Vgl. HR 16 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3359, NJ 2010, 314, m.nt. Y. Buruma en HR 20 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1864, r.o. 3.2.2.
HR, 21-03-2023, nr. 21/03211
ECLI:NL:HR:2023:401
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21-03-2023
- Zaaknummer
21/03211
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2023:401, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑2023; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2021:2026
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:82
ECLI:NL:PHR:2023:82, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑01‑2023
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2023:401
- Vindplaatsen
Uitspraak 21‑03‑2023
Inhoudsindicatie
Ontucht (art. 247 Sr) en jeugdprostitutie, meermalen gepleegd (art. 247 Sr) t.a.v. 15-jarige jongen door 53-jarige verdachte. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat verklaringen van slachtoffer onvoldoende betrouwbaar zijn om voor bewijs te kunnen worden gebruikt. HR: art. 81. RO. Samenhang met 21/02974, 21/03027 (niet gepubliceerd; geen middelen ingediend, verdachte n-o), 21/03085 en 21/03087.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/03211
Datum 21 maart 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 9 juli 2021, nummer 23-003791-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H. Bakker, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 maart 2023.
Conclusie 31‑01‑2023
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Art. 247 Sr, art. 248b Sr en art. 359.2 Sv. Falende klacht dat hof ontoereikend gemotiveerd voorbij is gegaan aan UOS dat verklaringen slo onvoldoende betrouwbaar zijn voor gebruik als bewijs. Strekt tot verwerping van het beroep. Samenhang met 21/02974, 21/03085, 21/03087 en 21/03027 (peek).
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer21/03211
Zitting 31 januari 2023
CONCLUSIE
D.J.M.W. Paridaens
In de zaak
[verdachte] LOVEN,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962,
hierna: de verdachte.
Inleiding
De verdachte is bij arrest van 9 juli 2021 door het gerechtshof Amsterdam wegens 1 tweede cumulatief/alternatief "met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen" en 2 tweede cumulatief/alternatief “ontucht plegen met iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt, meermalen gepleegd”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf weken, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis. Voorts heeft het hof de teruggave gelast van in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, beslist op vorderingen van benadeelde partijen en aan de verdachte schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, een en ander als nader in het arrest bepaald.
Er bestaat samenhang met de zaken 21/02974, 21/03085, 21/03087 en 21/03027. In deze zaken zal ik vandaag ook concluderen.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en H. Bakker, advocaat te Amsterdam, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
Het middel
4. Het middel heeft betrekking op de feiten 1 en 2 en bevat in de kern de klacht dat het hof onvoldoende gemotiveerd is afgeweken van een ter terechtzitting ingenomen en uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. Dit standpunt hield – kort gezegd – in dat de verklaringen van de aangever (aangeduid als “[slachtoffer]” of “[slachtoffer]”) onvoldoende betrouwbaar zijn om voor het bewijs te kunnen worden gebruikt.
5. Ten laste van de verdachte is door het hof bewezen verklaard dat:
“1.
hij op 23 maart 2016 te [plaats] met een persoon genaamd [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 2000, die toen leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- in zijn mond nemen van de penis van die [slachtoffer] en
- zich door die [slachtoffer] anaal laten penetreren;
2. hij op tijdstippen in de periode van 25 maart 2016 tot en met 30 oktober 2016 te [plaats] telkens ontucht heeft gepleegd met een persoon genaamd [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 2000, die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, te weten het telkens
- in zijn mond nemen van de penis van die [slachtoffer] en/of
- zich door die [slachtoffer] anaal laten penetreren.”
6. Deze bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 heeft het hof doen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
“1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 18 juli 2019.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het eerste contact dat ik met [slachtoffer] heb gehad is via Bullchat geweest. Als ik een afspraak maakte via Bullchat, dan was dat om seks te hebben. Het is juist dat er een ontmoeting is geweest tussen [slachtoffer] en mij bij mij thuis, ik begrijp dat dat op 23 maart 2016 is geweest. [slachtoffer] is toen bij mij thuis geweest. Hij is bij mij binnen geweest. Ik heb twee tatoeages. Het klopt dat ik twee katten heb gehad. Ik ben nog samen met mijn partner.
2. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 21 juni 2021.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik heb wel eens seksfeestjes bij mij thuis gehad met meerdere mensen. Het klopt dat ik een restaurant heb.
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2017011765 van 17 januari 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], doorgenummerde pagina’s ZD-02 01 tot en met ZD-02 11.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer] (hierna steeds: ‘[slachtoffer]’):
Voornamen: [slachtoffer]
Achternaam: [slachtoffer]
Geboortedatum: [geboortedatum] 2000
V = vraag / opmerking verbalisanten
A = antwoord / opmerking getuige
V: Gister heb je verteld dat je vader chats in jouw telefoon heeft gevonden.
A: ik werd die ochtend wakker en toen zaten er twee agenten beneden. Ik heb die agenten toen verteld dat ik afspraken maakte voor geld met oudere mannen, tussen de veertig en de vijftig jaar oud.
V: wanneer was de eerste keer dat jij contact zocht met mannen?
A: dat was voor de zomervakantie van 2014. Ik was toen 14 jaar oud.
V: hoe deed jij dat?
A: via internet. Via Bullchat
V: je hebt ons gisteren ook verteld dat jij met andere mannen hebt afgesproken.
A: ja dat klopt. Sommige mannen kwamen op die site en lieten meteen weten seks te willen voor geld. Ik bood me dan aan of zij benaderen mij.
V: wat voor afspraak had je dus?
