NJ 2010, 314
Vrijspraak op grond van Meer- en Vaartverweer onvoldoende gemotiveerd
HR 16-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3359, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 maart 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/04489
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
Y. Buruma
- LJN
BK3359
- JCDI
JCDI:ADS161216:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK3359, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK3359, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2009
- Wetingang
Essentie
Als de tenlastelegging wordt bestreden met een alternatieve lezing van de gebeurtenissen, moet de rechter als hij het feit bewezen verklaart die lezing in zijn uitspraak weerleggen. Dat kan de rechter doen door opneming van wettige bewijsmiddelen die de lezing van de verdachte weerleggen, maar in voorkomende gevallen kan ook worden volstaan met het oordeel dat hetgeen is aangevoerd niet aannemelijk is geworden. In het licht van dit alles is de weerlegging onvoldoende gemotiveerd.
Samenvatting
Hof heeft met uitgebreide motivering verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde moord subsidiair doodslag. Blijkens de motivering heeft het Hof zich de vraag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.