Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/10
10 Hoofdregel van stelplicht- en bewijslastverdeling: (gematigd) objectiefrechtelijke leer
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691744:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
De objectiefrechtelijke theorie is geënt op de Normentheorie in het Duitse recht, waarbij men ervan uitgaat dat het materiële recht duidelijke regels kent en dat feiten waarvan de normen uitgaan moeten worden gesteld en bewezen door de betrokken partij die van de norm profiteert.
Bij rechten kan worden gedacht aan subjectieve rechten, bijvoorbeeld het recht op eigendom, een erfdienstbaarheid of het recht op nakoming uit overeenkomst. In het vervolg zal voor de leesbaarheid uitsluitend worden gesproken van feiten of van feiten en omstandigheden.
MvT Parl. Gesch. Nieuw bewijsrecht, p. 88 en Asser Procesrecht/Asser 3 2023/279 en 284-285.
Zie hierna nr. 18 e.v.
Het objectieve recht geeft aan welke feiten nodig en voldoende zijn om het door een partij beoogde rechtsgevolg te doen intreden.
Ook wel procesrechtelijke theorie genoemd; de uitkomst moet voor het rechtsgevoel aanvaardbaar zijn. Zie Asser/Anema & Verdam 1953, p. 80 e.v.
Asser 2004/16 (Asser Procesrecht/Asser 3 2023/285). De Hoge Raad wordt bovendien zo in staat gesteld de rechtseenheid op het terrein van het bewijsrecht, waaronder de bewijslastverdeling, te handhaven (Parl. Gesch. Nieuw bewijsrecht, p. 86 en 87).
De bewijsovereenkomst wordt behandeld in nr. 73, de vaststellingsovereenkomst in nr. 243.
De hoofdregel van stelplicht- en bewijslastverdeling wordt gevonden in de eerste zinsnede van art. 150 Rv:1 de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten.2 In het materiële recht kunnen de elementen die de stelplicht en daarmee de bewijslast bepalen worden gevonden.3 De bewijslast kan slechts anders uitvallen ingeval van toepassing van een bijzondere regel of op grond van eisen van redelijkheid en billijkheid: de tweede zinsnede van art. 150 Rv.4
De wettelijke hoofdregel geeft de (gematigd) objectiefrechtelijke leer van de stelplicht- en bewijslastverdeling weer. Deze leer is een compromis tussen de objectieve leer (de wet regelt hoe de bewijslast in concreto verdeeld moet worden)5 en de billijkheidsleer (de verdeling van de bewijslast wordt aan de rechter overgelaten, waarbij de billijkheid als maatstaf geldt).6 Het objectieve recht is als uitgangspunt geformuleerd en de billijkheid (de uitzonderingen) fungeert als correctiefactor. De in art. 150 Rv verwoorde (gematigde) objectiefrechtelijke bewijslastverdelingstheorie geeft de rechter een duidelijke richtlijn: de wetgever stelt de hoofdregel voorop en dwingt de rechter aan de hand van het materiële recht de bewijslast te verdelen en biedt mogelijkheden voor controle achteraf op de rechterlijke uitspraken.7 De wettelijke hoofdregel van art. 150 Rv streeft rechtszekerheid na: partijen kunnen vóór de procedure nagaan hoe de bewijslast zal worden verdeeld; ook de voorspelbaarheid is hiermee gediend. De bewijsrechtelijke hoofdregel leidt in het algemeen tot rechtvaardige uitkomsten.8
Waar de wet niet voorschrijft hoe de bewijsrisicotoedeling zal moeten plaatsvinden, zullen de bewijsregels door de rechtspraak gedefinieerd moeten worden. De rechter is dan aangewezen op art. 150 Rv en zal de vraag moeten beantwoorden welke partij het bewijsrisico draagt indien de rechter niet in staat is om bepaalde feiten als vaststaand aan te nemen (in geval van een non-liquet situatie).
Het leerstuk van bevrijdende verweren berust eveneens op de objectiefrechtelijke theorie. Ook bevrijdende verweren zijn rechtstreeks gebaseerd op de hoofdregel van art. 150 Rv: verweerder doet zijnerzijds een beroep op de rechtsgevolgen van door hem gestelde feiten. De (advocaat van) verweerder moet dus evenzeer te rade gaan bij het materiële recht en de elementen die de stelplicht en bewijslast bepalen in zijn verweer vermelden.
Naast een stelplicht- en bewijslastverdeling die gevonden kan worden in de wet of jurisprudentie, kan in een overeenkomst (een bewijsovereenkomst, een vaststellingsovereenkomst) een bewijslastverdeling zijn te lezen.9
Hierna zullen de stelplicht- en bewijslastverdeling in de wet en jurisprudentie worden besproken.