A: een seksafspraak met een man voor geld.
4. Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2017011765 van 26 januari 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 3], doorgenummerde pagina’s ZD-02 12 tot en met ZD-02 23.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
V = vraag / opmerking verbalisanten
A = antwoord / opmerking getuige
V: Je eerste contact met [betrokkene 1]. Jullie hebben elkaar gevonden via Bullchat?
A: Dat klopt. Dat was rond juni/juli 2014. Een week of zo voor de zomervakantie.
V: En je eerste fysieke afspraak met [betrokkene 1]?
A: Dat was toen.
V: Hoe oud was je toen?
A: 14
V: Had je al eerdere ervaringen met orale seks voor [betrokkene 1]. Hoe wist je hoe dit ging? Heb je wel boekjes of filmpjes gezien van te voren over pijpen?
A: Ja, dat had ik al eerder gedaan. Bij [betrokkene 2] heb ik voor het eerst gepijpt. [betrokkene 2] was ongeveer een maand eerder voor [betrokkene 1].
5. Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2017011765 van 28 januari 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 3], doorgenummerde pagina’s ZD-02 24 tot en met ZD-02 34.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
V = vraag / opmerking verbalisanten
A = antwoord / opmerking getuige
V: zijn er nog meer klanten te binnen geschoten?
A: Ja, eentje achter het [station]. Een jaar of 40 oud, heeft een eigen restaurant. Ik ben daar 5 tot 7 keer geweest, 50 euro per keer en altijd contant. Bij hem ook het vaste gedoe, pijpen en neuken. Blanke man. Normaal postuur, als ik het me goed herinner heeft hij een klein tatoetje. Brildragend, 1.85 meter lang ongeveer. Volgens mij had deze klant een vriend. Ik kan die woning aanwijzen. Hij pijpte mij en ik neukte hem.
6. Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2017011765 van 20 maart 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4], doorgenummerde pagina’s PD-02 45 tot en met PD-02 50.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
Op 9 maart 2017 werd [slachtoffer] gehoord door [verbalisant 1] en [verbalisant 3]. Dit verhoor is audiovisueel vastgelegd. Ik heb dit verhoor ontvangen voor letterlijke uitwerking.
V = vraag / opmerking verbalisanten
A = antwoord [slachtoffer]
V: Oke foto L is?
A: Is [a-straat]. Hij woont daar met zijn echtgenoot of hoe zeg je dat, zijn vriend. Die mocht ook van niets weten van de afspraakjes zeg maar. Die meneer heeft zijn eigen restaurant.
V: Hoe vaak seksueel contact gehad?
A: In totaal 5-7 keer, altijd bij hem thuis.
V: Wanneer was jullie laatste contact?
A: Begin dit schooljaar september/oktober (2016 dan).
V: Waar vonden de afspraken plaats? Beschrijf de woning?
A: Altijd daar. Ja eigenlijk een hele sjieke woning. Veel antiek spul binnen. Veel flessen drank. Je komt binnen in een schoenen hal. Veel schoenen stonden daar, een grote woon/eetkamer, een keuken met balkonnetje. Slaapkamer.
V: Waar vond de seks plaats?
A: In de slaapkamer
V: De seksuele handelingen?
A: Ik neukte hem, hij pijpte mij.
V: Wat was de standaard afspraak?
A: Hij gaf gewoon een euro of vijftig (50).
V: Hoe vaak ben je daar geweest?
A: Keer of zeven (7).
V: Had hij nog andere voorkeuren of wensen?
A: Nee, hij houdt wel af en toe seksfeestjes
V: Een soort gangbang, homoseksueel gerelateerd?
A: Ja.
V: De woning. Nog dingen specifiek?
A: Hij heeft twee katten.
V: Oke
A: En ja, allemaal antiek. Van alles tafels kasten. Alles ziet er antiek uit
V: Hoe werd er betaald?
A: Altijd contant en soms nam ik daarnaast nog een fles “Absolute’ mee
V: In plaats van geld?
A: Daarnaast.
Bijlage: Foto L
7. Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2017011765 van 19 april 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 3], doorgenummerde pagina’s PD-02 51 tot en met PD-02 58.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
En waar ik ook nog over nadacht. Die woning aan de [a-straat]. Die restauranthouder. Ik ben er toen geweest in die woning en er was een soort orgie gaande. Ik heb toen even meegedaan.
8. Een proces-verbaal ‘woonlocaties’s verdachten d.d. 28-01-2017’ met nummer 2017011765 van 30 januari 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 3], doorgenummerde pagina’s ZD-03 05 tot en met ZD-03 06.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Op 28 januari 2017 bevonden wij ons in een dienstvoertuig. In dit voertuig was tevens de getuige [slachtoffer] aanwezig. In zijn derde verhoor heeft deze getuige gesproken over diverse locaties alwaar hij seksuele handelingen zou hebben uitgevoerd met volwassen mannen. Hij sprak in deze verklaring over woning gelegen achter het [station]. Op uitleg en aanwijzing van de voornoemde getuige zijn wij gereden naar de volgende locatie: [a-straat] te [plaats].
