Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.2.117 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 01-04-2024 tot 01-07-2027
- Bronpublicatie:
23-02-2024, Stcrt. 2024, 6013 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: WJZ/ 45570775)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2024, Stcrt. 2024, 6013 (uitgifte: 29-02-2024, regelingnummer: WJZ/ 45570775)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:
- a.
de kwaliteit van het project onvoldoende is, blijkend uit de uitwerking van aanpak en methodiek, de omgang met de risico’s, de uitvoerbaarheid, de deelnemende partijen of de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet;
- b.
in onvoldoende mate is voorzien in een kwalitatief goede kennisverspreiding;
- c.
in geval van een samenwerkingsverband, de samenwerking onvoldoende evenwichtig is, blijkend uit:
- 1°
de verdeling van de kosten tussen de deelnemers, of
- 2°
de verhouding tussen private en publieke financiering van het project;
- d.
het projectplan niet in voldoende mate de vervolgstappen beschrijft die na afloop van het project bij een positief resultaat gezet zullen gaan worden om tot uitvoering en implementatie van hetgeen onderzocht is te komen;
- e.
de aanvraag betrekking heeft op een vergelijkbare studie en deze is gedaan door een onderneming die deze studie zelfstandig uitvoert of één of meerdere deelnemers in een samenwerkingsverband die een onderneming in stand houdt dan wel houden, die actief is respectievelijk zijn in:
- 1°
de sector visserij en aquacultuur;
- 2°
de primaire productie van landbouwproducten; of
- 3°
de sector verwerking en afzet van landbouwproducten in de situaties, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de algemene de-minimisverordening;
- f.
de aanvraag betrekking heeft op een vergelijkbare studie en deze ziet op activiteiten die direct verband houden met:
- 1°
de omvang van de uitvoer naar andere lidstaten van de Europese Unie of derde landen;
- 2°
het oprichten en exploiteren van een distributienet ten behoeve van de uitvoer; of
- 3°
andere lopende uitgaven direct verband houdend met activiteiten op het gebied van uitvoer;
- g.
de aanvraag betrekking heeft op een milieustudie of een vergelijkbare studie naar een project met uitontwikkelde technologie waarvoor de te verlenen subsidie minder dan € 25.000 zou bedragen;
- h.
de projectwerkzaamheden voor meer dan 50% bestaan uit testwerkzaamheden ter beantwoording van haalbaarheidsvragen;
- i.
de aanvraag betrekking heeft op een milieustudie of vergelijkbare studie naar een project met uitontwikkelde technologie en onvoldoende aannemelijk is dat de terugverdientijd van de te onderzoeken investering meer dan vijf jaar zou zijn.