 5.15a of 5.15b van het Besluit activiteiten leefomgeving en indien van toepassing ook artikel 3.84a, eerste lid, van het Besluit bouwwerken leefomgeving.
5.
Aanvragers die niet kwalificeren als kleine, middelgrote of micro-ondernemingen als bedoeld in deel I, paragraaf 2.4, onderdeel 56, van het landbouwsteunkader overleggen een onderbouwing, inclusief bewijsstukken, waarmee aangetoond wordt dat het aangevraagde subsidiebedrag overeenstemt met de nettomeerkosten van de uitvoering van de investering, vergeleken met het nulscenario waarin geen subsidie wordt verleend. Deze onderbouwing wordt desgevraagd overlegd zodra de desbetreffende aanvraag tot subsidieverlening als volledig is beoordeeld.