9. Een proces-verbaal van bevindingen fotocollectie A t/m X met nummer 2017011765 van 28 maart 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5], doorgenummerde pagina’s PD-03 10 tot en met PD-03 11.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
In dit onderzoek is er meerdere keren met [slachtoffer] rondgereden en heeft hij enkele woningen aangewezen van mannen met wie hij op minderjarige leeftijd seksuele handelingen heeft gehad, al dan niet tegen betaling van geld of goederen. Daarnaast zijn er aan [slachtoffer] in eerdere verhoren foto’s getoond van mogelijke klanten. Ik heb een fotocollectie gemaakt om deze aan [slachtoffer] te tonen. Deze foto’s heb ik genummerd van A t/m X. Hieronder zitten foto’s. Foto L: paspoortfoto van de man van aangewezen adres door [slachtoffer], namelijk [a-straat]. Uit een chatgesprek geeft deze man aan dat hij woont op nummer 178. Uit onderzoek is gebleken dat de foto behoort aan:
Naam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
10. Een proces-verbaal verhoor van getuige van 10 januari 2019 van de rechter-commissaris in de rechtbank Amsterdam.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
Op vragen van de raadsman:
Bent u wel eens bij een man thuis geweest die u kende via Bullchat, waarbij het niet tot seks kwam?
Nee.
U verklaarde 5 tot 7 keer bij de persoon aan de [a-straat] te zijn geweest.
Waarom kan u niet preciezer zijn.
Ik kan niet preciezer zijn. Het zou misschien zelfs meer kunnen zijn. Ik kan me (het hof begrijpt: over een seksfeestje op de [a-straat]) nog herinneren dat we zomervakantie hadden in de vierde. Ik was bij een vriend. We waren daar een beetje aan het drinken. Op een gegeven moment reed ik op de scooter heen en weer terug. Ik weet nog wel dat ik bij terugkomst bier en peuken heb besteld van de 50 euro die ik van [verdachte] heb gehad.
Ik heb nog wel een voorbeeldje. Ik had een keer een sollicitatie op het Rokin. Dat was ook in de zomervakantie in de vierde. Ik was toen met twee vrienden. Ik ben toen naar [verdachte] gegaan. Dat was niet echt gepland. Soort toevallig. Meestal was het dat ik geen geld had en dacht dat het moest gebeuren. Een beetje die junkmentaliteit. Zij wachtten op mij bij het [station]. We hadden afgesproken om ‘s avonds te gaan zuipen. Toen ik terug bij ze kwam op het station had ik een fles drank en geld. Ik heb ze nooit verteld hoe ik aan het geld kwam. Volgens mij dachten ze dat het door handel in drugs kwam of zoiets.
11. Een proces-verbaal uitlezen telefoon contra verdachte [verdachte] met nummer 2017011765 van 7 juni 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5], doorgenummerde pagina’s PD-03 12 tot en met PD-03 27.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Ik ontving een bestand van het uitlezen van de inbeslaggenomen telefoon bij slachtoffer [slachtoffer], in dit onderzoek genaamd [slachtoffer]. Het betrof hier een Samsung. In de telefoon vond ik WhatsApp gesprekken tussen [slachtoffer], met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en een persoon die in de Contactenlijst staat als [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer 2].
Het zijn chatberichten van 23 maart 2016 tot en 7 april 2016. [slachtoffer] is geboren op [geboortedatum] en was op 23 maart 2016 15 jaar oud en na 25 maart 2016 16 jaar oud.
Bij dit proces-verbaal voeg ik het extraction report Samsung S6, contra [verdachte].
23-03-2016
[verdachte]: Vandaag?
[slachtoffer]: Tot hoe laat kan je
[verdachte] Tot 12 uur
[slachtoffer]: Oh oke
Heb jij poppers?
[verdachte]: Ja
[slachtoffer]: Oke dan kan ik wel. Naja, ik kan sws wel denk ik
[verdachte]: Ok! Hoe laat?
Ik moet eerst even snel douchen en spoelen
[slachtoffer]: Ik ga nu douchen
Maar wat doen we nu
[verdachte]: Je kan toch meteen nu hierheen fietsen, dan ben je hier als ik gedoucht ben
Sneller kan niet
[slachtoffer]: nee. dats echt te ver
Hoelaat zou je bij […] kunnen zijn?
[verdachte]: Ok dan morgen
[slachtoffer]: Oke
[verdachte]: ik chat nu ook met een boy op Bullchat! Die hoef ik niet op te halen
[slachtoffer]: Tja. Wat jij wil. Ik wil best naar je toe fietsen. Geef je adres dan maar
[verdachte]: [a-straat 1]! Hoe laat ben je dan hier?
[slachtoffer]: Ja over een halfuur, driekwartier, zoiets.
[verdachte]: Ok tot zo
[slachtoffer]: Ben er
27- 03-2016
[verdachte]: Hey
28- 03-2016
[verdachte]: hoi
[slachtoffer]: hey
[verdachte]: zin?
[slachtoffer]: Kan nie sorry
[verdachte]: de hele dag niet?
[slachtoffer]: Nee sorry
Maar morgen en overmorgen mis wel
[verdachte]: ok, we houden contact
[slachtoffer]: Kan je morgen
[verdachte]: Dat weet ik morgen pas...
[slachtoffer]: Oke
29- 03-2016
[verdachte]: hoi
Kan je vandaag?
[slachtoffer]: Nee sorry
[verdachte] ok geen probleem
[slachtoffer]: Ik kan vrijdagochtend
[verdachte]: txt me dan en ik laatje weten of het uitkomt
[slachtoffer]: Is goed
31-03-2016
[slachtoffer]: kan je morgen
[verdachte]: nee sorry
[slachtoffer]: en in de middag
[verdachte]: nee pas volgende week weer!
[slachtoffer]: Oke
03-04-2016
[slachtoffer]: Hey
Morgen rond half 1 ?
[verdachte]: ik denk het wel! Txt me om 11.00 uur om te bevestigen, ok?
