Einde inhoudsopgave
Besluit omzetting, fusie of taakafsplitsing
9.1 Stakingslijfrente bedongen na het overlijden van de erflater
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
De lijfrentevrijstelling geldt voor contracten die bestaan op het tijdstip waarop de erflater is overleden. Een stakingslijfrente kan ook worden bedongen na het overlijden van de erflater (artikel 3.131 Wet IB 2001). In dat geval komen de premies voor de inkomstenbelasting in aftrek bij de erflater. De lijfrente bestond nog niet op het tijdstip van overlijden van de erflater zodat hiermee voor de erfbelasting geen rekening kan worden gehouden. Ik vind het redelijk om in bepaalde gevallen toch rekening te houden met de na het overlijden afgesloten stakingslijfrente. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder een voorwaarde goed dat een bij de inspecteur van de Belastingdienst in te dienen verzoek de lijfrentevrijstelling kan worden toegepast voor de verkrijging van een stakingslijfrente als bedoeld in artikel 3.131 Wet IB 2001, voor zover de premie in aftrek is gekomen bij de erflater.
Voorwaarde
Voor de goedkeuring geldt de voorwaarde dat de termijnen van de stakingslijfrente toekomen aan de partner of kinderen van de erflater.