Einde inhoudsopgave
Wet op de naburige rechten
Artikel 15 [Rechtspersoon belast met inning en verdeling]
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2003
- Bronpublicatie:
06-03-2003, Stb. 2003, 111 (uitgifte: 20-03-2003, kamerstukken: 27775)
- Inwerkingtreding
15-07-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2003, Stb. 2003, 278 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
1.
De betaling van de in artikel 7 bedoelde billijke vergoeding dient te geschieden aan een door Onze Minister van Justitie aan te wijzen representatieve rechtspersoon die met uitsluiting van anderen met de inning en verdeling van deze vergoeding is belast. Ten aanzien van de vaststelling van de hoogte van de vergoeding en de inning daarvan alsmede de uitoefening van het uitsluitend recht vertegenwoordigt de in de vorige zin bedoelde rechtspersoon de rechthebbenden in en buiten rechte.
2.
De in het eerste lid bedoelde rechtspersoon staat onder toezicht van het College van Toezicht, bedoeld in de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.
3.
De verdeling van de geïnde vergoedingen geschiedt overeenkomstig een reglement dat is opgesteld door de rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, en dat is goedgekeurd door het College van Toezicht, bedoeld in de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.