[slachtoffer]: Oke
04-04-2016
[slachtoffer]: En?
[verdachte]: Vanaf hoe laat kan jij?
[slachtoffer]: Half 1
Dus?
[verdachte]: Ik zit nu nog in een vergadering..
[slachtoffer]: Maar ga je het redden
[verdachte]: Sorry man, gaat toch niet lukken vandaag!
[slachtoffer]: Morgen?
07-04-2016
[slachtoffer]: morgenochtend?
[verdachte]: nee jongen! Ben een lang weekend weg
12. Een proces-verbaal Onderzoek Apple iMac 5405608 met nummer 2017011765 van 31 oktober 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1], doorgenummerde pagina's PD-03 50 tot en met PD-03 69.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Door mij is een nader onderzoek ingesteld naar de middels IEF veiliggestelde inhoud van de op 19 juni 2017 inbeslaggenomen computer, zijnde een Apple iMac, itemnummer 5404608, aangetroffen tijdens de zoeking in de woning van de verdachte, genaamd:
Naam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1962
De Cloud Services die gebruikt zijn betreffen Dropbox, Box, GoogleDrive, SkyDrive en UpdateStar. Deze map is overgezet in een Excel-bestand en daar als zoeksleutel de term BOY te gebruiken levert dit diverse hits op en betreffen Images of video’s die kennelijk opgeslagen zijn in de “cloud”.
Onder andere is aangetroffen:
- l6yo+hung+kid+squirts+huge+14x.flv
- (Gay)+Bibcam Schoolboy+hidden+wank+in+bus.mp4
Van de map “Google Analytics URLS’s is een bestand gemaakt. De zoeksleutels TEEN en BOY gebruikend is opvallend dat er veel gezocht wordt op gaypornosites en dan met namen als:
- Free Teen Porn, Nude Teens Sex Gay teen boys 18 » webcam
- all Gay Teen - Tube Videos And Pics
- Gay Asian boys in bukkake
- gay teens, gay students, gay college students
- Teen Boy Photo Gallery
- Barely legal boy webcam - Amateur sex video
- sucking « Young Asian Boy
Ook is opvallend dat er heel veel gezocht wordt op (minderjarige) jongens.
De zoeksleutels TEEN en BOY gebruikend levert dit een groot aantal urls op zoals:
cumming on a teen boy
‘teen gay compilation’
De map “Social Media URLs” bevat alle in deze computer opgeslagen fora-links, zoals 4Chan. Navraag op het internet levert een uitleg bij Wikipedia met betrekking tot 4Chan op. Opvallend is de laatste alinea (Pedobear) waar duiding wordt gemaakt van gebruik van dit chatprogramma voor het uitwisselen van kinderporno.
De map “Skype” bevat opgeslagen verzonden en ontvangen Skypechats.
Het bestand “diagonaal” doornemend laat zien dat [alias 1] zich in een aangetroffen chat voorstelt als zijnde de verdachte [verdachte] en zijn partner [betrokkene 3]. Alle chats betreffen wervende berichten om in contact te komen met (jonge) mannen voor seksdates. [verdachte] biedt geld of wil bv. de taxi betalen. Hij biedt verdovende middelen aan zoals C (cocaïne?) en K (ketamine?) ter (seks)stimulatie. Er is door mij chatverkeer aangetroffen met mannen waarin door [alias 1] wordt gevraagd naar m jongens (18-minners) welke op zijn verzoek seksuele handelingen voor de cam moeten doen. Hier worden duidelijk prijsbiedingen en -afspraken over gemaakt. Geld voor de leverancier en geld voor de jongens. Uit chats blijkt duidelijk dat er geld is, dan wel wordt overgemaakt hiervoor. Ook vinden er prijsafspraken en kennelijk betalingen plaats hiervoor door gebruik te maken van TOKENS.
De map “Skype contacts” bevat alle opgeslagen Skype-contacten. Selecterend in de kolom birthday blijkt dat er 27 contacten opgeslagen zijn die als geboortejaar 1999 tot en met 2002 hebben, dus minderjarig zijn.
13. Een proces-verbaal van onderzoek aangetroffen back up iPhone met nummer 2017011765 van 7 november 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1], doorgenummerde pagina’s PD-03 72 tot en met PD-03 78.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Op 19 juni 2017 zijn bij de zoeking in de woning van de verdachte:
Naam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Diverse gegevensdragers in beslaggenomen. Door de digitaal rechercheur [verbalisant 6] is een nader onderzoek ingesteld naar de inhoud van de tijdens de voornoemde zoeking inbeslaggenomen computer, Apple iMac, itemnummer 5404608. Deze digitaal rechercheur heeft, naast de reguliere duplicering/imagen (het hof begrijpt: imaging) van de inhoud van deze computer, deze “fysiek” geopend en een verder onderzoek daarin verricht.
In dit onderzoek trof hij een back-up-bestand aan van een iPhone. Door mij is een nader onderzoek ingesteld naar de inhoud van deze back-up.
De map “Chats” bevat alle aangetroffen chatgesprekken. In chatgesprek 654 verstuurt [verdachte] een bericht waarin hij melding doet dat 1 van de deelnemers aan een party chlamydia heeft opgelopen daarbij:
“Hey, just want to let you know that one of the boys informed one that he got chlamydia from the party! Sorry to say so, but let’s be adult about and appreciate that he shard the info!”
In gesprek 174 spreekt [verdachte] af voor een seksdate tegen betaling:
26-08-2016
“[alias 2]: 20 van te voren voor de reis en dan wat jij wilt 60 of 100
[alias 3]: Ok!”
