Einde inhoudsopgave
Kadasterwet
Artikel 24 [Vereisten]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
03-02-2005, Stb. 2005, 107 (uitgifte: 08-03-2005, kamerstukken: 28443)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2005, Stb. 2005, 416 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Ter inschrijving van een akte van levering, vereist voor de overdracht van een registergoed, voor de vestiging, afstand of wijziging van een beperkt recht dat een registergoed is, of voor de overgang van een registergoed na toedeling uit hoofde van de verdeling van een gemeenschap, een authentiek afschrift dan wel een authentiek uittreksel van de notariële akte betreffende deze levering. In geval van vestiging van een recht van hypotheek op een schip in aanbouw wordt mede ter inschrijving aangeboden een verklaring van een ambtenaar van de Dienst belast met het aanbrengen van brandmerken op te boek staande schepen of van een andere door de bewaarder daarmee belaste persoon, inhoudende dat de bouw van het schip nog niet is voltooid.
2.
Het ter inschrijving aangeboden stuk, bedoeld in het eerste lid, bevat in elk geval:
- a.
de titel op grond waarvan de levering plaatsvindt en, in geval van vestiging van een recht van hypotheek, tevens:
- 1°
een aanduiding van de vordering waarvoor het recht van hypotheek tot zekerheid strekt, of van de feiten aan de hand waarvan die vordering zal kunnen worden bepaald;
- 2°
het bedrag waarvoor het recht van hypotheek wordt gevestigd of, wanneer dit bedrag nog niet vaststaat, het maximumbedrag dat uit hoofde van dat recht van hypotheek op het goed kan worden verhaald;
- 3°
in geval van vestiging van een recht van hypotheek op een teboekstaand zeeschip of op een recht waaraan een zodanige zaak is onderworpen, bovendien: een duidelijke vermelding van het aan de hypotheek onderworpen schip;
- 4°
in geval van vestiging van een recht van hypotheek op een teboekstaand binnenschip of op een recht waaraan een zodanige zaak is onderworpen, bovendien: een duidelijke vermelding van het aan de hypotheek onderworpen schip, de voorwaarden voor opeisbaarheid of een verwijzing naar een op het kantoor van inschrijving ingeschreven document waarin deze voorwaarden zijn vastgelegd, alsmede de bedongen rente en de tijdstippen waarop deze vervalt;
- 5°
in geval van vestiging van een recht van hypotheek op een teboekstaand luchtvaartuig, bovendien: een duidelijke vermelding van het aan de hypotheek onderworpen luchtvaartuig;
- b.
de wettelijke benaming van het recht, op de levering waarvan het ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft of, ingeval dat recht geen wettelijke benaming heeft:
- 1°
de gangbare benaming, dan wel de vermelding dat het recht geen gangbare benaming heeft;
- 2°
de wetsbepaling volgens welke het recht kan worden gevestigd of een registergoed is;
- 3°
in geval van een recht als bedoeld in artikel 150, eerste lid, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek, de omschrijving van de inhoud van dat recht.
3.
Het eerste lid, eerste zin, en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing, bedoeld in de artikelen 525, eerste lid, en 584 o, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, onverminderd hetgeen in ieder van de artikelen in het tweede lid is bepaald.
4.
Het aangeboden stuk mag op meer leveringen, als bedoeld in het eerste lid, betrekking hebben, voor zover voor ieder daarvan aan de in de vorige leden gestelde eisen is voldaan. Betreft het stuk een overdracht onder voorbehoud van een beperkt recht of van een beding, als bedoeld in artikel 252 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, dan wordt de vestiging van dit recht dan wel het op zich nemen van het beding afzonderlijk en duidelijk vermeld, bij gebreke waarvan de inschrijving van het stuk geacht wordt niet mede dit recht of dit beding te betreffen.
5.
Het eerste lid, eerste zin, is van overeenkomstige toepassing op de inschrijving van een akte van grensvastlegging, opgemaakt krachtens de artikelen 31 of 35, derde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede op de inschrijving van een akte van splitsing, als bedoeld in artikel 109, eerste lid, van Boek 5 van dat wetboek, en een akte tot wijziging of opheffing van een zodanige splitsing.
6.
Het eerste lid, eerste zin, is van overeenkomstige toepassing op de inschrijving van een akte van vernieuwing als bedoeld in artikel 77.