Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie
Artikel 41 Nalevingscontrole van registraties
Geldend
Geldend vanaf 28-04-2020
- Bronpublicatie:
07-04-2020, PbEU 2020, L 110 (uitgifte: 08-04-2020, regelingnummer: 2020/507)
- Inwerkingtreding
28-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2020, PbEU 2020, L 110 (uitgifte: 08-04-2020, regelingnummer: 2020/507)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
1.
Het Agentschap kan elke registratie onderzoeken om deze op een of meer van de volgende punten te controleren:
- a)
of de informatie in de overeenkomstig artikel 10 ingediende technische dossiers aan de voorschriften van de artikelen 10, 12 en 13 en de bijlagen III en VI tot en met X voldoet;
- b)
of de in de technische dossiers ingediende aanpassingen van de standaardinformatie en de motiveringen ervan aan de voorschriften voor die aanpassingen van de bijlagen VII tot en met X en aan de algemene regels van bijlage XI voldoen;
- c)
of de chemischeveiligheidsbeoordeling en het chemischeveiligheidsrapport die eventueel vereist zijn, voldoen aan de voorschriften van bijlage I, en of de voorgestelde risicobeheersmaatregelen adequaat zijn;
- d)
2.
De lijst van dossiers die voor nalevingscontrole door het Agentschap worden behandeld, wordt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ter beschikking gesteld.
3.
Op basis van een onderzoek overeenkomstig lid 1, kan het Agentschap binnen twaalf maanden na het begin van de nalevingscontrole een ontwerp-besluit opstellen waarbij de registrant of registranten worden verplicht de informatie in te dienen die nodig is om de registratie(s) aan de desbetreffende informatieeisen te laten voldoen, en waarbij adequate termijnen voor de indiening van verdere informatie worden vastgesteld. Een dergelijk besluit wordt vastgesteld volgens de procedure van de artikelen 50 en 51.
4.
De registrant verstrekt de vereiste informatie binnen de vastgestelde termijn aan het Agentschap.
5.
Om te controleren of de registratiedossiers aan de voorschriften van de verordening voldoen, selecteert het Agentschap in de periode tot en met 31 december 2023 in de hoeveelheidsklassen van 100 ton of meer per jaar per hoeveelheidsklasse ten minste 20 % van het totale aantal door het Agentschap ontvangen dossiers voor nalevingscontrole.
Het Agentschap selecteert in de periode tot en met 31 december 2027 ook ten minste 20 % van het totale aantal door het Agentschap ontvangen registratiedossiers voor hoeveelheidsklassen van minder dan 100 ton per jaar.
Bij het selecteren van dossiers voor nalevingscontrole geeft het Agentschap, zonder de overige dossiers te veronachtzamen, prioriteit aan dossiers die ten minste aan een van de volgende criteria voldoen:
- a)
het dossier bevat de in artikel 10, onder a), iv), vi) en/of vii), vermelde informatie, die overeenkomstig artikel 11, lid 3, afzonderlijk is ingediend; of
- b)
het dossier betreft een stof die wordt vervaardigd of ingevoerd in hoeveelheden van 1 ton of meer per jaar en voldoet niet aan de voorschriften van bijlage VII die gelden overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder a) of b), naargelang het geval; of
- c)
het dossier betreft een stof die in de lijst van het in artikel 44, lid 2, bedoelde communautaire voortschrijdende actieplan is vermeld.
6.
ledere derde partij kan informatie met betrekking tot stoffen die op de in artikel 28, lid 4, bedoelde lijst zijn vermeld, in elektronische vorm aan het Agentschap toezenden. Het Agentschap zal deze informatie samen met de overeenkomstig artikel 124 ingediende informatie in aanmerking nemen bij het controleren en selecteren van dossiers.
7.
De Commissie kan na overleg met het Agentschap besluiten het percentage geselecteerde dossiers te wijzigen en overeenkomstig de in artikel 134, lid 4, bedoelde procedure nadere criteria op te nemen in lid 5.