Datzelfde geldt voor chat 234 waarin door [verdachte] geld wordt geboden voor onbeschermde seks:
17-07-2016
“[alias 4]: licht aan prijs, met is 70, zonder komt dr 20 bij””
7. Het hof heeft in het bestreden arrest – voor zover hier relevant – de volgende bewijsoverwegingen opgenomen, waarin het ook de door de verdediging gevoerde bewijsverweren heeft samengevat en verworpen (met weglating van voetnoten):
“Het bewijs
1. onderzoek 13Oscoda en betrouwbaarheid verklaringen van [slachtoffer]
Deze zaak is onderdeel van het zogenaamde 13Oscoda onderzoek. De rechtstreekse aanleiding voor het 13Oscoda onderzoek is geweest dat de ouders van de in de tenlastelegging genoemde, destijds minderjarige [slachtoffer], hierna genoemd [slachtoffer], berichten op diens telefoon hadden ontdekt die wezen op seksuele ontmoetingen met mannen, waarna zij hem op 16 januari 2017 in aanwezigheid van de politie daarmee hebben geconfronteerd. [slachtoffer] heeft in dat gesprek direct verteld dat hij seksuele contacten heeft gehad met mannen, niet onder dwang maar voor geld of voor drank of rookwaar. Hij vertelde hevig geëmotioneerd dat hij wilde dat het stopte en dat hij eigenlijk blij was dat het was uitgekomen. [slachtoffer] heeft vervolgens tot en met 3 augustus 2017 gedurende een zogenaamd ‘informatief gesprek’, een autorit met de politie en zes verhoren, verklaard over seksuele ontmoetingen met tenminste elf mannen in een periode vanaf het voorjaar van 2014 tot en met januari 2017. Behoudens het eerste gesprek en een kort deel van het informatieve gesprek, waren de ouders van [slachtoffer] niet aanwezig als [slachtoffer] zijn verklaringen aflegde. Hij heeft in het bijzonder verklaard over drie mannen met wie hij sinds 2014 of 2015 tientallen keren seksuele ontmoetingen heeft gehad en daarnaast over meerdere mannen met wie hij later en gedurende kortere periodes ontmoetingen heeft gehad, soms slechts één. Hij heeft van de meeste van die mannen een naam of bijnaam genoemd, heeft verteld waar zij (ongeveer) woonden en gedurende een autorit met de politie kon hij van meerdere van hen hun woningen aanwijzen. In zijn telefoon zijn de door hem omschreven mannen veelal ook als contact aangetroffen.
Het hof acht de verklaringen van [slachtoffer] in het algemeen betrouwbaar en daarmee bruikbaar om een bewezenverklaring op te baseren. Het overweegt daartoe het volgende. Het hof heeft uit het hiervoor kort geschetste verloop van het onderzoek de indruk gekregen dat [slachtoffer] oprecht heeft verklaard over de seksuele ontmoetingen die hij in de loop van de tijd heeft gehad. Hoewel hij aanvankelijk niet alles heeft verteld zolang daar niet specifiek naar werd gevraagd of op werd doorgevraagd, is hij in het vervolg van zijn verklaringen steeds vollediger en specifieker geworden over de seksuele ontmoetingen, waarbij hij ook open is geweest over de actieve rol die hij zelf bij die ontmoetingen speelde, over het voorwenden dat hij meerderjarig was en over de wisselende gevoelens die hij bij de seksuele ontmoetingen had. In dat verband wijst het hof in het bijzonder op de omstandigheid dat [slachtoffer] meermaals en ten aanzien van meerdere verdachten heeft erkend (ook) wel seks te hebben gehad zonder dat hij daar een vergoeding voor vroeg of ontving. Dat deze openheid pas geleidelijk tijdens de verhoren is ontstaan, doet naar het oordeel van het hof aan de oprechtheid van zijn verklaringen in het algemeen niet af, waarbij het hof in aanmerking neemt dat [slachtoffer] geregeld ook opener was dan waartoe de verklaringen van verdachten en het berichtenverkeer tussen hen en [slachtoffer] hem zouden hebben kunnen brengen.
Het hof heeft onder ogen gezien dat [slachtoffer] wisselend of niet eenduidig heeft verklaard over onder meer de aantallen keren dat hij seksuele ontmoetingen met bepaalde mannen heeft gehad, over de precieze aard van de seksuele handelingen, het precieze tijdstip ervan, het beschermde of onbeschermde karakter van de seks, of over het wel of niet betaald zijn voor de seks. In dit verband is gewezen op het veelvuldige wietgebruik door [slachtoffer] gedurende de periode van de seksuele ontmoetingen, wat de beleving van de seksuele ontmoetingen in de loop der jaren en de concrete herinneringen daaraan kan hebben vertroebeld en derhalve afbreuk kan doen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen.
Hoewel het hof onderkent dat het veelvuldige wietgebruik de betrouwbaarheid van herinneringen kan aantasten, ziet het hof in het samenstel van gesprekken en verhoren geen aanknopingspunten om aannemelijk te achten dat het geheugen van [slachtoffer] zodanig is aangetast dat aan zijn herinneringen geen waarde meer zou kunnen worden gehecht. Het hof ziet in het soms wisselende karakter van zijn verklaringen wel aanleiding om daarvan met behoedzaamheid gebruik te maken waar het gaat om de precieze vaststelling van de feiten, maar ziet er geen reden in om in het algemeen aan de geloofwaardigheid van die verklaringen te twijfelen.
In dat verband overweegt het hof dat het geen aanleiding heeft te oordelen dat het soms wisselende karakter van de verklaringen voortkomt uit een behoefte bij [slachtoffer] om bepaalde personen in strijd met de waarheid te belasten of om bepaalde aspecten van zijn eigen gedrag te verhullen. Er blijkt niet of nauwelijks van een specifieke koestering van wrok tegen de mannen in kwestie, hij verklaart zelfs geregeld positief over hen. Over zijn actieve rol in de seksuele ontmoetingen is hij, als gezegd, uiteindelijk open geweest.
De omstandigheid dat [slachtoffer] heeft moeten verklaren over tientallen seksuele ontmoetingen met tenminste elf mannen gedurende een periode van bijna drie jaren, waarbij de ontmoetingen per verdachte sterk varieerden in aantal en aard, maakt voor het hof begrijpelijk dat [slachtoffer] op onderdelen niet eenduidig of zelfs wisselend heeft verklaard. Daarbij betrekt het hof voorts dat de ontdekking van de seksuele ontmoetingen, de daardoor ontstane emoties binnen zijn gezin alsmede de vele, soms langdurige verhoren, psychisch belastend moeten zijn geweest voor [slachtoffer], terwijl hij zich tegelijkertijd heeft getoond als iemand die vlot en makkelijk praat en daardoor soms wat minder accuraat verklaart. Daarom heeft de politie herhaaldelijk op onderdelen moeten doorvragen, maar dit rechtvaardigt niet de conclusie dat moet worden getwijfeld aan de herinneringen die [slachtoffer] beschreef of aan de oprechtheid van zijn (uiteindelijke) verklaringen.
Tot slot overweegt het hof in dit verband dat het informatieve gesprek en alle daarop volgende verhoren van [slachtoffer] auditief zijn geregistreerd en dat de procesdeelnemers de verklaringen aldus op betrouwbaarheid hebben kunnen (laten) toetsen.
Daar waar [slachtoffer] al dan niet na doorvragen wel eenduidig en/of specifiek verklaart over aard en aantal van de seksuele ontmoetingen, het contact met de betreffende mannen of personen en gebeurtenissen die daarmee verband houden, hecht het hof dus in beginsel geloof aan die verklaringen met de daarbij behorende behoedzaamheid. Het hof slaat daarbij bovendien telkens acht op de mate waarin die verklaringen ten aanzien van individuele verdachten steun vinden in de verklaringen van die verdachte zelf, in het berichtenverkeer tussen hen beiden en in eventueel ander bewijs. Aldus komt het hof telkens tot een waardering van het bewijsmateriaal in onderlinge samenhang.
2. algemeen juridisch kader
(…)
3. de onderhavige zaak
Het springende punt in deze zaak is dat de verdachte de aantijging van het slachtoffer dat hij ooit seksuele handelingen heeft verricht met hem weerspreekt.
3.1
standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 1 subsidiair (het hof begrijpt: tweede cumulatief/alternatief) en feit 2 eerste en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde. Daarbij heeft hij gesteld dat de verklaring van de verdachte dat er op 23 maart 2016 wel een ontmoeting heeft plaatsgevonden, maar er toen geen seksuele handelingen zijn verricht, zeer onaannemelijk is. De verklaring van [slachtoffer] dat er meerdere seksuele afspraken zijn geweest is geloofwaardig en wordt ondersteund door chatgesprekken, door het feit dat [slachtoffer] bij de verdachte thuis is geweest en een beschrijving van de woning en persoonlijke informatie over de verdachte kan geven. De advocaat-generaal acht verder van belang dat de verdachte op internet heeft gezocht naar dates met jongere mannen.
3.2
standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, omdat zijn cliënt de feiten ontkent en de verklaringen van [slachtoffer] te weinig betrouwbaar zijn om als wettig en overtuigend bewijs te dienen. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat [slachtoffer] er belang bij had te blijven bij zijn aanvankelijke stelling dat hij alleen betaalde seks had, om zijn wietverslaving te bekostigen, dat zijn geheugen is verstoord door zijn wietverslaving en dat hij onduidelijk en meermaals tegenstrijdig heeft verklaard. Voorts heeft de raadsman ten aanzien van feit 1 bepleit dat het whatsappgesprek van 23 maart 2016 tussen de verdachte en [slachtoffer] wat betreft de tijdaanduiding te onbetrouwbaar is om daaruit te kunnen afleiden dat [slachtoffer] op die datum (en dus toen [slachtoffer] nog 15 jaren oud was) bij de verdachte thuis is geweest. De raadsman heeft in dat verband gewezen op de algemene voorwaarden en disclaimers op de website van WhatsApp en heeft aangevoerd dat er in het dossier verschillende omstandigheden zijn aan te wijzen die aan de betrouwbaarheid van de datum- en tijdvermelding kunnen doen twijfelen, zoals dat er een fout is geconstateerd in het uitlezen van de data en dat [slachtoffer] geregeld zijn Whatsapp-account op een ander apparaat gebruikte en daarbij telkens de inhoud van zijn Whatsapp moest worden overgezet. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman van de verdachte zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden bewezen dat sprake is geweest van enige vorm van betaling of het in het vooruitzicht stellen daarvan en evenmin van ‘opzettelijk bewegen’. Subsidiair heeft de raadsman van de verdachte bepleit dat de onder feit 2 ten laste gelegde periode niet kan worden bewezen, gezien het whatsappcontact tussen de verdachte en [slachtoffer] van 23 maart 2016.
3.3
oordeel van het hof
3.3.1
Vrijspraak feit 1 eerste cumulatief/alternatief ‘ontucht mede met seksueel binnendringen art. 245 Sr’, bewezenverklaring feit 1 tweede cumulatief/alternatief ‘ontucht art. 247 Sr’
De verklaringen van de verdachte en van [slachtoffer] staan op cruciale onderdelen tegenover elkaar. Het hof moet beslissen of, en zo ja wanneer en hoe vaak, er seksuele handelingen tussen de verdachte en [slachtoffer] hebben plaatsgevonden en hoe deze gedragingen in dat geval moeten worden gekwalificeerd.
De verdachte heeft verklaard dat hij met [slachtoffer] heeft afgesproken via Bullchat, maar dat er geen sprake van was dat hij [slachtoffer] zou moeten betalen. [slachtoffer] is één keer bij hem thuis geweest, maar zag na vijf of tien minuten van het voltooien van de date met seks af. De verdachte heeft toen wel gevraagd of hij [slachtoffer] nog eens mocht appen. Er hebben dus op de dag van dat bezoek, noch op enige andere datum, seksuele handelingen plaatsgevonden, aldus de verdachte.
[slachtoffer] heeft over de ontmoetingen met de verdachte verklaard dat het eerste fysieke contact plaatsvond toen hij 15 jaren oud was en dat er in totaal 5 tot 7 keren fysiek contact is geweest. [slachtoffer] penetreerde de verdachte en de verdachte pijpte hem. De verdachte betaalde hiervoor telkens € 50,00. [slachtoffer] heeft gedetailleerd over de woning van de verdachte en over een aantal van de seksuele ontmoetingen met de verdachte verklaard. Ook heeft [slachtoffer] specifiek ten aanzien van deze verdachte verklaard dat de laatste af en toe seksfeestjes organiseert met meerdere mannen. [slachtoffer] verklaart op twee van deze feestjes aanwezig te zijn geweest.
Het hof hecht als gezegd in beginsel geloof aan de verklaringen van [slachtoffer], met de daarbij behorende behoedzaamheid, waarbij het hof telkens acht slaat op de mate waarin die verklaringen steun vinden in de verklaringen van de verdachte zelf, in het berichtenverkeer tussen hen beiden en in eventueel ander bewijs. Tegen die achtergrond komt het hof in dit geval tot de conclusie dat de gedetailleerde verklaringen van [slachtoffer] over de verdachte betrouwbaar zijn. De verklaringen vinden steun in de verklaring van de verdachte dat er een fysieke ontmoeting bij hem thuis heeft plaatsgevonden en in de whatsappberichten, die onmiskenbaar waren gericht op het maken van een seksuele afspraak. Het hof acht onaannemelijk dat [slachtoffer] bij de eerste fysieke ontmoeting heeft afgezien van seksuele handelingen, terwijl de verdachte en [slachtoffer] daags later meermalen hebben geprobeerd het tot een nieuwe ontmoeting te laten komen. Daarbij neemt het hof ook in aanmerking dat [slachtoffer] op de dag van deze eerste ontmoeting met de verdachte al bijna een jaar (betaalde) seksuele contacten had met andere mannen. Ook acht het hof van belang dat de verdachte heeft bevestigd dat hij wel eens seksfeestjes houdt. [slachtoffer] verklaart over deze seksfeestjes en dat hij daarbij aanwezig is geweest; dat past naar het oordeel van het hof niet bij de verklaring van de verdachte dat [slachtoffer] slechts vijf of tien minuten bij hem binnen is geweest. Tot slot vinden de verklaringen van [slachtoffer] in enige mate steun in de resultaten van het onderzoek naar de gegevensdragers van de verdachte, waaruit volgt dat de verdachte meermaals zoekslagen gebruikt die zien op pornografische beelden van tieners, en dat hij in chats wervende berichten heeft gestuurd om in contact te komen met (jonge) mannen voor seksdates tegen betaling of in ruil voor betaling, kostenvergoeding en/of (verdovende) middelen en dat de verdachte met personen bedragen heeft afgesproken voor seksdates.
Gelet op het voorgaande acht het hof de verklaring van de verdachte dat er geen seksuele handelingen hebben plaatsgevonden ongeloofwaardig.
Het hof ziet zich voorts voor de vraag gesteld of de eerste seksuele ontmoeting heeft plaatsgevonden binnen de ten laste gelegde periode. Anders dan door de verdediging betoogd, ziet het hof geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de datum- en tijdsaanduidingen van de zich in het dossier bevindende whatsappgesprekken tussen de verdachte en [slachtoffer].
In de eerste plaats stelt het hof vast dat de verdachte niet zelf heeft bestreden dat de in het dossier vermelde whatsappcommunicatie tussen hem en [slachtoffer] heeft plaatsgevonden, en evenmin dat deze op de genoemde datum/data en tijdstippen is gewisseld. De enkele stelling van de raadsman dat onjuistheden in datum- en tijdstipvastleggingen niet uitgesloten kunnen worden is onvoldoende concreet. Het aanvullende proces-verbaal op dit punt van verbalisant [verbalisant 6] van 8 januari 2019 en de daarop volgende e-mailwisseling tussen rechter-commissaris, officier van justitie en de raadsman, heeft bovendien niet geleid tot een verzoek van de raadsman tot benoeming van een deskundige op dit gebied, ofschoon de rechter-commissaris de verdediging daartoe met zoveel woorden heeft uitgenodigd. Al met al is niet aannemelijk geworden dat aan de tijdsaanduidingen van de zich in het dossier bevindende whatsappgesprekken tussen de verdachte en [slachtoffer] moet worden getwijfeld.
Het hof gaat daarom uit van de juistheid van de genoemde data en tijdstippen en slaat daarbij acht op de in genoemd proces-verbaal van 8 januari 2019 vermelde correcties.
Op basis van de voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, komt het hof tot het oordeel dat de verdachte en [slachtoffer] op 23 maart 2016 seksuele handelingen hebben verricht die bestonden uit het anaal penetreren door [slachtoffer] van de verdachte en het pijpen door de verdachte van [slachtoffer]. Naar het oordeel van het hof is daarmee geen sprake geweest van seksueel binnendringen van het lichaam als bedoeld in artikel 245 Sr, zodat de verdachte van het onder feit 1 eerste cumulatief/alternatief zal worden vrijgesproken en wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte onder feit 1 tweede cumulatief/alternatief ten laste is gelegd.
3.3.3
bewezenverklaring feit 2 tweede cumulatief/alternatief ‘jeugdprostitutie art. 248b Sr ’
Het hof verwijst in dit verband naar hetgeen hiervoor onder 3.3.1 is overwogen omtrent de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] over de seksuele ontmoetingen met de verdachte. Het hof neemt, anders dan de rechtbank, als vaststaand aan dat de verdachte en [slachtoffer] vijf tot zeven seksuele ontmoetingen hebben gehad, waar telkens betaling tegenover stond. Deze afspraken vonden, gelet op de data van de whatsappberichten, plaats nadat [slachtoffer] zestien jaren oud was geworden. Vanaf dat moment vielen de ontuchtige handelingen binnen het bereik van de strafbaarstelling van artikel 248b Sr (jeugdprostitutie).
Ten aanzien van het aantal seksuele ontmoetingen met de verdachte overweegt het hof dat [slachtoffer] in de drie verhoren daarover specifiek en consequent heeft verklaard. Het hof ziet geen aanleiding aan die verklaringen te twijfelen. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat uit het berichtenverkeer na de afspraak op 23 maart 2016 blijkt dat er bij de verdachte behoefte bestond aan vervolgafspraken.
Naar het oordeel van het hof is wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 2 tweede cumulatief/alternatief ten laste is gelegd.”
8. De klachten die in de toelichting op het middel naar voren worden gebracht, komen kort gezegd op het volgende neer. Volgens de steller van het middel heeft het hof onvoldoende gemotiveerd het standpunt van de verdachte weerlegd dat er wel een fysieke afspraak heeft plaatsgevonden op 23 maart 2020, maar dat toen en op geen enkel ander moment sprake is geweest van seksueel contact (randnummer 2 van de schriftuur). In het verlengde daarvan zou het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat de andersluidende verklaringen van het slachtoffer onbetrouwbaar zijn, door het hof op onvoldoende gemotiveerde wijze zijn gepasseerd (randnummer 4 van de schriftuur). Deze ontoereikende motivering zou volgens de steller van het middel het gevolg zijn van het feit dat het hof geen bewijsmiddelen heeft opgenomen die het “alternatieve scenario” van de verdachte zouden weerleggen (randnummer 6-10 van de schriftuur).
9. De steller van het middel lijkt te miskennen dat het recht niet de eis stelt dat de weerlegging van een “alternatief scenario” steeds geschiedt door opneming van bewijsmiddelen die de alternatieve lezing van de verdachte uitsluiten. De rechter mag immers ook in een (aanvullende) bewijsoverweging motiveren waarom de gestelde alternatieve toedracht niet aannemelijk is geworden dan wel dat de lezing van de verdachte als ongeloofwaardig terzijde moet worden gesteld.1.Voor zover het middel van iets anders uitgaat, berust het op een onjuiste rechtsopvatting en faalt het daarom.
10. Voor zover met het middel ook wordt geklaagd over de wijze waarop het hof in zijn bewijsoverweging heeft gemotiveerd waarom het aan de alternatieve lezing van de verdachte geen geloof hecht, geldt het volgende. In de onderhavige zaak heeft het hof het oordeel, inhoudende dat de verklaring van de verdachte dat geen seksueel contact heeft plaatsgevonden als ongeloofwaardig terzijde moet worden gesteld, uitgebreid gemotiveerd verworpen. Het heeft hierbij onder meer – zoals hiervoor is weergegeven – in aanmerking genomen dat de verdachte en het slachtoffer daags na de ontmoeting waarbij het seksuele contact heeft plaatsgevonden in chatgesprekken hebben geprobeerd een nieuwe ontmoeting te plannen, dat het slachtoffer in die periode al bijna een jaar (betaalde) seksuele contacten had met andere mannen en dat de verdachte heeft bevestigd dat hij wel eens seksfeestjes houdt, hetgeen aansluit bij de verklaringen van het slachtoffer over deze feestjes. Daarenboven heeft het hof ook nog betekenis toegekend aan het onderzoek naar gegevensdragers van de verdachte, waaruit onder meer blijkt dat de verdachte in chats wervende berichten heeft gestuurd om in contact te komen met (jonge) mannen voor seksdates tegen betaling of in ruil voor betaling of – kort gezegd – een andere beloning. Deze motivering is niet onbegrijpelijk en kan het oordeel van het hof dat aan het alternatieve scenario geen geloof moet worden gehecht – en de verklaringen van het slachtoffer in zoverre betrouwbaar zijn – dragen. Ook in zoverre is het middel tevergeefs voorgesteld.
Slotsom
11. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan art. 81 lid 1 RO ontleende motivering.
12. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
13. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 31‑01‑2023